The Last Elvis
Recensie

The Last Elvis (2012)

In dit gevoelige drama gelooft Carlos dat hij The King is. Dat de kijker in die illusie meegaat, is te danken aan de weergaloze vertolking van Elvis-zanger John McInerny.

in Recensies
Leestijd: 3 min 33 sec
Regie: Armando Bo | Cast: John McInerny (Carlos Gutiérrez), Griselda Siciliani (Alejandra), Margarita Lopez (Lisa Marie Gutiérrez), e.a. | Speelduur: 91 minuten | Jaar: 2012

Carlos Gutiérrez is een lusteloze zwaarlijvige fabrieksarbeider met een deprimerend leventje dat voor de onwetende buitenstaander weinig zin lijkt te hebben. Hij draait plichtsgetrouw zijn ploegendiensten en wordt nauwelijks door zijn collega's opgemerkt. Maar 's avonds als zijn collega's met hun gezinnetjes voor de tv hangen leeft Carlos op. Hij is een begenadigd imitator van Elvis Presley en loopt in die hoedanigheid menig bruiloft en partijtje in Buenos Aires af. Carlos' omgeving, onder wie zijn ex-vrouw, spreekt hem steevast aan met Elvis. Met zijn dochter, die hij toepasselijk Lisa Marie heeft genoemd, onderhoudt de zonderlinge man een moeizame relatie. Carlos ziet zichzelf als de plaatsvervanger van The King op aarde en nadert zijn tweeënveertigste verjaardag. De leeftijd waarop Presley het tijdige voor het eeuwige verruilde.

John McInerny is een bescheiden beroemdheid in thuisland Argentinië. Hij genoot een opleiding als architect en is de zanger van de Elvis-coverband Elvis Vive. Met zijn titelrol in The Last Elvis (El Último Elvis) van Armando Bo maakt McInerny zijn debuut als acteur. Hij zong eveneens de soundtrack vol. In het openingsshot van Bo's sympathieke drama kan het nog twee kanten op gaan. Met het klassieke beeld van te dikke veertigers in een te krap Elvis-pak in Las Vegas op het netvlies kunnen we zo maar eens te maken hebben met de zoveelste loser die zichzelf ten overstaan van een bezopen publiek belachelijk meent te moeten maken. Maar deze Elvis-artiest, die opkomt met het epische ‘Also Sprach Zarathustra’ is echt geweldig. Hij is zelfs zo goed in het in de huid kruipen van zijn grote idool dat hij eigenlijk geen eigen leven of persoonlijkheid meer nodig heeft.

The Last Elvis zit vol fascinerende tegenstrijdigheden. Wat de hoofdpersoon zo interessant maakt is dat zijn op het eerste oog naïeve fantasie best dicht tegen de werkelijkheid aanschurkt. Zijn grootste redding is dat hij daadwerkelijk een begenadigd zanger is en ondanks de uiterlijke schijn die hij tegen heeft op dat vlak geen mislukkeling is. De toewijding van de artiest is bewonderenswaardig en hij kijkt net als Elvis dan ook niet op een pondje meer of minder. Carlos is terecht overtuigd van zijn kunnen als performer, ook al maakt hij er in sociaal en maatschappelijk opzicht een puinhoop van. Zijn omgeving fronst de wenkbrauwen als Carlos in de kleedkamer van de fabriek opgaat in zijn Elvis-obsessie. Als hij vergeefs zijn cheque bij het artiestenbureau probeert te innen is hij niet bang om de confrontatie en het gevecht tegen onrecht aan te gaan. Van zijn grootste passie moet alles en iedereen afblijven, want Elvis lijkt de enige rechtvaardiging voor Carlos' bestaan.

Debuterend filmmaker Bo was medeverantwoordelijk voor het scenario van het aangrijpende Biutiful van Alejandro González Iñárritu, een internationaal gelauwerde filmmaker die als wederdienst optreedt als producent van The Last Elvis. Als Carlos getroffen wordt door het noodlot en een geliefde in het ziekenhuis belandt, toont Bo ons een nieuw, onontgonnen facet van zijn hoofdpersoon. Waar hij de dagelijkse realiteit en de bijkomende emoties zo veel mogelijk probeert weg te stoppen, kan Carlos nu niet anders doen dan deze onder ogen zien. Toch verdwijnen zijn dromen niet naar de achtergrond. Deze intrinsieke drang vormt de katalysator en de motor voor de theatrale laatste akte, waarin Bo nog net niet uit de bocht vliegt. Zelfs dan houdt Bo zijn beeldtaal sober en bescheiden, wat hem behoedt voor een flauw Hollywoodeinde.

De afweging die Carlos moet maken tussen het volgen van zijn droom en zijn geweten wordt met veel finesse door Bo vormgegeven. The Last Elvis heeft als sterkste fundament de weergaloze vertolking van hoofdrolspeler McInerny. Hij toont ons een krachtige reïncarnatie van The King die voor een onmogelijk dilemma wordt gesteld. Zijn personage laveert continu tussen prachtig breekbaar en ideologisch onverwoestbaar. Bo's sensitieve drama doet soms denken aan The Fighter, al is de toon lichtvoetiger. De filmmaker dweept niet met de vele parallellen tussen het leven van Elvis en zijn imitator, al zijn die er natuurlijk wel. Achter de façade van een overleden wereldster gaat een prachtig en gevoelig mens schuil en daar is het Armando Bo om te doen geweest.