Superkat Maurice
Recensie

Superkat Maurice (2022)

Eerste bioscoopfilm gebaseerd op Terry Pratchetts schrijfwerk is enkel voor jonge kijkers die zijn boeken nog niet kunnen lezen.

in Recensies
Leestijd: 4 min 56 sec
Regie: Toby Genkel, Florian Westermann | Scenario: Terry Rossio | Cast (stemmen): Wiebe-Pier (Superkat Maurice), Nasrdin Char (Mees), Georgina Verbaan (Olivia), Patrick Martens (Gevaarlijke Bonen), Plien van Bennekom (Perzik), e.a. | Speelduur: 93 minuten | Jaar: 2022

Hoewel de Schijfwereld-boeken van Terry Pratchett al decennialang zeer geliefd zijn, wil het maar niet lukken ze naar het grote scherm te brengen. Er zijn weliswaar wat televisieproducties geweest, maar geen van de pogingen om een van de eenenveertig boeken uit Pratchetts komische fantasyreeks te vertalen naar het witte doek heeft vrucht afgeworpen. Althans, tot nu. Want met het geanimeerde Superkat Maurice verschijnt dan toch eindelijk een eerste bioscoopfilm gebaseerd op het schrijfwerk van Pratchett. Dat we het met deze duffe titel moeten doen terwijl het bronmateriaal hier werd uitgebracht als Mirakelse Maurits en zijn Gestudeerde Knaagdieren is veelzeggend.

Dat de Schijfwereld-boeken zich zo moeilijk laten verfilmen is vooral opvallend omdat ze doorgaans redelijk op zichzelf staan. De verhalen zijn weliswaar gesitueerd in dezelfde wereld, maar er is zelden voorkennis vereist om ze te kunnen begrijpen. Doorgewinterde fans steggelen dan ook al jaren over de ideale leesvolgorde van deze reeks, want het is zeker niet noodzakelijk om bij boek één te beginnen. Voor een film kan die toegankelijkheid goed werken omdat je als kijker, in tegenstelling tot veel andere fantasyfilms, niet eerst een halfuur lang wegwijs hoeft te worden gemaakt.

Die lage instapgraad is merkbaar in Superkat Maurice, dat zich afspeelt op de Schijfwereld maar niet bijster veel connecties heeft met elementen uit andere verhalen. En wanneer die er wel zijn, kunnen ze voor nieuwkomers eenvoudig genoeg worden uitgelegd. Je hoeft dus niet vertrouwd te zijn met alles omtrent de Gesloten Universiteit van Ankh-Meurbork om te bevatten dat er een tovenaarsacademie bestaat waarvan het magische afval enkele hongerige ratten een grote intelligentie en spraakvermogen heeft gegeven.

Deze ratten hebben de poten ineengeslagen met de eveneens pratende kat Maurice en een jongeman genaamd Mees. Samen reizen ze van plaats naar plaats om een rattenplaag te simuleren, waar de charismatische kat en de fluit spelende 'rattenvanger' voor een schappelijke vergoeding de plaatselijke bevolking graag van verlossen. Die zwendel blijkt een stuk lastiger uit te voeren wanneer het gezelschap terechtkomt in een stadje dat geheel vrij lijkt te zijn van ratten, maar waar vreemd genoeg toch steeds al het voedsel verdwijnt.

Dat Pratchetts boeken zich lastig laten verfilmen komt mogelijk ook door zijn markante gevoel voor humor. Veel van zijn werk persifleert de conventies van het fantasygenre en is doorspekt met subtiele verwijzingen en koddige woordspelingen. Dergelijke charmes werken doorgaans een stuk beter op papier dan op het scherm. Wellicht is dat de reden dat de makers van Superkat Maurice zich niet te veel blindstaren op het bronmateriaal en vooral mikken op een familievriendelijke animatiefilm. Wellicht een slimme keuze, maar het levert helaas wel een film op zoals er al talloze bestaan.

Het enige waarmee de film enigszins afwijkt is dat Mees ondanks zijn oplichterswerk geen gladde praatjesmaker is, maar juist een zeer bedeesd type. Iets te bedeesd eigenlijk, want hij heeft opvallend weinig persoonlijkheid. Aanvankelijk lijkt dat niet echt een probleem, totdat hij ineens wordt overschaduwd door de energieke Olivia, die zich bij het gezelschap aansluit om het mysterie van haar stadje op te lossen en tussendoor ook nog even als vierdewanddoorbrekende verteller fungeert.

Deze boekenverslinder legt een grote kennis van verhaalconventies aan de dag, waarmee enigszins wordt aangehaakt op Pratchetts satire, maar behalve wat flauwe humor en een lichtelijk irritante zelfbewustheid voegt dit element maar weinig toe. Het verhaal bevat namelijk geen onverwachte wendingen en speelt ook niet met de verwachtingen van de kijker. Opvallend genoeg prijkt Terry Rossio als scenarist op de aftiteling, die eerder (mede)verantwoordelijk was voor de scripts van Aladdin, Shrek en de Pirates of the Caribbean-films. Van iemand met een dergelijke achtergrond zou je juist wel wat creativiteit in het schrijfwerk mogen verwachten.

Mocht het opvallen dat de titelfiguur nog nauwelijks genoemd is: dat is niet zonder reden. Maurice is als personage namelijk opvallend onderontwikkeld. Wat er zo super aan hem is blijft dan ook een raadsel. Ja, hij kan praten en heeft intelligentie, maar dat geldt net zo goed voor de vele ratten die hem omringen. Uiteindelijk gaat het verhaal dan ook vooral over hen en speelt Maurice eerder een veredelde bijrol.

Neemt niet weg dat de plotlijn over die ratten soms ook maar een beetje halfbakken is. Er is weinig introspectie over hun nieuwverworven intelligentie en hoe die hen heeft veranderd, terwijl er zo nu en dan wel wordt gesuggereerd dat dat een thema is. De ratten willen een eigen plekje (het is de reden waarom ze in zee zijn gegaan met Maurice en Mees), maar krijgen dat niet zomaar aangereikt. Waarschijnlijk vanwege de slechte reputatie van ratten, maar dat element wordt ook maar weinig verkend. Ratatouille deed daar bijvoorbeeld een stuk meer mee.

De animatie is gelukkig nog best aardig, al spat de creativiteit er niet bepaald vanaf. Met de gebroeders Grimm als voornaamste inspiratiebron (het verhaal geeft een draai aan De Rattenvanger van Hamelen) oogt de omgeving precies zoals je kunt verwachten en de personages (zowel de menselijke als de dierlijke) zien eruit zoals je ze al twintig jaar in 3D-animatiefilms ziet. Een enkele keer lijkt een personage te zijn opgetrokken uit hoogst ongebruikelijke vormen, totdat je beseft dat men iets te goed heeft afgekeken bij de animatiefilms van Tim Burton en Henry Selick.

De curieuze fantasy van Pratchett had dan ook baat gehad bij de creativiteit van dergelijke regisseurs of die van interessante animatiestudio's zoals Laika of Cartoon Saloon. Maar Superkat Maurice is er nou eenmaal niet op uit om grenzen te verleggen, maar enkel anderhalf uur kindvriendelijk vermaak te bieden. In die hoedanigheid kwijt de film zich best redelijk van zijn taak. Meer functioneel dan creatief dus. Jonge kijkers zullen zich er dus mogelijk prima mee vermaken, maar de kans is klein dat ze over twintig jaar met warme nostalgische gevoelens op deze film terug zullen kijken.