Hasta La Vista
Recensie

Hasta La Vista (2011)

Deze Vlaamse roadmovie over drie gehandicapte vrienden laat de perfecte mix van humor en drama zien. Ruw en direct, met bovenal veel zelfspot.

in Recensies
Leestijd: 2 min 45 sec
Regie: Geoffrey Enthoven | Cast: Robrecht Vanden Thoren (Philip), Gilles De Schryver (Lars), Tom Audenaert (Jozef), Isabelle de Hertogh (Claude), e.a. | Speelduur: 115 minuten | Jaar: 2011

Heilige huisjes zijn er om omver getrapt te worden en taboes moet je doorbreken. De beste tactiek hiervoor is een flinke dosis humor, waarbij zelfspot wellicht nog het doeltreffendst is. Wij zijn er in ons land best goed in, maar onze zuiderburen kunnen er ook wat van. De laatste jaren komen er bovendien ijzersterke films bij de Belgen vandaan. Zo bracht schrijver, regisseur en televisiemaker Nic Balthazar vier jaar geleden het uiterst integere en confronterende Ben X in de bioscopen, de verfilming van zijn eigen roman over de complexe belevingswereld van een autistische jongen.

Balthazars regiedebuut was niet echt geschikt materiaal om vol te proppen met grappen en grollen. Daarvoor is Hasta la Vista, waarin de fysiek gehandicapte centraal staat, op papier een betere kandidaat. Er zijn grote overeenkomsten aan te wijzen tussen de twee Vlaamse producties. Beide behandelen heftige onderwerpen, waarbij de outsiders moeten vechten tegen de boze onbegripvolle buitenwereld. Er wordt respectvol met de thematiek omgesprongen, zonder om de hete brij heen te draaien. De werkelijkheid is meedogenloos en het heeft weinig zin de zaken rooskleuriger voor te stellen dan ze zijn.

Dit betekent echter niet dat je geen lol kan hebben. In het leven van de drie vrienden Lars, Philip en Jozef draait het hoofdzakelijk om twee dingen: wijn en lust. Er is echter een klein probleempje: ze moeten alle drie met hun handicap zien om te gaan. Hierdoor vangen ze niet zomaar even de aandacht van al het vrouwelijk schoon dat hen in groten getale omringt. Lars is door een tumor in een rolstoel beland, Philip is al zijn hele leven verlamd en Jozef is nagenoeg blind. Het vriendenclubje weigert nog langer als maagd door het leven te gaan en zet het plan op om naar een bordeel in Spanje af te reizen. Ze moeten alleen nog even hun ouders zien te overtuigen dat ze best alleen op stap kunnen. Het is bovendien een heel gedoe om vervoer en een chauffeur te regelen.

Hasta la Vista wegzetten als ‘American Pie met gehandicapten’ is te gemakkelijk, al lijkt regisseur Geoffrey Enthoven hier in de aftrap nog wel op aan te sturen. De drie hoofdpersonen zijn hiervoor te gelaagd en bovendien niet altijd even sympathiek. Vooral Philip kan soms ronduit irritant en onuitstaanbaar uit de hoek komen. Er wordt geregeld gespot met de handicaps, maar deze worden naarmate de roadmovie vordert steeds meer bijzaak. Enthoven heeft een komisch drama willen maken dat draait om de vriendschap tussen drie zeer uiteenlopende jongens. Hun fysieke beperkingen vormen ‘slechts’ een extra horde, die hun band alleen maar hechter maakt. Frustraties hopen zich op en zetten de verhoudingen op scherp.

Of het eindstation Spanje nog wordt gehaald gaat er steeds minder toe doen. Oponthoud in de vorm van overbezorgde ouders, ongelukjes en meningsverschillen voeden het verhaal telkens met nieuwe invalshoeken. Daarnaast is er de geniale toevoeging van de eigengereide chauffeur Claude die een onverwacht interessante ontwikkeling doormaakt en zo de drie jongens perfect aanvult. Hasta la Vista past feilloos in het rijtje recente Vlaamse komedies als Ex Drummer, Aanrijding in Moscou en De Helaasheid der Dingen. Hij is in elke denkbare discipline waarachtig. Zoals alleen de Belgen dat kunnen.