Mees Kees
Recensie

Mees Kees (2012)

In het aarzelende begin ligt de nadruk te sterk op lichtvoetige humor, maar daarna weet deze jeugdboekenverfilming zich tijdig te herpakken.

in Recensies
Leestijd: 3 min 12 sec
Regie: Barbara Bredero | Cast: Willem Voogd (Kees), Sanne Wallis de Vries (Dreus), Felix Osinga (Tobias), Cas Jansen (vader van Tobias), e.a. | Speelduur: 81 minuten | Jaar: 2012

De Nederlandse kinderboekenschrijfster Mirjam Oldenhave had een achtergrond in toneel en dramatherapie toen ze eind jaren negentig haar eerste jeugdroman intikte. Enkele jaren later wijdde Oldenhave zich volledig aan het schrijven. Inmiddels beslaat de boekenkast met haar werk ruim dertig titels. Oldenhaves doelgroep ligt bij kinderen rond de tien jaar. Een lastige leeftijd met opkomende onzekerheden, hormonen en de middelbare school die op de loer ligt. De schrijfster schreef tot nu toe zes boeken over de beginnende leraar Kees, die er zo zijn eigen speelse lesmethodes op nahoudt. De eerste delen zijn nu gebundeld tot een speelfilm.

Anders dan in de bewerkingen van collega-auteurs Jacques Vriens en Carry Slee trekt deze Oldenhave-verfilming niet meteen een immens blik aan maatschappelijke problemen voor de jonge tieners open. Filmmaakster Barbara Bredero en scenarist Tijs van Marle gaan liever gemoedelijk en vooral komisch van start. Het is een chaos in de klas van Tobias. Zijn hoogzwangere lerares sleept zich met haar laatste krachten naar haar verlof. De klas die ze achterlaat is dan ook compleet onhandelbaar. De strenge directrice Dreus heeft echter nog steeds geen vervanger gevonden. Daarom plukt ze noodgedwongen maar een stagiair van de pabo. Onzeker en in een te groot pak verschijnt de negentienjarige Kees voor de moeilijke schoolklas.

De aanzet van Mees Kees is vooral door toedoen van Sanne Wallis de Vries kolderiek en kluchtig. De cabaretière speelt zuurpruim Dreus, een belerend schoolhoofd met een bloempotkapsel, te veel make-up en een voorliefde voor riddertje en jonkvrouw spelen. Vanaf haar troon in haar werkkamer probeert ze de zaken op de basisschool zo goed mogelijk te regelen. Ze is van de oude stempel en voorstander van orde, tucht en regelmaat. De vertolking van Wallis de Vries is charmant en lekker vet aangezet, maar zorgt eveneens voor een valse start. Het overschreeuwt de problemen van scholier Tobias, die heel voorzichtig worden geïntroduceerd. Na de dood van zijn vader kampt Tobias’ moeder met een depressie. De vrouw is met geen tien paarden uit bed te trekken en haar enige zoon leeft van magnetronmaaltijden.

Het is een tragisch gegeven dat compleet wordt verdrukt door alle hectiek op de school van Tobias. Het lijkt wel alsof de makers van Mees Kees langzaam en bedachtzaam de jeugdige kijkers aan het water willen laten wennen en ze niet durven op te zadelen met te veel moeilijke problemen. Dit blijkt gezien de stroom aan uitstekende jeugdfilms van de laatste tijd een inschattingsfout, die gelukkig niet geheel onherstelbaar blijkt. Als Kees, die al snel door de klas tot ‘Mees Kees’ wordt omgedoopt, met zijn lessen begint, weet hij eigenlijk niet zo goed hoe hij het allemaal moet aanpakken. Eenzelfde indruk wekken regisseur en scenarist met hun personage-introducties en het ontvouwen van hun verhaal.

Er wordt nog net op tijd bijgestuurd om nog ruimte te krijgen voor serieuzere zaken. De verhaallijn over de thuissituatie van Tobias wordt meer uitgediept en Kees wordt geconfronteerd met de keerzijdes van zijn eigenzinnige onderwijsmethodiek. Dan wordt ook duidelijk dat humor, plezier en een wat serieuzere noot prima samen kunnen gaan, vooral op de sterke momenten dat Tobias door toedoen van Mees Kees uit zijn schulp kruipt en opleeft. Dit wordt krachtig ondersteund door de uitstekend acterende cast. Naast Wallis de Vries verdienen de jonge acteur Willem Voogd in de aarzelende titelrol en hoofdrolspelertje Felix Osinga een bijzondere vermelding. Het is bovendien verfrissend dat Oldenhave niet is verzand in de clichématige pikorde en stereotypen die in boeken en verfilmingen vaak de dynamiek binnen een schoolklas bepalen. Mees Kees is vooral in het begin zoekende naar de juiste toon en invalshoek, maar als alle onzekerheden zijn afgeschud blijft een vermakelijke jeugdfilm over die volop ruimte biedt voor een vervolg.