Recensie

Midnight Special (2016)

Onconventionele scifi-thriller over een jochie met bijzondere gaven. Het begint klein en arthouseachtig en fietst heerlijk overal tussendoor.

in Recensies
Leestijd: 3 min 38 sec
Regie: Jeff Nichols | Cast: Michael Shannon (Roy), Joel Edgerton (Lucas), Kirsten Dunst (Sarah), Jaeden Lieberher (Alton), Adam Driver (Sevier), e.a.| Speelduur: 112 minuten | Jaar: 2016

We denken graag in hokjes. Dat geldt helemaal voor film. En we maken graag vergelijkingen. Dat geldt zeker voor film. Hoe verfrissend is het als iets niet in een hokje past en ons daardoor juist extra verrast of verbaast? Naast de vele genres die de cinema kent is er ook nog het ruwe onderscheid arthouse en commercieel. Deze tweedeling gaat al lang niet meer op, omdat ze ten eerste nauwelijks te definiëren is en ten tweede vervaagt dit onderscheid steeds meer. Wanneer conventies rondom genres en wat wel of niet voor arthouse door kan gaan, worden losgelaten ontstaan verrassende dingen. De vorig jaar verschenen horrorindy It Follows bijvoorbeeld over het onzichtbare gevaar dat Amerikaanse suburbia en de jeugdige onschuld bedreigde. Of het (vroege) werk van Rian Johnson die met Brick en Looper respectievelijk het highschoolleven en sci-fi een geheel andere draai gaf. In ditzelfde straatje past de scifi-thriller Midnight Special onder regie van Jeff Nichols.

We zitten nog middenin de uitwerking van de personages, het ontdekken van wat hen drijft en in welke situatie ze moeten zien te opereren voor de eerste special effects zich voorzichtig aandienen. De aftrap van Midnight Special flirt met de onafhankelijke Amerikaanse film, ware het niet dat er bekende koppen als die van Joel Edgerton, Michael Shannon, Adam Driver en Kisten Dunst in voorbij komen. Er worden diverse verhaallijnen opgestart, die al vrij vlot in elkaar blijken te grijpen. Edgerton en Shannon spelen twee mannen die een jong jochie hebben ontvoerd. Deze Alton wordt door de politie gezocht en is het onderwerp van alle Texaanse nieuwszenders. Het slachtoffertje reageert opvallend rustig bij zijn kidnapping en draagt voortdurend een duikbrilletje met donkere glazen. Verderop in Texas wordt een mysterieuze conservatieve sekte getrakteerd op een bezoekje van de FBI. De hele geloofsgemeenschap van ‘The Ranch’ wordt afgevoerd naar een gymzaal van een school, waar iedereen aan de tand wordt gevoeld over hun kennis over Alton Meyer. Inderdaad, het ontvoerde jochie. Terwijl Alton van hot naar her wordt gesleept begint zelfs de NSA zich met de zaak te bemoeien. Voor de sekte is Alton de verlosser, voor de NSA een staatsvijand omdat hij ultrageheime informatie uit de lucht heeft geplukt en voor zijn ontvoerders is hij een kind dat in veiligheid gebracht moet worden.

Nichols fietst klakkeloos tussen de verschillende genres door en – om toch maar te gaan vergelijken – schurkt aan tegen het werk van Steven Spielberg en J. J. Abrams. Helaas verzandt de filmmaker halverwege in de drang om alles uit te leggen. Dat wat de eerste helft zo sterk en raadselachtig maakte – het gebrek aan duiding en context – wordt in de tweede helft om zeep geholpen. Er blijft weinig meer te raden over. Vanaf dat moment verwordt Midnight Special een kat- en muisspel. De neuzen komen steeds meer dezelfde richting op te staan, wat ten koste gaat van het mysterie. Ondanks de groeiende mate van voorspelbaarheid weet Nichols er misschien niet de spanning, maar wel de vaart in te houden. De FBI zit Alton en zijn ontvoerders op de hielen en probeert allerlei barricades op te werpen. Er zijn momenten dat dit gedurfde scifi-avontuur nog het meest lijkt op een extra lange aflevering van The X-Files, compleet met kind met bovennatuurlijke gaven. Deze laatste eigenschappen worden door Nichols trouwens alleen in geval van hoge nood ingezet. Alton groeit niet uit tot een superheld die zijn kunstjes vooral moet laten zien als Nichols problemen heeft het plot recht te trekken.

Zodra de finale in zicht is, heeft Nichols toch wel zijn eigenheid verloren. Dan doet The Midnight Special nauwelijks nog onder voor het blockbusterwerk uit Hollywood. Na een boel vooral nachtelijk gezeul met het jongetje, gaat de digitale trukendoos gaat open en is de bescheidenheid waarmee de regisseur annex scenarist sympathie oogstte naar de achtergrond verbannen. Of dit onoverkomelijk is, valt te betwijfelen, want overdreven futuristisch of over de top wordt het nooit. Juist door zo veel aandacht te besteden aan karakterontwikkeling en de interacties tussen de personages is dit niet een dertien-in-een-dozijn thriller met paranormale trekjes. Het drama heeft duidelijk voorop gestaan. Of de vele inconsistenties bewust zijn ingezet, valt niet te zeggen, want dit is een lastig te categoriseren project dat lak heeft aan conventies en regels.