Escape from Pretoria [Pathé Thuis / Ziggo On Demand]
Recensie

Escape from Pretoria [Pathé Thuis / Ziggo On Demand] (2020)

Een heerlijk ouderwetse ontsnappingsfilm. Spanning gegarandeerd.

in Recensies
Leestijd: 2 min 51 sec
Regie: Francis Annan | Scenario: Francis Annan, L.H. Adams | Cast: Daniel Radcliffe (Tim Jenkin), Daniel Webber (Stephen Lee), Ian Hart (Denis Goldberg), Mark Leonard Winter (Leonard Fontaine), Nathan Page (Mongo), e.a. | Speelduur: 106 minuten | Jaar: 2020

In een van de eerste scènes van Escape from Pretoria wordt hoofdpersoon Tim Jenkin de witte Mandela genoemd. Tegenwoordig zou dat een enorm compliment zijn, maar in het Zuid-Afrika van 1978 is het bedoeld als een belediging. Het land is namelijk nog vol in de ban van apartheid en Mandela staat te boek als staatsvijand nummer een. Het is echter de vraag of Jenkin beledigd is door deze opmerking, want hij voert dezelfde strijd als Mandela. Wrang genoeg levert hem dat ook hetzelfde lot op: een jarenlange gevangenisstraf. Voor het op explosieve wijze verspreiden van pamfletten worden Jenkin en zijn vriend Daniel Webber veroordeeld tot respectievelijk twaalf en acht jaar gevangenisstraf, maar al op de eerste dag daarvan laten ze doorschemeren niet zo lang te zullen blijven. Met zo'n filmtitel hadden we natuurlijk ook niet anders verwacht.

Het lijkt mogelijk ietwat ongepast om de strijd tegen het apartheidsregime volledig vanuit een wit perspectief te tonen, maar het helpt dat de levens van Nelson Mandela en Steve Biko al op het witte doek zijn verkend en films als deze bijdragen aan een ontkrachting van de misvatting dat dit puur een strijd tussen zwart en wit was. Daarnaast worden Jenkin en Webber nu eenmaal naar een geheel witte gevangenis gestuurd, want de raciale scheiding was ook in het penitentiaire systeem van kracht. Dat doet aanvankelijk vrezen dat deze twee witte jongens als paria's zullen worden behandeld door overige gevangenen die niet begaan zijn met hun ideologische strijd, maar in de Pretoria-gevangenis blijken opvallend veel gelijkgestemden te zijn opgesloten.

Ze hoeven echter geen sympathie te verwachten van de bewakers, die consequent worden neergezet als de pionnen van een fout regime. Jenkins en Webber noemen zichzelf krijgsgevangenen en de film lijkt ze daarin gelijk te geven. Escape from Pretoria draait dan ook niet om het zware gevangenisleven of de politieke strijd, maar is vooral een traditionele ontsnappingsfilm waarin de achtergrond van de personages meer bijzaak dan hoofdzaak is. Een slimme zet, want de mogelijke kritiek dat deze film over politieke gevangenen zich van opvallend weinig politiek bedient, kan prima worden gepareerd door zich te beroepen op zijn aard als eenvoudige ontsnappingsfilm. In The Great Escape hoefde Steve McQueen immers ook niet op een zeepkist aan zijn medegevangenen te verkondigen dat nazisme een verwerpelijke ideologie is. Dergelijke zaken mogen als vanzelfsprekend worden beschouwd.

De personages hebben weliswaar hun door politieke ideologie ingegeven redenen om te ontsnappen (Jenkins noemt elke gezette stap richting de vrijheid een daad van verzet), maar je hoeft daar niet noodzakelijkerwijs in geïnteresseerd te zijn om van de film te kunnen genieten. Die beroept zich immers op een vorm van spanning die tamelijk universeel is. Haast als een Jenga-toren die steeds meer begint te hellen rijgt de film spannende scènes aaneen waarin de angst dat Jenkins' zelfgemaakte houten sleutels niet in het slot zullen passen (of zelfs zullen afbreken) bijna tastbaar wordt, en elk miniem geluidje doet vrezen dat een bewaker de hoek om komt lopen. Niets nieuws dus, maar in zijn uitvoering wel uiterst effectief. Je zou Escape from Pretoria een gebrek aan ambitie kunnen verwijten, maar soms schuilt de vertelkunst er juist in het verhaal terug te brengen tot zijn meest eenvoudige vorm.