Moffie
Recensie

Moffie (2019)

Twee jonge soldaten in het Zuid-Afrikaanse leger ten tijde van het apartheidsregime beleven een verboden liefde.

in Recensies
Leestijd: 4 min 4 sec
Regie: Oliver Hermanus | Scenario: Oliver Hermanus, Jack Sidey | Cast: Kai Luke Brummer (Nicholas van der Swart), Matthew Vey (Michael Sachs), Hilton Pelser (Sergeant Brand), Ryan de Villiers (Dylan Stassen), Stefan Vermaak (Oscar Fourie), e.a. | Speelduur: 104 minuten | Jaar: 2019

Het Afrikaanse woord 'moffie' laat zich in het Nederlands het best vertalen als 'flikker'. Niet bepaald een woord dus dat je lichtzinnig als filmtitel gebruikt. Beschouw die titel dus maar als een statement. Regisseur Oliver Hermanus zou hier waarschijnlijk niet zo makkelijk mee weg zijn gekomen als hij zelf niet homoseksueel was geweest, maar hij maakt er in ieder geval geen geuzennaam van. Desondanks hebben statements in cinema nogal eens de neiging zich te overschreeuwen. Gelukkig is dat bij Moffie niet zozeer het geval, maar het is wel ietwat opvallend dat een tamelijk timide film als deze zo'n stevige titel heeft gekregen. Het etiket en de inhoud lijken daarmee niet geheel in overeenstemming met elkaar.

Moffie speelt zich af in het Zuid-Afrika van begin jaren tachtig, wanneer het apartheidsregime nog stevig aan de macht is. Vanwege een grensconflict met buurland Angola geldt een militaire dienstplicht van twee jaar voor witte jongemannen boven de zestien. Er dient immers een land te worden verdedigd van het communistische buurland, en hun witte vrouwen en kinderen moeten worden beschermd van het 'zwarte gevaar'. Zoals gebruikelijk bij nationalistische regimes blijkt aan oorlogsretoriek geen gebrek. Dat de meeste jongens op deze leeftijd niet bijster veel interesse hebben in dergelijke holle vaderlandsliefde, is iets wat tijdens de training wel even zal worden rechtgezet. De voorbereiding op militaire operaties gaat aldus gepaard met een stevige portie indoctrinatie. De associatie met de Hitlerjugend is nooit ver weg.

Maar het apartheidsregime is niet alleen racistisch van aard, maar ook homofoob. En dat is eigenlijk best vreemd. Een systeem dat volledig is geënt op de zogenaamde superioriteit van het witte ras zou vanuit een volledig rationele benadering eigenlijk geen probleem mogen hebben met homoseksualiteit, zolang mensen het maar niet aanleggen met iemand van hetzelfde geslacht die een andere etniciteit heeft. Maar dat is nu eenmaal niet hoe dit soort systemen functioneren; die blijken toch vaak een willekeurig samenraapsel van ultraconservatief gedachtegoed. Apartheid was erop ingesteld dat de witte minderheid de macht had, maar zelfs in die precaire situatie werden witte homoseksuelen nog steeds buitengesloten van die geboren voorkeurspositie.

Maar ja, daar zit je dan als tobbende tiener: verplicht in een leger dat je haat om je ware aard, omringd door leeftijdgenoten die ook lang niet allemaal zeker zijn van hun geaardheid. Een interessant aspect van Moffie is dat hoofdpersoon Nick en medesoldaat Dylan niet de enigen zijn die een bovengemiddelde interesse voor elkaar tonen. De legerleiding lijkt ook niet enorm verrast te zijn dat dergelijke relaties voorkomen. Haast alsof men begrijpt dat de kans statistisch gezien nu eenmaal aanwezig is dat twee jonge rekruten eerder gehoor geven aan hun hormonen dan aan hun orders. Er wordt wel van alles gedaan om dergelijke ontwikkelingen de kop in te drukken (vrij beangstigende dingen zelfs), maar zelfs bij dit verlengstuk van een regime dat graag de realiteit ontkent heerst in ieder geval niet het waanidee dat deze situaties kunnen worden voorkomen.

Zo nu en dan ondergraaft regisseur Hermanus op interessante wijze het constante spanningsveld met aangenaam tegendraadse scènes. Vier soldaten die hun vrije tijd doden door met ontbloot bovenlijf te volleyballen, kan bijvoorbeeld niet anders zijn dan een verwijzing naar de homo-erotische scène in Top Gun waarin hetzelfde gebeurt. Alleen klinkt hier geen lompe rockmuziek van Kenny Loggins, maar zware operamuziek. Tja, ongetwijfeld goed bedoeld, maar iets minder was ook goed geweest. Moffie vergaloppeert zich helaas wel vaker in zijn muzikale begeleiding. Zo is er een scène waarin de hoofdpersoon en een vriend samen het Rodrigo-nummer 'Sugar Man' zingen, waarvan sinds de documentaire Searching for Sugar Man de politieke betekenis algemeen bekend zou mogen zijn. Mooi moment. Maar dan krijgen we tijdens de aftiteling een uiterst zwaarmoedige cover van dit nummer te horen die weliswaar dezelfde tekst heeft als het origineel maar nog geen fractie van diens authenticiteit.

Maar wat uiteindelijk vooral verrast, is dat Nicks homoseksualiteit een nogal veredelde bijzaak lijkt te zijn in een film die vooral focust op zijn militaire ervaringen. Sowieso komt hetgeen wat zich tussen hem en Dylan ontwikkelt ietwat willekeurig aanwaaien, en ook tamelijk eenzijdig. En dan blijkt toch ineens dat in de aanloop naar dat omslagpunt de beeldtaal het toch een beetje heeft laten afweten. Ter vergelijking: in het recente Portrait de la Jeune Fille en Feu is ook zonder enige voorkennis volkomen helder in welke richting de verhouding tussen de twee vrouwelijke hoofdpersonages zich ontwikkelt, dankzij de geraffineerde beelden en montage waarvan de openingsfase zich bedient. In Moffie wordt de exacte insteek pas duidelijk wanneer zich daadwerkelijk iets voltrekt tussen de twee jonge soldaten. Dat zorgt weliswaar voor een paar mooie momenten, maar echt zinderen doet de film niet.