In the Land of Saints and Sinners
Recensie

In the Land of Saints and Sinners (2023)

Een huurmoordenaar wil in het Ierland van de jaren zeventig graag met pensioen, maar zijn de bloederige conflicten ooit afgelopen?

in Recensies
Leestijd: 5 min 9 sec
Regie: Robert Lorenz | Scenario: Mark Michael McNally, Terry Loane | Cast: Liam Neeson (Finbar Murphy), Kerry Condon (Doireann McCann), Jack Gleeson (Kevin Lynch), Ciarán Hinds (Vincent O'Shea), e.a. | Speelduur: 106 minuten | Jaar: 2023

In the Land of Saints and Sinners schittert Liam Neeson als de vermoeide huurmoordenaar Finbar Murphy, die in een klein dorpje aan de Ierse kust woont. We bevinden ons in de jaren zeventig waarin de IRA volop actief is en de verdeeldheid onder de bevolking sterk voelbaar is. Er is veel kwaad bloed gezet en er zijn veel losse eindjes. Finbar vindt het wel welletjes geweest met het maken van slachtoffers en wil zijn geweer aan de muur hangen. De beste man wil niets liever dan met pensioen. Bij het kruidenierswinkeltje murmelt de huurmoordenaar dat hij komt voor zaadjes, omdat hij wil leren tuinieren. Het loopt allemaal net even anders.

De ruigheid van het landschap reflecteert in de groeven van de gezichten van het handjevol bewoners van het kustdorpje Glencolmcille. De beelden van Ierland zijn prachtig en het landschap komt in volle glorie uit de verf. Er zijn prachtige vergezichten van de glooiende groene heuvels en de slaande golven bij de ongerepte kust. De smalle straten met hun afbrokkelende muurtjes en middeleeuwse kiezelsteentjes worden authentiek in beeld gebracht. Het achtergronddecor bestaat uit details zoals een verstofte boekwinkel met blauwe luiken. Liam Neeson voelt zich er als Noord-Ier duidelijk helemaal thuis.

De film verloopt zo rustig als een detective; de toon is voornamelijk reflectief. Liam Neeson speelt zijn personage zo sympathiek dat je hem eigenlijk meteen vergeeft dat hij een huurmoordenaar is geworden. Er zit een rustieke tweeslachtigheid in de doorgewinterde zestiger. Enerzijds kan hij mensen koelbloedig neerschieten, anderzijds weet hij precies wat wel en niet gepast is als hij dineert bij zijn buurvrouw en haar doodzieke man. Dat hij haar nogal gloedvol aankijkt en eigenlijk een oogje op haar heeft is duidelijk, maar hij is zich er ook van bewust dat het in deze situatie niet netjes is om haar te versieren. Hij leert geduldig aan de centrale wijkagent Vincent O'Shea om raak te schieten. Hij babbelt vaderlijk met zijn buurmeisje Moya en zorgt goed voor zijn kat. Hij is een rots in de branding voor zijn omgeving en kortom een sympathieke en vriendelijke vent.

Finbar is echter de ultieme belichaming van Dr. Jekyll en heeft ook een duistere Mr. Hyde-kant. Hij verbergt namelijk een compleet eigen begraafplaats aan slachtoffers. Hij heeft het grafperk in een afgelegen gebied aangelegd en bij ieder slachtoffer een struikje geplant dat uitgroeit tot een boom. Het is dit vertoon van 'opgeruimdheid' en 'netheid' (zijn slachtoffers mogen nog twee minuten iets zeggen, als timer heeft hij een eierwekker) dat hem tragisch maakt: een huurmoordenaar die zijn slachtoffers een verzorgde uitvaart wil bieden en met een betrokken gezicht de trekker overhaalt. Een van zijn laatste slachtoffers adviseert hem om dan in godsnaam nog iets goeds met zijn leven te doen.

Zijn enige collega in Glencolmcille, de onstuimige jonge Kevin Lynch (voortreffelijk gespeeld door Jack Gleeson, die de rusteloosheid van pestkoppen ook goed verstond als Joffrey in Game of Thrones) is meer wat je van een huurmoordenaar verwacht. Aanvankelijk lijkt Kevin een opgeschoten, onvoorspelbaar en bloeddorstig ventje. Van medemenselijkheid of empathie heeft hij geen last. Finbars baas protesteert dat Finbar niet met pensioen kan omdat hij dan alleen met dat ongeleide projectiel achterblijft.

Er is frictie tussen de twee. Finbar neemt zijn vak serieus en concludeert op een vaderlijke maar boze manier dat deze jonge hond respectloos en niet goed bij zijn hoofd is. Kevin confronteert Finbar met diens cognitieve dissonantie. Volgens hem verschuilt Finbar zich achter het decorum van een uitvaartonderneming, maar hoeveel mensen heeft hij ondertussen wel niet vakkundig doodgeschoten? Of zoals Kevin (na een preek van Finbar over het behoud van menselijke waardigheid) opmerkt: er groeit op die begraafplaats inmiddels een heel bos.

Het is vooral de dynamiek tussen Finbar en Kevin die deze film zijn diepgang geeft. Finbar is door al het bloedvergieten een donkere rivier van binnen terwijl Kevin eigenlijk nog een stromend beekje is. Het verschil tussen daders en slachtoffers is diffuus. Het blijkt allemaal niet zo eenvoudig of zwart-wit te zijn in de eindeloze cirkel van wederzijdse vergelding. Tegelijkertijd is het niet Finbars verleden dat hem van zijn pensioen houdt, maar een gebeurtenis in het heden waarmee hij zich bemoeit. Er zijn geen skeletten die in zijn kast rammelen, geesten die op hem jagen of nabestaanden die zich willen vergelden, waardoor hij niet meer rustig slaapt. De film zou spannender en ingewikkelder zijn geweest als dit wel het geval was geweest. De dreiging komt van drie IRA-leden die na het plegen van een aanslag naar Glencomille zijn gevlucht. Ze zijn gloednieuw in het leven van Finbar, maar de prutsers bieden amper partij.

De verhaallijn is uiteindelijk maar dun gesponnen en kent weinig onverwachte wendingen. De opgefokte badguys zijn vooral opgefokte badguys, de vriendelijke buurvrouw blijft beperkt tot de vriendelijke buurvrouw. De gewetenswroeging van Finbar krijgt geen passende ontknoping. Zijn opgestapelde geheimen, die het uitgangspunt van de film leken te zijn, komen ook niet aan het licht. Er is geen terugkeer van alles wat Finbar heeft verstopt. Dat vergeef je de makers vooral door de kracht van de acteurs, die de personages met al hun tekortkomingen en kwetsbaarheden heel menselijk neerzetten.

Een grappig detail is dat de kat van Finbar voortdurend in veiligheid wordt gebracht. Hij is vaak in huis bij de voormalige huurmoordenaar, aanwezig wanneer de IRA-leden inbreken, valt als logé in slaap op de schoot in de woning van Kevin en wordt uiteindelijk als cadeautje bij het buurmeisje Moya gebracht. Hij heeft nooit een naam gekregen en ze vindt hem typisch een Séan. De meeste thrillers en detectives nemen niet de tijd om de vraag te beantwoorden of de huisdieren wel buiten schot blijven.

De geschiedenis van Ierland met zijn bloederige conflicten wordt niet uitgediept maar dat is ook niet nodig, precies op het juiste moment verschijnt de kerk in beeld. Een harmonieuze haven, een eindeloze splijtzwam, een bron van rust en onrust. Wie zich in de sfeervolle folklore van Ierland wil verliezen, kan bij In the Land of Saints and Sinners zijn geluk niet op.