Recensie

World War Z (2013)

Deze wel heel vrije boekverfilming herschrijft het zombiegenre weliswaar niet, maar biedt voldoende actie en spanning. De plaatjes en visuele effecten springen er het meest uit.

in Recensies
Leestijd: 4 min 4 sec
Regie: Marc Forster | Cast: Brad Pitt (Gerry Lane), Mireille Enos (Karin Lane), Fana Mokoena (Thierry Umutomi), Daniella Kertesz (Segen), e.a. | Speelduur: 116 minuten | Jaar: 2013

Zeven jaar geleden herschreef de Amerikaanse auteur Max Brooks het zombiegenre. In zijn World War Z werd een globale virale uitbraak die zo'n beetje de hele mensheid uitvaagde vanuit verschillende invalshoeken en door middel van interviews met betrokkenen belicht. Voer voor Hollywood, dus Brad Pitt dook er met zijn productiemaatschappij Plan B Entertainment meteen bovenop. Een miljoenendeal later waren de Amerikanen eveneens een toekomstige productiehel rijker. Het script van de 190 miljoen dollar kostende boekverfilming moest compleet worden herschreven en bijgeschaafd. Op het laatste moment moesten scènes worden omgegooid, verplaatst, aangepast en toegevoegd. De verschijningsdatum werd meerdere keren uitgesteld. De filmhistorie leert dat dit soort gerotzooi doorgaans weinig goeds belooft. Het is met Wereldoorlog Z toch nog wel een beetje goed gekomen, al hebben de makers de potentie ervan flink onderschat.

Wat er van de oorspronkelijke plannen overeind is gebleven zullen we waarschijnlijk wel nooit te weten komen. Van het schrijfsel van Brooks zijn slechts de rudimenten bewaard gebleven. World War Z is in handen van het commerciële Hollywood een uitermate spannende, maar weinig intelligente actiethriller geworden waarbij het lot van de planeet in de handen van één man wordt gelegd. Gerry Lane, een voormalige hoge pief van de VN gespeeld door Pitt, rent de halve aardkloot op en neer op zoek naar een oplossing voor de mondiale uitbraak. Zijn team is er al snel achter dat de oorzaak voor de pandemie waarschijnlijk wel nooit gevonden zal worden en het overleven van de gedecimeerde mensheid is verworden tot Gerry's enige doch nobele doel. Van harte gaat het trouwens allemaal niet, want Gerry besluit de klus van zijn voormalige werkgever enkel te aanvaarden om zijn gezinnetje op een vliegdekschip te houden. Veilig weg van de agressieve zombiehordes.

Doorwrochte fans van de schrijfsels van Brooks kunnen deze verfilming door Mark Forster maar beter links laten liggen. Er is nagenoeg geen nadruk op de ecologische, sociologische en politieke impact die de pandemie veroorzaakt. Enkel in wat terzijdes is hier nog wat van te bespeuren. Zo heeft Noord-Korea geen last van de bijtgrage zombies, omdat het bewind er in krap een etmaal alle tanden uit de monden van de bevolking heeft geramd en heeft Israël tijdig een gigantische muur opgetrokken om het ondode gespuis buiten de deur te houden. Het clubje scenaristen, onder wie Drew Goddard, de regisseur annex schrijver van The Cabin in the Woods, laat enorme kansen schieten. Ze hadden met World War Z net als Brooks het filmgenre gesticht door George Romero kunnen herdefiniëren, voor zover 28 Days Later van Danny Boyle al niet deze eer ten beurt valt.

In plaats van een brede thematische opzet moeten we ons tevreden stellen met een uiterst vitale Pitt die als een kip zonder kop de planeet over crosst op zoek naar aanknopingspunten en laatste strohalmen. De aftrap in Philadelphia (in werkelijkheid gefilmd in het Schotse Glasgow) heeft nog het meest weg van een rampenplan van Roland Emmerich, maar vormt een prettig contrast met het militaristische middenstuk en afgewogen, haast wetenschappelijke slotstuk. Breed van opzet en toon is World War Z zeker, maar thematisch zaait het armoe. Ondanks de spectaculaire opening die geen seconde verspilt aan overbodige plotelementen of vreselijk omslachtige theorieën, komt de mondiale zombieoorlog pas echt van de grond als Lane zijn gezinnetje heeft gedropt en met een bioloog op veldexcursie mag.

Afgezien van het veel te eenduidige en eenvoudige plot scoort Forster veel punten op het visuele vlak en met zijn groots opgezette actiescènes. De enorme kuddes moordzuchtige ondoden, die met gemak sprinter Usain Bolt kunnen bijhouden, worden prachtig in beeld gebracht. Dat ze grotendeels uit de computer zijn gerold zie je er nauwelijks aan af. Veel logica gaat er niet aan het uitbreken van de lokale pleuris vooraf, daarvoor hoeft een enthousiaste Israëlische vluchteling bijvoorbeeld alleen maar even een deuntje door een microfoon te zingen. Zodra Forster de kans krijgt, pakt hij groots uit, maar hij schiet hierin niet te veel door. Ook verdient de man respect voor de atypische opbouw, waarbij het grootste spektakel in het begin zit en de ontknoping vreemd genoeg haast intiem genoemd mag worden.

Er zijn tussendoor voldoende rustmomenten ingebouwd, al is het zonde dat deze niet worden aangegrepen voor meer karakter- of plotverdieping. Vooral de aanwezigheid van een volhardende Israëlische militair wordt te weinig benut. Opvallend is bovendien de vrijwel geheel bloedeloze uitvoering en het minimum aan schrikeffecten. Er wordt al gesproken over een vervolg, maar World War Z is niet het allesomvattende, epische startschot van een verfrissende en nieuwe zombiereeks. Forster drukt er voldoende zijn stempel op en het publiek mag hem nu wel eens het debacle van Quantum of Solace vergeven. Niet op IMDb kijken, maar wie spot de rijzende Hollandse ster in een klein bijrolletje?