De Dolle Tweeling 2
Recensie

De Dolle Tweeling 2 (2012)

Tweede verfilming van de boekenreeks van Enid Blyton over een meisjesinternaat waar van alles aan de hand is. Kinderachtig, plat en zonder enige diepgang.

in Recensies
Leestijd: 3 min 26 sec
Regie: Julia von Heinz | Cast: Jana Münster/Kira van Horsen (Hanni), Sophia Münster/Lotte Kuijt (Nanni), Suzanna von Borsody/Ann van den Broeck (Magerlijn), Katharina Thalbach/Guusje van Tilborgh (Mademoissele Bertoux), e.a. | Speelduur: | 90 minuten | Jaar: 2012

Als je het complete oeuvre van de Britse kinderboekenschrijfster Enid Blyton in je boekenkast wil hebben, mag je er wel een aparte kamer voor inrichten. In de ruim veertig jaar die de in 1968 overleden Blyton achter haar typemachine zat, leverde ze ruim zeshonderd manuscripten in bij haar uitgever. Het werk van Blyton was niet geheel onomstreden. Critici en bibliotheken beschouwden haar boeken als ongeïnspireerde pulp met een slecht gevoel voor realiteitszin. Met haar enorme productie ramde ze er met gemak in een weekje een compleet kinderboek uit. Toch verslonden de jonge lezers de boeken van Blyton en menigeen is opgegroeid met de avonturen van De Vijf, Blytons bekendste boekenreeks. Maar ook de in de jaren veertig verschenen zesdelige serie rondom de tweeling Sullivan deed het goed bij het publiek.

Amper twee jaar geleden verscheen de eerste verfilming over de tweelingzusjes Hanni en Nanni Sullivan. In het Duits welteverstaan, maar in ons land enkel nagesynchroniseerd in het Nederlands uitgebracht. Het prestigieuze Engelse internaat waar de Sullivans naar afreisden, is voor het gemak ook maar naar de oosterburen verplaatst. In het vervolg dat nu verschijnt, zit de vakantie er voor Hanni en Nanni op en ze zien er naar uit om hun vriendinnen weer te ontmoeten. Het brutale nichtje van de meiden sluit zich maar al te graag bij hen aan. Het internaat Lindenhof verkeert in financieel zwaar weer. Directrice Theobald wordt vanwege een sterfgeval naar Chicago geroepen en de dagelijkse leiding komt in handen van de strenge mevrouw Magerlijn en de wispelturige mademoiselle Bertoux. Onder de kostschoolmeiden gonst het gerucht dat er een ware prinses in hun midden is en het nichtje van Hanni en Nanni doet haar stinkende beste om in de smaak te vallen bij de meest logische kandidaat. Als een zonderlinge lerares Duits en het knappe Franse neefje van Bertoux hun intrede doen is de chaos op de Lindenhof compleet.

Het is dat Blytons oorspronkelijke boek waarop De Dolle Tweeling 2 is gebaseerd een dikke twintig jaar voor de eerste Harry Potter verscheen. De Sullivan-tweeling houdt weliswaar de beide beentjes op de grond, maar deze tweede Blyton-verfilming vertoont wat betreft opbouw grote parallellen met de pennenvruchten van J.K. Rowling. Zo hebben we hier te maken met een vooraanstaande school, een nieuwe verdachte leraar, mysterieuze nieuwe leerlingen en meerdere raadselen die moeten worden opgelost. Natuurlijk was Blyton er eerder, maar dat geldt niet voor de verfilming. Regisseuse Julia von Heinz en haar scenarist lijken een carbonpapiertje op de eerste twee Potters te hebben gelegd en volgen exact hetzelfde stramien. De creativiteit is er in alle kopieerdrift compleet bij ingeschoten.
Er wordt daarnaast wanhopig gepoogd om dit tweede Dolle Tweeling-avontuur een serieuzere inslag te geven. Het loopt namelijk niet zo lekker met het huwelijk van de ouders van de Sullivan-meisjes. Pa en ma ruziën heel wat af en leven inmiddels zelfs gescheiden. Hanni en Nanni krijgen er ver weg op hun school echter maar zijdelings wat van mee, bijvoorbeeld als er gebeld wordt met het thuisfront. Er is bovendien opmerkelijk weinig inspanning nodig om hun problemen als sneeuw voor de zon te laten verdwijnen. De makers van deze Blyton-verfilming houden zich liever bezig met echte meisjeszaken als verliefdheden, verraad, vriendschappen die deukjes oplopen en de strubbelingen binnen de dagelijkse leiding van de Lindenhof.

Er wordt geen klaslokaal betreden en de schoolmeisjes lijken alle tijd van de wereld te hebben voor schermlesjes van de enige jongen van de club en het worstelen met mysteries waarvoor je geen Sherlock Holmes hoeft te zijn om ze op te kunnen lossen. Er zit veel potentie in de verhalen van Blyton, waaronder het typisch Engelse kostschoolsfeertje, de rangen en standen binnen de meisjesgroep en de moeilijke fase die de tweelingzusjes met hun ouders meemaken. Von Heinz weet het nagenoeg allemaal te verknallen en verkiest kolderieke onzin en flauwe nietszeggende subplotjes boven een gedegen verhaal- en karakteropbouw. De lachwekkende nasynchronisatie brengt de definitieve doodsteek toe.