The Suicide Squad
Recensie

The Suicide Squad (2021)

In de herkansing pakt het concept van schurken die de wereld moeten redden heel wat beter uit dan de eerste keer.

in Recensies
Leestijd: 4 min 55 sec
Regie: James Gunn | Scenario: James Gunn | Cast: Idris Elba (Boodshot), Margot Robbie (Harley Guinn), John Cena (Peacemaker), Daniela Melchior (Ratcatcher 2), Joel Kinnaman (Colonel Rick Flag), e.a.| Speelduur: 132 minuten | Jaar: 2021

Het gebeurt niet vaak dat een film wordt uitgebracht die vooral lijkt te dienen als een herkansing van zijn voorganger. Maar goed, er zijn dan ook weinig films die faalden zoals Suicide Squad dat vijf jaar geleden deed. Deze poging wat differentiatie te bieden voor de superheldenlijn van DC had volop potentie, maar het eindresultaat was allerminst indrukwekkend. Het scenario was een haastig geschreven rommeltje, de personages zo plat als een dubbeltje en de keuzes voor muzikale begeleiding zowel willekeurig als belachelijk voor de hand liggend. En als die mankementen de film nog niet nekten, dan deed de rampzalige montage dat wel. Het meest memorabele aan de film waren uiteindelijk de krankzinnige verhalen over Jared Leto die voor zijn rol als The Joker onder het excuus van 'method acting' zijn mede-acteurs het leven zuur maakte. En dat alles voor een verwaarloosbare bijrol...

Dat Suicide Squad toch een financieel succes was, kwam waarschijnlijk vooral door de sterke marketingcampagne. Verstandig dus dat er niet direct met dezelfde mensen een vervolg is gemaakt, maar er wat bezinningstijd is genomen. Het is immers aannemelijk dat het grote publiek er de tweede keer niet zo makkelijk in zou trappen. The Suicide Squad (nu met lidwoord) fungeert in zekere mate als een vervolgfilm (zelfde concept, enkele terugkerende acteurs), maar dan wel een die zich zo min mogelijk aantrekt van zijn voorganger. Voor de zekerheid heeft men voor deze tweede poging schrijver-regisseur James Gunn weten te strikken, die eerder bij de concurrentie furore maakte met zijn twee Guardians of the Galaxy-films. Dat riekt naar de typische wanhoop waar de DC-filmdivisie zich vaker van bedient (zie: Justice League overdragen aan Joss Whedon vanwege zijn Avengers-ervaring), maar ongeacht de drijfveren blijkt Gunn de juiste persoon op de juiste plaats.

Een van de vreemdste opmerkingen in Suicide Squad was degene die de premisse schetste: "Wat als Superman kwaadwillend was geweest?" Het antwoord op die hypothetische vraag was klaarblijkelijk een team formeren van veroordeelde criminelen die in ruil voor strafvermindering dergelijke bedreigingen het hoofd moesten bieden. Een bizar idee, want geen enkele van de opgetrommelde teamleden beschikte over de vaardigheden om zo'n almachtige figuur te neutraliseren. Ter illustratie: toen in Justice League een opnieuw tot leven gewekte Superman zich van een niet zo vriendelijke kant liet zien, was dit team in geen velden of wegen te bekennen. The Suicide Squad is een stuk pragmatischer over het inzetten van zo'n zootje ongeregeld: Task Force X is een striketeam, bedoeld voor missies op een menselijke schaal. Meer The Dirty Dozen dan The Avengers.

Aldus wordt het criminele gezelschap ditmaal ingezet voor een sabotagemissie in een Zuid-Amerikaanse eilandstaat waar recentelijk een staatsgreep heeft plaatsgevonden. Dat dit uitgangspunt klinkt als de gemiddelde Amerikaanse actiefilm uit de jaren tachtig is waarschijnlijk niet toevallig. Want waar de producties uit het Reagan-tijdperk het als volkomen vanzelfsprekend beschouwden dat Amerikaanse rouwdouwers overzees lekker hun gang konden gaan, plaatst The Suicide Squad daar heel wat meer vraagtekens bij. Maar ook los van alle kritische noten die worden gekraakt zorgt deze opzet ervoor dat de missie vanaf het begin volkomen helder is, ook als de teamleden enigszins in het duister tasten. En wanneer de situatie dan toch ineens een bovennatuurlijke wending neemt, is dat een onvoorziene complicatie waar men niet op is voorbereid, in plaats van de hardop uitgesproken premisse van de film.

Een andere grote verbetering is dat Gunn, in tegenstelling tot zijn voorganger David Ayer, nooit de behoefte lijkt te voelen zijn personages cool neer te willen zetten. Aldus bestaat het nieuwe team op een enkeling na uit een stel knullige figuren in outfits die er allesbehalve intimiderend uitzien. Het lijkt daarom niet ondenkbaar dat Gunn bij zijn aanstelling aan de bazen van de DC-filmdivisie vroeg voor welke personages uit hun uitgebreide catalogus sowieso geen filmplannen waren, waarna hij zichzelf de uitdaging gaf van deze restjes toch een smakelijke maaltijd te bereiden. Dat dit hem lukt, komt doordat hij het plot met de nodige luchtigheid behandelt, maar de personages van voldoende menselijkheid voorziet. Ditmaal dus geen visuele profielen die moeten laten zien hoe excentriek de teamleden wel niet zijn, maar gewoon normale introductiescènes en vervolgens heldere karakterisering door hoe deze personages omgaan met de omstandigheden en elkaar.

Hoewel het best aannemelijk is dat Gunn is ingehuurd op basis van zijn Guardians of the Galaxy-films, heeft het slagen van The Suicide Squad vooral te maken met zijn vroegere werk. Gunn begon zijn filmcarrière immers bij het in exploitatieve horror gespecialiseerde Troma Entertainment. En uit die ervaring kan hij voor The Suicide Squad een stuk meer uit putten dan voor zijn familievriendelijke Guardians of the Galaxy-films. Houd dus rekening met een uiterst bruut en soms zelfs ronduit grotesk spektakel waarin niet wordt gekeken op een lijk meer of minder. Wellicht zal deze geweldsorgie niet iedereen zal kunnen behagen, maar eenieder die wel wat gewend is mag zich verheugen op een uitzinnig bloederig feestje.

Hoewel alle elementen een herkomst hebben in de DC-strips, voelt The Suicide Squad zelden als een filmversie van een superheldenwereld. Gunns eclectische mix van extreem geweld, bizarre personages, absurdistische taferelen, nihilistische lol en ongemakkelijke bodyhorror, waarin en passant ook buitenaards leven, Amerikaans imperialisme en nazi-experimenten de revue passeren, doet misschien nog wel het meest denken aan de animatieserie Rick and Morty. Qua toon valt het allemaal nauwelijks te rijmen met andere DC-films (met uitzondering van Birds of Prey misschien), maar het idee van een consistent gedeeld filmuniversum was met de eerste Suicide Squad toch eigenlijk al een gepasseerd station. DC blijft wellicht een zwalkend schip, maar dat de daaruit geboren noodzaak te experimenteren kan klaarblijkelijk in interessante films resulteren. Het is immers onwaarschijnlijk dat Gunn ergens anders de vrijheid zou hebben gekregen om voor bijna tweehonderd miljoen zo'n compromisloze blockbuster te maken.