I Wish
Recensie

I Wish (2011)

Wederom een fijne film van Kore-eda over kinderen en hun eerste aanraking met de harde wereld van volwassenen.

in Recensies
Leestijd: 2 min 9 sec
Regie: Hirokazu Kore-eda | Cast: Koki Maeda (Koichi), Oshiro Maeda (Ryunosuke), Nene Ohtsuka (Nozomi), Joe Odagiri (Kenji), Kyara Uchida (Megumi), e.a. | Speelduur: 128 minuten | Jaar: 2011

De Japanse regisseur Hirokazu Kore-eda maakte eind jaren negentig voor het eerst enige naam in het internationale filmhuiscircuit met After Life, een film over het moeten kiezen van één herinnering om mee te nemen na de dood. Maar hij brak pas echt door met de internationale arthousehit Nobody Knows in 2004, een film over een groep jonge kinderen die moeten overleven in een appartement nadat hun moeder hen heeft verlaten. Nu keert hij met zijn nieuwste film I Wish weer terug naar waar bij bekend mee werd, in de zin dat jonge kinderen wederom centraal staan in een ontroerend drama.

Tussendoor maakte hij een film over een samurai (Hana), eentje over volwassen kinderen en hun oude ouders (Still Walking) en een film over een opblaaspop die tot leven komt (Air Doll). De cirkel is nu enigszins rond. Kore-eda, inmiddels zelf vader, wilde een film maken die kinderen anders neerzette dan zoals hij dat deed in Nobody Knows, en dat combineren met zijn liefde voor treinen. Geïnspireerd door het shot van de kinderen die langs de treinrails lopen in de Stephen King-verfilming Stand By Me ging hij aan de slag. Toen ontdekte hij het komische duo Maeda Maeda, twee jonge kinderen, en een verhaal over twee van elkaar gescheiden broers.

De oudste van de twee, Koichi, een jaar of twaalf oud, woont bij zijn werkloze moeder en grootouders. De twee jaar jongere Ryunosuke woont bij zijn vader, een muzikant zonder succes. De broers houden nog wel contact. Op een dag hoort Koichi dat er een nieuwe kogeltreinbaan komt en het gerucht gaat dat als je erbij bent als de eerste treinen in tegenovergestelde richtingen elkaar passeren je wens uit zal komen. Koichi hoopt de familie weer te herenigen, maar Ryunosuke is aan zijn nieuwe leven gewend en is minder enthousiast. Ondertussen hopen de volwassenen op hun eigen wonderen.

Kore-eda vertelt zijn verhaal op de voor hem typische rustige wijze. De stijl is lichtvoetig, met zachtaardige muziek. Ondanks de onderliggende problematiek van scheidingen en nieuwe kansen is dit misschien nog wel zijn lichtste en meest optimistische film tot nu toe. De haast speelse toon kan de botsing tussen kinderlijke naïviteit en harde realiteit echter niet verhullen, wat de film toch ook het nodige gewicht geeft. Desalniettemin is het een delicate film over kinderen die de volwassen wereld leren kennen en accepteren, en in die zin een speelse variatie op thema's die Kore-eda ook in Nobody Knows behandelde.