Blanco en Blanco
Recensie

Blanco en Blanco (2019)

Een fotograaf komt terecht op Vuurland voor het vastleggen van een bruiloft, maar eindigt met het fotograferen van genocide.

in Recensies
Leestijd: 2 min 55 sec
Regie: Théo Court | Scenario: Théo Court, Samuel M. Delgado | Cast: Alfredo Castro (Pedro), Ignacio Ceruti (John), Lola Rubio (Aurora), Esther Vega Pérez Torres (Sara), David Pantaleón (Arturo) e.a. | Speelduur: 100 minuten | Jaar: 2019

Blanco en Blanco verdient een betere titel: Mr. Porter. Dit is de naam van een personage dat we weliswaar nooit te zien krijgen, maar zijn naam valt veelvuldig en zijn invloed reikt tot over het gehele plot. Uit wat we her en der aan informatie gevoerd krijgen, valt op te maken dat Porter een machtige grootgrondbezitter is die begin twintigste eeuw op Vuurland (de archipel aan het zuidelijkste uiteinde van Zuid-Amerika) de zogenaamde beschaving komt brengen. Zo iemand wil uiteraard niet als een onbekende de geschiedenisboeken ingaan, dus huurt hij de timide fotograaf Pedro in. Aanvankelijk enkel voor het vastleggen van zijn bruiloft, maar voor hij het weet is Pedro verstrikt geraakt in het web van de machtige landeigenaar.

Porter lijkt namelijk niet een man die mensen inhuurt voor het vervullen van een enkele dienst, maar voor de rest van hun leven, hopend op oneindige loyaliteit. Het type dat nooit zal huren, maar altijd koopt, wetende dat elke aankoop een investering is. Pedro's taak lijkt er voor de helft op te zitten wanneer hij in de openingsscène de piepjonge bruid heeft gefotografeerd, maar omdat Porter nergens te bekennen is en de huwelijksvoltrekking steeds maar wordt uitgesteld, zal de fotograaf moeten afwachten. Even lijkt er iets moois te groeien tussen hem en de moeder van het meisje, totdat de kijker er fijntjes op geattendeerd wordt dat dit niet het soort film is voor dergelijke hoopvolle ontwikkelingen. Aldus raakt Pedro opgescheept met Porters wildebrassen, die onder het mom van beschaving de lokale indianen uitmoorden om zich vervolgens in de nachtelijke uren aan hun vrouwen te vergrijpen.

Het zal niemand hoeven verrassen dat een film over een fotograaf in een tijd dat fotografie uiterst secuur werk was, op een gepaste wijze is gefilmd. Bij veel statische shots lijkt steeds te zijn gedacht vanuit compositie, resulterend in beelden die doen denken aan foto's van begin twintigste eeuw. De aanpak heeft weliswaar als keerzijde dat de film op momenten net zo stijf en geposeerd aandoet als Pedro's foto's, maar door zijn constante gebruik van natuurlijk licht en de steeds prominenter in beeld gebrachte ruige landschappen is de film zonder meer het aanzien waard. De vraag is echter in hoeverre dit technisch vernuft de aandacht van de kijker zal weten te grijpen. Het is immers aannemelijk dat niet iedereen op het puntje van zijn stoel zal zitten bij de minutenlange scènes waarin Pedro minutieus bezig is elk detail van zijn foto's goed te krijgen.

Toch zijn dat misschien wel de interessantste scènes. Wanneer Pedro steeds meer zijn autonomie verliest, raakt de initiële premisse ook verder uit beeld. Dat is weliswaar in lijn met het verhaal, maar het levert niet per se een boeiende kijkervaring op. Eerder een verwarrende. Daarnaast zou het gegeven dat Pedro een steeds willozere pion van het plot wordt, moeten zorgen voor een gevoel van tragiek. Echter, in de latere fase van de film wordt opvallend weinig gedaan om bij de kijker nog enige sympathie voor dit personage op te wekken, waardoor je het waarschijnlijk allemaal schouderophalend zult ondergaan. Door zijn plot, beelden en loomheid doet Blanco en Blanco op momenten enigszins denken aan Days of Heaven, maar dan helaas wel zonder de finesse van een Terrence Malick. En die blijkt voor dit soort films toch vrij onmisbaar.