Dope
Recensie

Dope (2015)

Het woord 'dope' heeft grofweg drie betekenissen: drugs, sufferd en gaaf. Alle drie zijn van toepassing op de gelijknamige film.

in Recensies
Leestijd: 3 min 1 sec
Regie: Rick Famuyiwa | Cast: Shameik Moore (Malcolm), Kiersey Clemons (Diggy), Tony Revolori (Jib), Blake Anderson (Will), Zoë Kravitz (Nakia), e.a. | Speelduur: 103 minuten | Jaar: 2015

De tienertijd is voor praktisch iedereen de periode waarin je als persoon wordt gevormd. Het is een fase waarin je nauwelijks bezig bent met je verleden, mogelijk enigszins met de toekomst, maar vooral met het heden. De tijdsgeest kan zodoende heel aardig worden afgelezen aan de leefstijl van de huidige generatie tieners. Dat in ogenschouw nemend maakt duidelijk hoe knap Dope de kijker in de eerste minuten op het verkeerde been zet. Door het in beeld brengen van de drie hoofdpersonages wordt namelijk de indruk gewekt dat de film zich afspeelt in de vroege jaren negentig. Echter, al gauw blijkt de vork iets anders in de steel te zitten. Dat drie tieners eruitzien alsof ze op hun BMX'jes zijn weggereden uit een N.W.A.-videoclip, komt doordat deze hedendaagse geeks een dusdanig grote interesse hebben in hiphop van de jaren negentig dat ze hun imago eraan ontlenen.

Een interessante vorm van nostalgie, want hoewel ze alle drie in de nineties zijn geboren, hebben ze dit decennium nooit bewust meegemaakt. Hen rest enkel de overlevering via zwarte popcultuur. Gelukkig zijn ze slim genoeg om zich hier niet geheel door te laten leiden. Hoewel afkomstig uit een overwegend zwarte achterstandswijk die ooit de voedingsbodem was voor hiphop, hebben zijzelf totaal geen interesse in de excessen waarmee deze cultuur sindsdien vergroeid is geraakt. Voor hen dus geen leven op straat met drugs, wapens en bling, maar simpelweg een veilig binnenshuis bestaan met computers, muziek en stripboeken. Ze ontrekken zich van het machismo dat op de straten van Inglewood de dienst uitmaakt en verkiezen het buitenbeentjesbestaan, hopend dat hun goede schoolresultaten volstaan om aangenomen te worden op een prestigieuze universiteit. Maar hoe goed ze ook hun best doen, uiteindelijk ontsnappen weinigen eraan een product van hun omgeving te zijn.

Neemt niet weg dat hun veilige imago ze op momenten de hand boven het hoofd houdt. Hoofdpersoon Malcolm is zelfs een dusdanig brave hendrik dat wanneer bij het betreden van zijn school het controlepoortje begint te piepen en een drugshond begint te blaffen, de aanwezige beveiliger direct vermoedt dat beide beveiligingssystemen iets mankeren. Dat de jongeman verboden spullen in zijn rugzak heeft, is een gedachte die niet eens bij hem opkomt. Toch is dat ondenkbare precies het geval: door een samenloop van omstandigheden worden Malcolm en zijn vrienden opgescheept met een grote hoeveelheid drugs en om de juiste mensen te vriend te houden, moeten ze de hele partij zien te verkopen. Ze zijn echter niet bepaald 'van de straat', dus nemen ze voor het oplossen van het probleem de toevlucht tot meer geek-georiënteerde middelen.

Dope weet zich op aangename wijze te onderscheiden van gebruikelijke bloedserieuze achterstandswijkdrama's als Boyz n the Hood. Er wordt weliswaar bij stilgestaan dat Malcolms leefomgeving voor velen een uitzichtloos bestaan biedt, maar daar eindigt het gelukkig niet mee. Er is voor deze personages wel degelijk hoop, zolang ze zich maar niet van de wijs laten brengen. De situaties waarin zij belanden, zijn vooral komisch van aard, wat in combinatie met de energieke montage eerder de associatie oproept met het vroege werk van Guy Ritchie dan dat van Spike Lee. De trekjes van laatstgenoemde duiken in de slotscène helaas toch even op, wanneer onverhoeds het thema van hedendaags racisme wordt aangesneden, maar alles wat aan die misstap voorafgaat, voelt dusdanig fris dat het zowaar als een milde verrassing komt dat de regisseur van dienst niet eens een jonge hond is, maar een veertiger die al enige tijd meedraait in Hollywood.