The Wicker Man
Recensie

The Wicker Man (2006)

. Waar het origineel echter indruk maakte met zijn bevreemdende sfeer, lijkt deze nieuwe, veramerikaanste versie zich niet te kunnen onttrekken aan een flink aantal horrorclichés.

in Recensies
Leestijd: 4 min 3 sec
Regie: Neil LaBute | Cast: Nicolas Cage (Edward Malus), Ellen Burstyn (Sister Summersisle), Kate Beahan (Sister Willow) e.a. | Speelduur: 97 minuten

Aan de golf van horror-remakes lijkt voorlopig nog geen einde te komen. Dit keer is het de relatief obscure Britse film The Wicker Man uit 1973 die er aan moet geloven. Was het origineel een ijzersterke, vervreemdende combinatie van horror en folklore met een even onverwacht als genadeloos slot, de Hollywood-remake is gladgestreken en kleurloos en ontstijgt de heersende horrorclichés nauwelijks. We zeggen het nog maar eens: 'if it ain’t broke, don’t fix it'. The Wicker Man anno 2006 is ongeïnspireerd, onbevredigend en uiteindelijk volkomen overbodig.

De eerste ontmoeting met het origineel is er eentje die je niet snel zult vergeten. The Wicker Man (1973) is misleidend kneuterig en kleinschalig, maar zal je uiteindelijk in shock achterlaten. Het is een unieke filmervaring en het is dan ook niet voor niets dat de film al meerdere malen uitgeroepen is tot de beste Britse horror aller tijden. The Wicker Man volgt de zoektocht van politieman Howie naar een verdwenen meisje. Deze zoektocht leidt hem naar een afgelegen eiland voor de Schotse kust, waar hij al snel merkt dat de boel niet helemaal pluis is. De eilanders blijken verenigd in een heidense sekte die er bizarre vruchtbaarheidsrituelen op nahoudt. Bij Howie rijst het vermoeden dat de verdwijning van het meisje iets te maken heeft met deze mysterieuze riten. Hoe verder zijn onderzoek naar de verdwijning vordert, des te meer hij verstrikt raakt in het web van carnavaleske tradities, die minder onschuldig blijken te zijn dan je op het eerste gezicht vermoedt. The Wicker Man ademt een houterige, haast knullige sfeer uit. Maar vlak onder de oppervlakte broeit er iets, waardoor je je als kijker haast geen houding weet te geven. Betreft het hier inderdaad een stel geflipte boeren die dol zijn op verkleedpartijtjes, of is er iets meer aan de hand? Zijn de rituelen nou grappig, of juist ten diepste doodeng? Dit ambivalente sfeertje maakt dat je niet anders kunt dan geboeid blijven kijken totdat uiteindelijk het ijzingwekkende slot zich voor je ogen ontvouwt.

Het unieke karakter van het origineel was voor regisseur Neil LaBute en acteur Nicolas Cage de aanleiding om zich te wagen aan een remake. Het is daarom des te treuriger dat hierin alle elementen die The Wicker Man zo interessant maakten volkomen zijn weggestreken. Wat overblijft is een tamelijk conventionele, gladde horror, die eigenlijk op geen enkele moment écht weet te boeien. De remake vertelt min of meer hetzelfde verhaal als het origineel, zij het dat het geheel zich afspeelt in de Verenigde Staten van de eenentwintigste eeuw. Nicolas Cage speelt politieman Edward Malus, die door zijn ex-vriendin te hulp wordt gevraagd om de verdwijning van haar dochtertje te onderzoeken. De zoektocht naar het meisje brengt Malus al snel naar – jawel – een geheimzinnig eiland, waar de bewoners zich op zijn zachtst gezegd nogal vreemd gedragen.

LaBute’s update van The Wicker Man heeft een flinke injectie horror-elementen gekregen die niet in het origineel zaten. We worden getrakteerd op spacy droomsequenties, talloze schrikeffecten, een onheilspellend sounddesign en enge dingen die lijken te verdwijnen wanneer je met je ogen knippert. Maar al deze elementen maken de film in feite niet echt enger. Integendeel: geconditioneerd door de vele horrorfilms die we tegenwoordig in de bioscoop te zien krijgen, weten we onderhand wel hoe filmmakers hun publiek aan het schrikken maken. LaBute heeft duidelijk niet begrepen dat horror niet per definitie zit in schrikeffecten of eng uitziende personages, maar in sfeer, aankleding, verhaal, en in de mate waarin wij ons kunnen inleven in de personages. The Wicker Man weet op al deze punten niet te overtuigen. Bovendien wordt alles veel te serieus gebracht, waardoor de film wat theatraal aandoet en het juist moeilijker wordt om het geheel ook serieus te nemen. Het grootste manco van The Wicker Man is echter het script, dat vol zit met onlogische wendingen en krakkemikkige dialogen, waardoor sommige scènes onbedoeld grappig aandoen. Nicolas Cage doet met de consequent verwarde blik in zijn ‘puppydog eyes’ een poging om de boel nog te redden, maar tevergeefs.

De keuzes die de makers hebben gemaakt zijn een knieval naar het grote (lees: Amerikaanse) publiek en zorgen voor een weinig interessante film. Er zijn geen morele dilemma’s, goed en kwaad zijn duidelijk onderscheiden, de meeste personages zijn niet meer dan karikaturen en er zit weer de verplichte romance in. Goed, ze hebben het schokkende einde proberen te behouden, maar de impact hiervan wordt weer teniet gedaan door een volkomen overbodig epiloogje. The Wicker Man (2006) is de horrorvariant op fastfood: gemakkelijk, smakeloos, weinig verrassend en uiteindelijk onbevredigend. Maar net als het gemiddelde fastfoodrestaurant zal dit voor snelle consumptie gemaakte niemendalletje ongetwijfeld veel gewillige slachtoffers vinden. Tip voor mensen die trek hebben in iets stevigers: probeer het origineel te pakken te krijgen.