Recensie

Gek van Oranje (2018)

Dit jaar geen WK voor de voetbalfans, maar of dit feelgooddrama dit nou echt verzacht valt te betwijfelen.

in Recensies
Leestijd: 3 min 4 sec
Regie: Pim van Hoeve | Cast: Hannah Hoekstra (Merel), Willem Voogd (Duco), Martijn Fischer (Michael), Esmee van Kampen (Janice), Nasrdin Dchar (Adam), Susan Visser (Claudia), Martijn Lakemeier (Leon), Abbey Hoes (Eva), Roben Mitchell (Saïd), Suzanne Kipping (Jennifer), Sanne Wallis de Vries (Brenda), Jan Versteegh (Roy), Ton Kas (Henk), e.a. | Speelduur: 100 minuten | Jaar: 2018

Zodra het Nederlands elftal in actie komt is ons land niet meer te stuiten en de leeuw niet meer te temmen. Het was dan ook een flinke domper toen de nationale voetbalploeg zich niet wist te kwalificeren voor het wereldkampioenschap in Rusland dit jaar. Gelukkig hebben we de Nederlandse voetbaldames nog die vorig jaar Europees kampioen wisten te worden en ook nog eens duidelijk maakten dat voetbal niet enkel een mannenkwestie is. Of de makers van het tragikomische mozaïekdrama Gek van Oranje de nederlaag van onze oranjemannen hadden voorzien valt te betwijfelen. Een pleister op de wonde is het evenmin.

Filmcoach Pim van Hoeve vuurt een aantal flauwe verhaallijnen op ons af met al even flauwe personages. Het blijkt een schot voor open doel, om maar in de terminologie te blijven. Rode draad is de enorme oranjegekte die losbarst zodra het Nederlands elftal speelt. Dit keer rondom het WK van 2010 in Zuid-Afrika waarin we zelfs de finale wisten te halen om deze vervolgens te verliezen van de Spanjaarden. Maar zelfs de voetbalhater, alsof deze naar een film als deze zou gaan, wordt op de wenken bediend.

Want Merel, die hard bezig is zwanger te worden, vlucht haar woonboot uit zodra het Oranjeteam uitrukt en haar vriend Duco helemaal losgaat voor de televisie met zijn vrienden. Ze gaat dan maar een wasje draaien en ontmoet in de wasserette mede-voetbalhater en schrijver Adam. Dan is er nog het stel Michael en Janice dat een oranjehuwelijk de mist in ziet lopen zodra Michaels hart het begeeft. De enige remedie is een vakantie op een suffe Finse camping waar Michael zich absoluut niet mag opwinden. Dat betekent dus geen voetbal.

In Zuid-Afrika zit profvoetballer Roy alleen maar op de reservebank en heeft hij in zijn hotel contact met een mooie schoonmaakster. In onze hoofdstad wordt Leon geconfronteerd met de depressieve Eva die van het dak wil springen, heeft een AT5-verslaggeefster haar hart verpand aan een asielzoeker die op de markt klassieke Nederlandse liedjes zingt en heeft weduwnaar Henk een wel hele slimme manier om de voetbaltoto te winnen. Zijn hond Funny weet met zijn geblaf de wedstrijduitslagen te voorspellen. Het zorgt ervoor dat de man zich verbonden gaat voelen met de vele voor hem vreemde culturen in zijn wijk.

Van Hoeve bedient met al deze portretten zo veel mogelijk doelgroepen en daar gaat het dan ook precies mis. Omdat er voor elk wat wils moest zijn beklijven de verhaallijnen nergens. Gek van Oranje is verworden tot een aaneenschakeling van goede bedoelingen, maar op wat cross-overs na blijven het toch vooral individuele en geïsoleerde verhalen die slechts aan de oppervlakte blijven. Het zijn leuk invuloefeningen voor op een zomeravond, maar er zal je weinig bijblijven. Het doet denken aan een slap aftreksel van de jammerlijk gestopte en briljante hoofdstedelijke dramaserie A'dam en E.V.A..

Gek van Oranje tracht te appelleren aan onze liefde voor voetbal en aan het toernooi van acht jaar geleden waarin we dichtbij een wonderzege waren. Van Hoeve trok voor dit ensembleproject een blik aansprekende Nederlandse acteurs open, maar zij gaan gebukt onder het plichtmatige en vluchtige gezap tussen hun personages. Van Hoeve probeert alle (voet)balletjes in de lucht te houden, maar dat is gedoemd te mislukken. Op wat charmante uitgangspunten en interacties na, zet hij zich hiermee al in de eerste helft buitenspel. Voetbalanalogieën ten over.