Les Géants
Recensie

Les Géants (2011)

De nieuwste film van Boulie Lanners bevat sterk acteerwerk, mooie natuurbeelden en steekt prima in elkaar.

in Recensies
Leestijd: 2 min 42 sec
Regie: Bouli Lanners | Cast: Zacharie Chasseriaud (Zak), Martin Nissen (Seth), Paul Bartel (Dany), Karim Leklou (Angel), Gwen Berrou (Martha), e.a.| Speelduur: 84 minuten | Jaar: 2011

Geheel aan hun lot overgelaten brengen de tienerbroertjes Zak en Seth de zomervakantie zonder hun ouders door in een klein Waals dorp, wonend in het huis van hun overleden grootouders . Al snel nadat de zomer (en de film) is begonnen, zijn de twee door hun geld heen. Hun eten jatten ze dientengevolge uit de kelder van een buurman en om aan benzine te komen voor het joyriden met hun auto hebben ze vergelijkbare methoden, maar duidelijk is dat ze deze leefstijl zonder geld niet lang kunnen volhouden. Dany, een bevriende leeftijdsgenoot, oppert daarom de suggestie het huis tijdelijk te verhuren aan een plaatselijke wietteler.

Deze schimmige figuur, bijgenaamd Le Boeuf, blijkt het huis een stuk langer te willen hebben en daarvoor een stuk minder te willen betalen dan de broertjes hadden gehoopt, maar geïntimideerd en naïef als ze zijn, gaan ze toch maar akkoord met zijn schamele aanbod. Het duurt dan ook niet lang voor het huis wordt leeggehaald en Zak, Seth en Dany (wiens ouders blijkbaar ook nergens te bekennen zijn) door Le Boeufs psychopathische handlanger (tevens Dany’s oudere broer) eruit worden geschopt. Hun plan om in het verlaten vakantiehuisje van een rijk koppel te verblijven, duurt niet langer dan één wilde avond, waarop het gezelschap de omliggende bossen intrekt. Dit levert natuurbeelden op waarin regisseur Bouli Lanners zijn duidelijke inspirator Terrence Malick regelmatig naar de kroon steekt, plus nog meer teleurstellingen voor de jongens.

Op papier klinkt de synopsis van Les Géants als die van een typisch jongensboek, en het werk van Mark Twain in het bijzonder. In beeld gebracht blijken de lotgevallen van het centraal staande drietal echter één grote doffe ellende. De jongens krijgen gedurende de film de ene tegenslag na de andere te verwerken en het lijkt er nooit op dat de zaken voor hen ook maar enigszins rooskleuriger zullen worden. De film romantiseert niets en maakt keer op keer duidelijk dat de drie jongens duidelijk een flink maatje te klein zijn voor de boze buitenwereld waartoe zij zich hebben gewend. De grote boosdoeners van de film zijn dan ook niet zozeer de gemene wietteler en zijn handlanger, maar vooral de ouders, die schitteren door afwezigheid.

Valt het een film te verwijten dat er niet van te genieten valt, simpelweg vanwege alle narigheid die de personages ten deel valt? Een lastig dilemma, vooral gezien de talloze films over mishandeling, verkrachting en (volkeren)moord die ondanks hun thematiek een publiek vinden en zelfs uitgroeien tot klassiekers. Het valt echter niet uit te vlakken dat Les Géants een film is die het zijn kijkers vooral ongemakkelijk zal maken. Essentieel daarin is dat de drie hoofdpersonen (overigens zeer overtuigend neergezet door hun jonge vertolkers) nergens schuldig aan zijn, behalve aan een zekere mate van naïviteit die inherent is aan hun leeftijd. Zelfs met het bitterzoete einde blijft het hoge ‘bad things happening to good people’-gehalte als een donkere wolk boven de film hangen, waardoor zelfs doorgewinterde fans van Alejandro González Iñárritu’s werk er mogelijk moeite mee zullen hebben, hoe goed het allemaal ook in elkaar zit.