Recensie

De Eenzaamheid van de Priemgetallen (2010)

Goed nieuws voor degenen die het boek niet hebben gelezen: de verfilming is aangrijpend en sfeervol.

in Recensies
Leestijd: 2 min 52 sec
Regie: Saverio Costanzo | Cast: Alba Rohrwacher, Martina Albano, Arianna Nastro (Alice), Luca Marinelli, Tommaso Neri, Vittorio Lomartire (Mattia), Isabella Rossellini (Adele), Roberto Sbaratto (Pietro), e.a. | Speelduur: 118 minuten | Jaar: 2010

Paolo Giordano schreef in 2008 La Solitudine dei Numeri Primi. Het werd in ruim twintig talen vertaald, won diverse grote prijzen en is nu verfilmd door documentaire- en filmmaker Saverio Constanzo. Wij Nederlanders kennen het boek, en nu de film, als De Eenzaamheid van de Priemgetallen. Als experiment verschijnen deze week twee recensies van de film op FilmTotaal. Eén van Arman, die het boek gelezen heeft, en één van mij, onbekend met het boek.

Aan de basis van dit überromantische, maar dramatische verhaal ligt de definitie van een priemgetal: een getal dat enkel deelbaar is door één en door zichzelf. Het zijn eenzame getallen, ongrijpbaar voor anderen. Dat klinkt allemaal erg ingewikkeld en saai, maar de definitie is figuurlijk van toepassing op de centrale personen in het verhaal: Alice en Mattia. Door tragedies in hun jeugd zijn zij beiden priemgetallen geworden.

Alice heeft als kind een aangrijpend skiongeluk meegemaakt, waardoor ze voor de rest van haar leven mank loopt. De hoogbegaafde Mattia heeft, door zijn schuld, zijn gehandicapte tweelingzus verloren. De twee buitenbeentjes ontmoeten elkaar op de middelbare school en herkennen elkaars pijn. Jaren later, wanneer ze beiden volwassen zijn, besluit Mattia in Duitsland te gaan studeren. Hij laat Alice achter en ze verliezen elkaar definitief uit het oog. Maar de band tussen de priemgetallen blijkt, ondanks hun eenzaamheid, onvoorstelbaar krachtig.

Het verhaal en de romantiek zijn sfeervol verbeeld en als romantisch drama onderscheidt de film zich dan ook op positieve manier van de formulefilms uit onder andere Hollywood. Natuurlijk worden er diverse cameratrucs uit de kast getrokken door cinematograaf Fabio Cianchetti, maar het doet allesbehalve afbreuk aan de schoonheid en sfeer van de film.

Doordat de film zich in verschillende tijden afspeelt worden de rollen van de hoofdpersonages door verschillende acteurs vertolkt. Deze lijken helaas niet altijd even goed op elkaar, maar toch is er voldoende herkenbaarheid. De grote Isabella Rossellini speelt de moeder van Mattia en doet dat zoals we van haar mogen verwachten: uitstekend. Ook de twee hoofdrolspelers Alba Rohrwacher en Luca Marinelli, die respectievelijk de oude Alice en Mattia vertolken, zetten indrukwekkende rollen neer.

Regisseur Saverio Costanzo werkte samen met auteur Paolo Giordano aan het scenario. In een interview vertelt Constanzo dat de twee aanvankelijk dezelfde chronologische vertelling uit het boek wilden volgen, maar later besloten de twee “to re-create a new story to allow the viewer to get lost for a moment”. Een van de redenen hiervoor was de grote bekendheid van het verhaal. Het is een keuze die je ook zonder het boek te hebben gelezen ervaart als zonde. Het verhaal zou bij een chronologische vertelling namelijk veel krachtiger zijn, omdat de aandacht niet ligt bij de tragische gebeurtenissen uit de jeugd van de hoofdpersonen, maar bij de gevolgen hiervan voor hen voor de rest van hun leven. Bovendien wordt het regelmatig heen en weer schakelen tussen de verschillende tijdlijnen soms iets te veel een trucje.

Dat La Solitudine Dei Numeri Primi toch een uitstekende film is geworden is te danken aan de sterk geschreven dialogen en scènes. De acteerprestaties zijn van een zeer hoog niveau en regisseur Saverio Costanzo heeft op indrukwekkende wijze een indringende sfeer neer weten te zetten. Hierdoor is de film ondanks de teleurstellende niet-chronologische vertelling toch zeer aangrijpend, mits je het boek niet gelezen hebt.