Hoe kan het dat, in een tijd waarin fysieke media langzaam verdwijnen, er nog een tijdschrift bestaat dat het nog beter doet dan honderd jaar geleden? Voor wie zich dat afvraagt is er The New Yorker at 100: een zichzelf rechtvaardigende promotiefilm die zich voordoet als documentaire.
In The New Yorker at 100 staat hoofdredacteur David Remnick centraal. Hij laat zien hoe het blad wekelijks tot stand komt. De documentaire bestaat uit een handvol enthousiaste portretten, die inzicht geven in de dagelijkse bezigheden van de redactieleden. Tussendoor zien we fragmenten uit iconische films en series waarin The New Yorker (direct of indirect) opduikt, zoals Sex and the City en Mad Men. Zelfs de sterren van deze series maken hun opwachting om wat persoonlijke anekdotes over het blad te delen. De documentaire benadrukt graag hoe verweven het tijdschrift is met de Amerikaanse (pop)cultuur.
Verder bevat de documentaire historische verhalen die meer inzicht geven in de geschiedenis van het blad, met een aangename voice-over van Julianne Moore. Zij beschrijft bijvoorbeeld hoe het beroemde artikel over de gevolgen van de atoombom op Hiroshima tot stand kwam en hoe dat de manier waarop men naar nucleaire wapens keek veranderde. Deze historische scènes zijn geheel in lijn met de speelse lettertypes en illustraties van het blad op vlotte manier geanimeerd.
The New Yorker heeft van oudsher een elitair imago, een beeld dat in de documentaire zowel bevestigd als ontkracht wordt. Tijdens redactievergaderingen valt op hoe homogeen het personeelsbestand nog altijd is; dat bestaat hoofdzakelijk uit witte medewerkers van middelbare leeftijd. Dat ze hun progressieve politieke oriëntatie nauwelijks verhullen, is niet verwonderlijk voor een blad dat zich sinds 2004 uitgesproken achter de Democratische presidentskandidaten schaart.
Donald Trump komt opvallend vaak langs in beelden die zijn opgenomen rond zijn tweede verkiezingscampagne, en de journalisten tonen zich zichtbaar door hem bedreigd. Regisseur Marshall Curry (die een Oscar won met de korte film The Neighbor's Window) geeft hen ruimte om te klagen over de gevaren die Trump vormt voor de onderzoeksjournalistiek. Deze alarmistische monologen voelen nodeloos dramatisch en te politiek gedreven. Het is ironisch dat een tijdschrift dat al zoveel politieke stormen heeft doorstaan, zich tijdens zijn eeuwjubileum zo angstig opstelt. Je zou verwachten dat de redactie van zo'n robuust instituut juist nu wat meer strijdvaardigheid toont.
Af en toe staat de documentaire stil bij de wat stoffige tradities van het blad, zoals het hardnekkig gebruik van accenten op woorden die elders al lang zijn verdwenen. Diverse schrijvers evalueren die kritisch, maar de documentaire zet schrijver Chimamanda Ngozi Adichie in als verdediging: zij preekt dat anti-elitarisme uiteindelijk leidt tot anti-intellectualisme. De reflex van de documentaire om de keuzes van de redactie zo nadrukkelijk te blijven uitleggen en verdedigen, voelt wat krampachtig, zeker nu de sfeer in de Amerikaanse media is omgeslagen. De tijd van moreel gedreven journalistiek en de bijbehorende zelfkritiek lijkt al even voorbij.
Illustratief voor die overgang is een recent interview tussen GQ en Sydney Sweeney. Toen de interviewer een kritische vraag stelde over een controversiële jeansreclame, ging de Amerikaanse actrice niet eens op de vraag in. Als Hollywoodsterren niet meer hoeven mee te gaan in moreel getouwtrek, dan zou je verwachten dat de journalisten van een toonaangevend blad als The New Yorker de veranderde zeitgeist al even hebben geobserveerd.
"Iedereen bij The New Yorker is geobsedeerd," zegt een van de schrijvers, en dat is niet te ontkennen na het zien van deze film. Waarin te zien is hoe de excentrieke, eigenwijze redactieleden met een haast aandoenlijk enthousiasme aan hun stukken of cartoons werken. Het zijn charmante, humorvolle fragmenten die de liefde voor klassieke journalistiek laten zien. Toch wekken ze vaker dan niet ergernis op vanwege de promotionele ondertoon.
Enerzijds biedt The New Yorker at 100 een aardig inkijkje in de geschiedenis van een van de invloedrijkste weekbladen ter wereld. Anderzijds voelt de documentaire toch vooral als een uit de hand gelopen marketingvideo, die op de een of andere manier op Netflix is beland.
The New Yorker at 100 is te zien bij Netflix.