Blue Jasmine
Recensie

Blue Jasmine (2013)

De zesenveertigste Allen is een lichtdramatische, lichtkomische middenmotor over een getroebleerde vrouw die haar verwoeste leven weer op de rit probeert te krijgen.

in Recensies
Leestijd: 3 min 43 sec
Regie: Woody Allen | Cast: Cate Blanchett (Jasmine), Alec Baldwin (Hal), Sally Hawkins (Ginger), Bobby Cannavale (Chili), Peter Sarsgaard (Dwight), e.a. | Speelduur: 98 minuten | Jaar: 2013

Er zijn van die prettige zekerheden in het leven en één ervan is dat elke Woody Allen-film begint met het witte lettertype Windsor op een zwarte achtergrond, vergezeld van een jazzy deuntje. Woody Allen draait al bijna vijftig jaar mee als één van de meest karakteristieke filmmakers en hij peinst er niet over om achter de geraniums te gaan zitten. Zelf heeft hij aangegeven dat hij de drive om te blijven werken nodig heeft om te kunnen bestaan. Decennialang was het werk van Allen verweven met The Big Apple. Op New York is hij nooit uitgekeken geweest, maar onder meer ingegeven door financiële motieven besloot de regisseur zijn vleugels uit te slaan door te gaan filmen in Europese steden als Londen, Barcelona, Rome en Parijs. De wereldsteden verwelkomden Allen maar al te graag en vonden het dan ook geen probleem om te investeren in zijn films. Een betere pr kun je je als stad niet wensen, zelfs met het typische Woody Allen-sfeertje. Na zijn avontuur met To Rome with Love keert Allen terug naar Amerikaans grondgebied. Wel zoekt hij dit keer de westkust op. San Francisco welteverstaan.

Zelfs als hij er zelf niet in meespeelt, kun je in elke film uit de Woody Allen-encyclopedie wel een personage vinden dat de neuroot uithangt. In de openingsscène wordt al duidelijk dat het hier de titelfiguur Jasmine betreft die de oren van het hoofd van een bejaarde medepassagier kletst. Ja, Jasmine praat graag en vooral veel over zichzelf. Het is een getroebleerde en ernstig getraumatiseerde vrouw die na een miserabel huwelijk met een overspelige zakenman geen nagel meer heeft om haar kont te krabben. Toch vliegt Jasmine businessklas (want economy is ondenkbaar) naar haar volkse zus Ginger in San Francisco. Het zijn eerder de omstandigheden en de enorme financiële en emotionele crisis waarin ze verkeert dan een intense zusterliefde die Jasmine naar Californië doen afreizen. Toch heeft Ginger een goede invloed op haar oudere zus, want ze zet haar aan om haar eigen levensdoel en lot na te streven. Jasmine ziet het wel zitten om een online opleiding binnenhuisarchitectuur te doen. Maar dan moet ze wel met een computer kunnen omgaan, dus volgt ze eerst daar een cursus voor. Prima te combineren met een baantje als tandartsassistente.

Allen wisselt de belevenissen en aanpassingsproblemen van Jasmine af met scènes uit haar huwelijk met magnaat Hal. Ook in New York was Jasmine allesbehalve gelukkig. Maar daar had ze tenminste nog het geld en een weldadig jetsetleventje om dit alles te verdoezelen en dragelijk te houden. Allen zou zichzelf verloochenen als hij de thematiek te dramatisch en zwaar had aangezet. In de voor hem kenmerkende stijl weet hij de sores van Jasmine met veel theatraal zelfmedelijden te omgeven. De vrijgezelle vrouw leeft op Xanax en kan onmogelijk aarden in haar nieuwe sociale milieu, waarvoor ze zich veel te goed voelt. De vriendjes van Ginger zijn in Jasmines ogen simpele zielen op wie ze overkomt als een verwende snob. Het zorgt voor leuke contrasten, maar een beetje Keeping Up Appearances is het allemaal wel. Juist door San Francisco te contrasteren met de sociale elite van New York wordt duidelijk dat wie voor een dubbeltje geboren is nooit een kwartje zal worden.

De diepgang zoekt Allen in zijn zesenveertigste speelfilm nergens op. De relationeel complexe thema’s behandelde hij op geheel eigen wijze in de hoogtijdagen van Annie Hall en Manhattan, maar dit is een Allen die we sinds Match Point eigenlijk niet meer gezien hebben. Er worden in de afsluitende akte nog wel wat pogingen tot verdieping ondernomen als Jasmine de boel een beetje op de rit begint te krijgen en op een feestje een welgestelde man tegen het lijf loopt. Het is een relatie die gedoemd is te mislukken en de uitwerking ervan valt wat uit de toon met alle luchtige beslommeringen die eraan voorafgingen. Gelukkig heeft de markante filmmaker de flauwe komedies die de jaren negentig tekenden ver achter zich gelaten. Blue Jasmine is een degelijke Woody Allen, maar het is tevens een middenmoter die niet de boeken in zal gaan als een meesterwerk. Maar wat is Cate Blanchett ongekend briljant als een gekwelde vrouw die zo ver heen is dat ze de ironie van haar eigen omstandigheden niet meer kan inzien. Gelukkig hebben we de regisseur om ons daarvan te doordringen.