Extremely Loud & Incredibly Close
Recensie

Extremely Loud & Incredibly Close (2011)

Deze boekverfilming heeft in theorie alles in zich om een meesterwerk te zijn. Het mooie schrijf- en acteerwerk wordt echter overschaduwd door de rommelige aanpak.

in Recensies
Leestijd: 3 min 40 sec
Regie: Stephen Daldry | Cast: Thomas Horn (Oskar Schell), Tom Hanks (Thomas Schell), Sandra Bullock (Linda Schell), Max von Sydow (Huurder), Zoe Caldwell (Oma), John Goodman (Stan), Viola Davis (Abby Black), e.a. | Speelduur: 129 minuten | Jaar: 2011

Drieënhalf jaar na de terroristische aanslag op het World Trade Center in New York verscheen de tweede roman van de Amerikaanse schrijver Jonathan Safran Foer. Het boek had een opbouw die door critici zowel bejubeld als verguisd werd. De zoektocht van een negenjarig jongetje naar de herinneringen van zijn vader werden op grafische wijze aangekleed. Naast platte tekst bevatte het werk handgeschreven teksten, visuele grapjes en zelfs hele pagina’s aan foto’s die het verhaal vertelden en afmaakten. In de verfilming van Extremely Loud & Incredibly Close komt Foers creatieve benadering in verbale vorm terug in de voice-overs. De omslachtige verhaalaanpak helaas ook.

De casting van hoofdrolspeler Thomas Horn, die op de titelrol en filmposter pas na de bijrollen van zijn filmouders Tom Hanks en Sandra Bullock genoemd wordt, verliep uiterst merkwaardig. De producenten hadden al honderden, zo niet duizenden jochies voorbij zien komen, tot hun oog viel op een uitzending van de razend populaire Amerikaanse spelshow Jeopardy waarin Horn als kandidaat te gast was. In hem zagen de makers de ideale Oskar Schell, een amateurwetenschappertje dat eigenlijk veel te wijs is voor zijn leeftijd. Oskar heeft een hechte band met zijn vader Thomas, een Joodse juwelier die zijn zoon de opdracht geeft op zoek te gaan naar de verdwenen zesde wijk van de Big Apple.

Oskar zou zijn vader nooit meer kunnen vertellen hoe zijn speurtocht ervoor staat. Op die dramatische dinsdag in 2001 bevindt zijn vader zich in een van de twee torens van het WTC en komt om het leven. Een moeilijk jaar later snuffelt Oskar in wat oude spullen en laat een blauwe vaas op de grond donderen. Tussen de scherven vindt het jochie een envelopje, waarop het woord ‘Black’ is geschreven, met daarin een sleutel. Het is het begin van een zoektocht kriskras door New York. Oskar is ervan overtuigd dat Black de achternaam is van de persoon die hem meer kan vertellen over het slot waar de sleutel in past. Hij hoopt hiermee de herinnering van zijn vader levend te houden. Oskar gaat met de Duitse huurder van zijn oma (een zwijgende, voor een Oscar genomineerde rol van Max von Sydow) op stap om de puzzel op te lossen.

Een sympathiek verhaal is Extremely Loud & Incredibly Close absoluut, maar het is een raadsel waarom Billy Elliot-regisseur Stephen Daldry en Forrest Gump-scenarist Eric Roth er zo’n nodeloos ingewikkelde toestand van hebben gemaakt. Deze tweede Safran Foer-verfilming vormt op papier haast de ideale combinatie van emotie, drama, spitsvondige humor en een razend interessant mysterie. Boek en film zijn echter verschillende disciplines waarvoor niet automatisch dezelfde regels gelden. Het is een verstandige keuze dat het gezichtspunt van Oskars grootmoeder - in het boek een tweede verhaallijn - is weggelaten. Deze versimpeling staat haaks op het overige gegoochel met de chronologie dat Daldry ons hier voorschotelt. De obligate flashbacks zijn onvermijdelijk gekunsteld.

Extremely Loud & Incredibly Close werd genomineerd voor een Oscar voor beste film, wat geheel terecht was geweest als de makers het prachtige verhaal simpel hadden gehouden. Oskars bezoekjes aan de vele Blacks die New York rijk is, leveren de meest uiteenlopende feelgoodmomenten op, waardoor een gevarieerde en onderhoudende missie ontstaat. In een fictieve hermontage zou dit perfect samengaan met de karakterontwikkeling die Oskar na de dood van zijn vader doormaakt. Hoofdrolspelertje Horn is een ware ontdekking. Hij is een wijs en sensitief jongetje, dat nooit irritant of betweterig wordt en een geheel eigen denk- en belevingswereld heeft. Horns vertolking roept ogenblikkelijke sympathie, maar geen goedkoop medelijden op. Zijn filmmoeder Bullock bewijst vooral in het laatste half uur dat ze zich best nog wat vaker op drama mag storten.

Daldry treft op het emotionele vlak dikwijls de juiste toon, zonder te verzanden in vals sentiment. Het schrijf- en acteerwerk in afzonderlijke scènes is vaak schitterend. Het laat een persoonlijk drama zien dat zich aftekent tegen een catastrofale gebeurtenis die de wereld voorgoed heeft veranderd. Extremely Loud & Incredibly Close wil alleen maar geen eenheid worden. Terwijl hij in The Hours nog aantoonde prima met verschillende verhaallijnen overweg te kunnen, is Daldry’s bewerking van Safran Foers boek een grote janboel. Het gevolg is dat de titel onbedoeld op de dubieuze aanpak van de regisseur terugslaat.