G.I. Joe: Retaliation
Recensie

G.I. Joe: Retaliation (2013)

Een door Cobra aangestelde neppresident doet wat de studio eigenlijk had moeten doen: G.I. Joe opdoeken.

in Recensies
Leestijd: 5 min 7 sec
Regie: Jon M. Chu | Cast: Dwayne Johnson (Roadblock), Adrianne Palicki (Jinx), D.J. Cotrona (Flint), Jonathan Pryce (President), Byung-hun Lee (Storm Shadow), e.a. | Speelduur: 110 minuten | Jaar: 2013

De verrassing was tamelijk groot toen vorig jaar kort voor de release de tweede G.I. Joe ineens met tien maanden werd uitgesteld. Volgens de officiële berichtgeving was dit vanwege een 3D-conversie, maar al snel doken er berichten op dat de testvoorstellingen slecht waren verlopen en productiemaatschappij Paramount na Battleschip geen zin had in nog een flop en daarom nieuwe opnamen eiste. Omdat 3D al lang geen garantie meer is voor succes en achterafconversies steeds zeldzamer worden, lijkt de laatste verklaring de meest logische en dat maakt dit gebeuren best intrigerend. Het vorige deel was immers ook niet bepaald een meesterwerk, maar werd destijds zonder pardon de bioscoop ingesmeten. Nu G.I. Joe: Retaliation alsnog de bioscoop heeft bereikt, dringt de vraag zich op hoe slecht deze film in zijn oorspronkelijke vorm was, want wat we nu krijgen voorgeschoteld, is net zo'n grote rommel als het eerste deel.

Eerlijk is eerlijk: G.I. Joe: The Rise of Cobra had het in de zomer van 2009 niet makkelijk. Twee maanden eerder was immers J.J. Abrams' succesvolle Star Trek-reboot uitgekomen: een film die liet zien dat bombastisch spektakel en luchtigheid prima samen kunnen gaan, zolang je maar over degelijke dialogen en aansprekende personages beschikt. Aan het andere eind van het blockbusterspectrum bevond zich Transformers: Revenge of the Fallen. Weliswaar neergesabeld door de critici, maar met zijn even talrijke als lawaaiige actiescènes wel een film die in alles voluit ging. De flauwe actie in G.I. Joe: Rise of Cobra stak daar schril tegen af. Toch bracht de film voldoende op om zich van een vervolg te kunnen verzekeren en hoewel de personages niet zo lekker uit de verf kwamen als die van Star Trek, leken ze wel genoeg potentie te hebben om het vervolg wat glans te geven.

Maar helaas: G.I. Joe: Retaliation kiepert direct het gros van de personages uit de eerste film overboord. In veel gevallen lijkt dat uit noodzaak omdat de acteurs waarschijnlijk geen zin hadden op herhaling te moeten voor een film die hun carrière meer kwaad dan goed doet. Ditmaal dus geen Dennis Quaid, Sienna Miller of Joseph Gordon-Levitt, maar opvallend genoeg geeft Channing Tatum wel weer acte de présence, ondanks zijn flink gegroeide sterrenstatus sinds 2009. Echter, waar Tatums verschijning in de eerste film nog het meest op een hoofdrol leek, daar verdwijnt hij nu al binnen twintig minuten uit beeld. Dat geldt overigens voor wel meer personages, waardoor het clubje Joes al snel is uitgedund tot een man of vijf, van wie er bij de kijker slechts een bekend is uit het verleden: de zwijgzame Snake Eyes. Gelukkig krijgt het gezelschap hulp uit onverwachte hoek.

Vanwaar deze uitdunning van personages? Wel, aan het einde van de vorige film zagen we hoe Cobra, de grote vijand van de Joes, de Amerikaanse president wist te vervangen door een niet van echt te onderscheiden exemplaar. Deze infiltrant wendt nu zijn nieuw verworven presidentiële macht aan om de Joes een moord in de schoenen te schuiven en zelfs geheel op te doeken. Een situatie die doet denken aan het Ghost Protocol uit de laatste Mission: Impossible. Maar waar het centraal staande team in die film tenminste nog van een minister tekst en uitleg kreeg over de precieze toestand, moeten we het hier stellen met een neppresident die op televisie verkondigt dat de Joes volledig zijn geëlimineerd. Voor de overlevers volstaat dat blijkbaar, want hoewel ze zich in een woestijn bevinden en volledig zijn afgesloten van de buitenwereld, zijn ze prima op de hoogte.

Dat gegeven botst overigens volledig met de rest van de film, want vooral in de eerste helft zijn de personages constant bezig elkaar in tenenkrommende dialogen het dunne plot uit te leggen. Het 'Retaliation' in de titel had dan ook beter 'Exposition' kunnen zijn. Een beetje uitleg mag best, maar in dit geval vertellen de personages elkaar louter zaken die ze al lang zouden moeten weten. Puur voor de kijker dus. Het absolute dieptepunt hiervan is een scène waarin een flamboyante gevangenisdirecteur in alle detail aan een nieuwe gevangene vertelt waar deze gevangenis zich bevindt, wie de andere prominente gevangenen zijn en welke methode er wordt gehanteerd. Het zal niemand verrassen dat de gevangenis tien minuten later met veel explosies wordt verwoest en de directeur een nare dood sterft.

En dat is zo ongeveer het hele stramien van de film: elke onhandige uitlegscène wordt kort daarna gevolgd door een rommelige actiescène, waarin de kogels in het rond vliegen en de Joes duidelijk niet op een lijk meer of minder kijken. Aansprekende personages hadden daarvoor kunnen compenseren, maar helaas zijn ook die dun gezaaid. Zo mag Bruce Willis weer even opdraven als Bruce Willis (het is een teken aan de wand dat hij in 2012 in niet minder dan zes films zou hebben gezeten als deze niet was uitgesteld) en ben je van de meeste teamleden tegen het einde waarschijnlijk alweer hun naam vergeten. Opvallend genoeg blijkt voormalig worstelaar Dwayne Johnson (blijkbaar de man bij wie je moet aankloppen voor vervolgfilms) zich nog het best van zijn taak te kwijten. Een groot acteur zal hij waarschijnlijk nooit worden, maar aan charme ontbreekt het hem niet. G.I. Joe: Retaliation is nochtans beneden zijn niveau.

Is er toch nog iets positiefs te melden? Jawel: halverwege de film zit een vrij goed uitgevoerde actiescène waarin twee van de Joes het in het Himalayagebergte opnemen tegen een legertje ninja's. Aan een kabelbaan, met zwaarden en ondertussen een gevangene meezeulend. Vrij inventief van opzet, netjes gefilmd en zonder enige vorm van dialoog (tenzij je het geschreeuw meetelt van de ninja's die honderden meters in de diepte storten) blijkt dit het enige moment in de film dat de regisseur het credo 'show, don't tell' wel degelijk lijkt te kennen. Na deze onverwachte uitschieter gaat het helaas al snel weer bergafwaarts. Vlug vergeten dus deze film en laat dat derde deel maar lekker zitten. Neem gerust een voorbeeld aan die Cobra-president.