Bob Marley: One Love
Recensie

Bob Marley: One Love (2024)

Geen legendarische en onovertroffen biopic voor de legendarische en onovertroffen Bob Marley.

in Recensies
Leestijd: 2 min 48 sec
Regie: Reinaldo Marcus Green | Scenario: Terence Winter, Frank E. Flowers, Zach Baylin, Reinaldo Marcus Green | Cast: Kingsley Ben-Adir (Bob Marley), Lashana Lynchj (Rita Marley), James Norton (Chris Blackwell), Daniel Melville Jr. (Norval Marley), Sevana (Judt Mowatt), Hector Lewis (Carlton Carly Barrett), Tosin Cole (Tyrone Downie), e.a. | Speelduur: 104 minuten | Jaar: 2024

Op 11 mei 1981 kwam Bob Marley op veel te jonge leeftijd te overlijden aan de gevolgen van kanker. De Jamaicaanse muzikant is tot vandaag de dag een van de belangrijkste vertolkers van de reggae, de door een syncopisch ritme gekenmerkte muziekstijl. Marley was bovendien een verbinder, in een tijd dat dit nog geen leeg modewoord was. Zijn teksten gingen over vrede, het overbruggen van verschillen en het manifesteren van innerlijke kracht.

Er zijn al meerdere films en documentaires gemaakt over het leven van Marley. Regisseur Reinaldo Marcus Green doet er nog een schepje bovenop. Of hij iets toevoegt valt te betwijfelen. In een groot charmeoffensief - alsof Marley dat nodig heeft - licht de filmmaker een periode in Marleys leven uit waarin hij steeds meer een politieke figuur dreigde te worden. Voor het eerst sinds de afhankelijkheid van Jamaica dreigde het eiland halverwege de jaren zeventig namelijk in een burgeroorlog te belanden.

Marley dacht er goed aan te doen zijn vredesboodschap uit te dragen door een concert te geven om alle Jamaicaanse neuzen weer dezelfde kant op te krijgen. Het werd hem echter te heet onder de voeten nadat hij ternauwernood aan een moordaanslag ontsnapte. Terwijl vrouw Rita met hun kinderen naar familie in het Amerikaanse Delaware vertrekt, reist Marley met zijn overgebleven Wailers naar Londen.

Hier neemt Marley zijn fameuze negende album Exodus op, een alom bejubelde plaat die de artiest tot een wereldster maakte. Green laat de muziek de boventoon voeren door Marley in jamsessies uit te laten barsten en de ontstaansgeschiedenis van zowel het titelnummer van het album als de titel van deze biopic in beeld te brengen. Het moet gezegd dat Marley-vertolker Kingsley Ben-Adir een brok charisma is en de zanger vol overtuiging neerzet. Overigens horen we alleen in de wat verstildere momenten de stem van Ben-Adir; de rest is het oorspronkelijke stemgeluid van Marley.

De Brit had echter een betere film verdiend om zijn acteerkunsten in te vertonen. We worden middenin de Jamaicaanse chaos gedropt, waar Marley al een ware volksheld is, maar kennelijk ook tegenstanders kent. De maatschappelijke situatie, waarin rastafari's minderwaardig zijn, wordt slechts op schamele wijze aangestipt. Ook het feit dat Marley leed onder zijn onbekende witte vader en dat hij eigenlijk nergens echt bij hoorde wordt vrijwel genegeerd.

Het vierkoppige schrijversteam maakt er bovendien een behoorlijk potje van door de grossieren in onzorgvuldigheid en soms zelfs nalatigheid. Zo komt een ruzie tussen Bob en vrouw Rita tijdens een promotietour in Parijs compleet uit de lucht vallen. Dat er een boel speelde tussen de echtlieden moeten we kennelijk uit deze scène afleiden. Jammer dat het conflict niet beter is ingebed en ingeleid, want op dramatisch vlak is het een van de weinige hoogtepunten.

Er is zeker een boel liefde gaan zitten in deze zwalkende biopic, mede geproduceerd door Marleys zoon Ziggy en Brad Pitt, maar de verwoede pogingen om een levensverhaal nu eens anders dan anders te vertellen gaat de productie al snel in de weg zitten. Voor de liefhebbers van Marleys muziek is het goede nieuws dat deze uitgebreid door de bioscoopspeakers knalt.