I, Frankenstein
Recensie

I, Frankenstein (2014)

Deze comicverfilming van de makers van Underworld slaat op essentiële punten de plank mis. En mist humor.

in Recensies
Leestijd: 2 min 54 sec
Regie: Stuart Beattie | Cast: Aaron Eckhart (Adam), Yvonne Strahovski (Terra), Miranda Otto (Leonore), Bill Nighy (Naberius), Jai Courtney (Gideon), e.a. | Speelduur: 93 minuten | Jaar: 2014

De vier klassieke filmmonsters – het monster van Frankenstein, de vampier, de weerwolf en de mummie – vierden hun grootste successen in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw. Daarna volgden vele (re)incarnaties, waarbij telkens weer een andere draai aan de klassieke verhalen van onder andere Bram Stoker en Mary Shelley werd gegeven. Vampiers zijn door toedoen van televisieseries en films als True Blood en de Twilight-reeks alweer een tijdje in de mode. Het monster dat gecreëerd werd door de excentrieke wetenschapper Victor Frankenstein daarentegen heeft sinds het verschijnen van Mary Shelley's Frankenstein in 1994 onder regie van Kenneth Branagh niet meer een groot bioscooppubliek bereikt. De comicverfilming I, Frankenstein van de makers van de Underworld-reeks doet opnieuw een poging, maar heeft op het hoofdpersonage na eigenlijk geen donder met het klassieke verhaal te maken.

Het met lichaamsdelen in elkaar geflanste en tot leven gewekte schepsel heeft het twee eeuwen lang in zijn eentje moeten zien te rooien. Als 'levens'-doel heeft het heerschap zich het verdrijven van bovennatuurlijk gespuis gesteld. Als hij in een aftandse kathedraal oog in oog komt te staan met een groep gargouilles besluit hij aan de zijde van deze waterspuwers de strijd tegen de demonen aan te gaan. De koningin van de gargouilles besluit het monster de toepasselijke naam Adam mee te geven. Ondertussen is de leider van de demonen, de sluwe Naberius, met zijn wetenschappers bezig het kunstje van dokter Frankenstein te herhalen. Wetenschapster Terra komt steeds dichter in de buurt om het geheim van de onsterfelijkheid te ontdekken. Adam bevindt zich hierdoor in het brandpunt van de strijd tussen goed en kwaad.

I, Frankenstein is gebaseerd op een scenario en graphic novel van Kevin Grevioux, die ook meeschreef aan en meespeelde in diverse Underworld-delen. Grevioux komt best met een aantal originele vondsten op de proppen. Zo schiet de ziel van verslagen gargouilles naar de hemel en die van vernietigde demonen naar de hel. Het onderscheid tussen goed en kwaad is in Grevioux’ belevenis bovendien niet simpelweg zwart-wit. De interessantste aspecten zitten in het grijze gebied. Zo kunnen de waterspuwers behoorlijk gewelddadig zijn en zetten ze Adam onder druk om aan hun zijde mee te vechten. Op deze creatieve aspecten na, is I, Frankenstein een allegaartje van lui uitgewerkte concepten en ideetjes. De mens, hier veelal in de vorm van gedreven wetenschappers, heeft het nakijken en bevindt zich als dom wezen tussen twee strijdende partijen in.

Op het visuele vlak is dit fantasyvehikel al even dubieus. De actiescènes zijn snel gemonteerd en worden warrig in beeld gebracht. Ze lijken net als de grafische aankleding daarnaast zo weggeknipt te zijn uit een matige computergame. Het grootste euvel van deze Frankensteinverfilming, die bitter weinig met Shelleys boek te maken heeft, is echter het complete gebrek aan humor. Uitgerekend Bill Nighy is aangetrokken om de demonenschurk Naberius vorm te geven. Je zou verwachten dat Nighy zich helemaal zou uitleven in zijn rol en er flink op los zou schmieren. Zijn vertolking is mat en de Britse acteur onwaardig. Om over de betrokkenheid van hoofdrolspeler Aaron Eckhart in de titelrol nog maar te zwijgen. Hij heeft werkelijk niets te zoeken in dit alles. Het is tekenend voor I, Frankenstein: het is het allemaal nét niet. En als klap op de vuurpijl wordt de film ook nog eens afgesloten met een pathetische voice-over.