Sonic
Recensie

Sonic (2020)

Ontzettend snel, ontzettend melig en ontzettend leuk: een prima familiefilm en niet meer dan dat.

in Recensies
Leestijd: 2 min 38 sec
Regie: Jeff Fowler | Scenario: Pat Casey en Josh Miller | Cast: Ben Schwartz (Sonic - stem), James Marsden (Tom Wachowski), Jim Carrey (Dr. Robotnik), Tika Sumpter (Maddie Wachowski), e.a. | Speelduur: 99 minuten | Jaar: 2020

De bliksemspopulaire gameheld Sonic kon natuurlijk niet aan de verfilmingsdrang van Hollywood ontkomen. De eerste speelfilm over de knalblauwe egel draait nu in de bioscoop. Iets later dan gepland, want het eerste ontwerp van Sonic leidde tot zoveel gedonder onder fans dat Paramount de makers terug naar de tekentafel stuurde. Is dat complimentwaardig? Niet echt; eerder een commercieel verstandige zet. Het is nu de vraag of deze grote bijschaafklus zich ook heeft uitbetaald.

In een overhaaste proloog legt Sonic aan de kijker uit dat hij zijn paradijselijke thuiswereld heeft moeten ontvluchten omdat kwaadwillenden op zijn superkrachten uit waren. De antropomorfe, stekelige stuiterbal raast daarom nu al jaren - eenzaam en alleen - rond in een aards stadje. Wanneer hij uit frustratie een sprintje trekt, legt hij per ongeluk de stroomvoorziening van half Amerika plat. Daardoor komt hij op de radar van de overheid te staan, die de knettergekke wetenschapper dr. Robotnik inhuurt om de snelheidsduivel te vangen. Samen met politiesheriff Tom probeert Sonic Robotnik en zijn dodelijke drones te stoppen.

Vooropgesteld: Sonic is een familiefilm - of, zoals grootmeester Martin Scorsese zou zeggen, een 'pretpark'. Geen hoogstaande, zwaarbeladen cinema, maar gewoon pretentieloos vermaak met een rechttoe-rechtaanverhaaltje: simpel, lekker vlot en melig. Speelfilmdebutant Jeff Fowler maakt het niet moeilijker dan dat en vinkt alle clichés braaf af (inclusief die fijne levenslessen die het jonge publiek altijd zo subtiel door de strot worden geduwd). En dat is eigenlijk prima zo: het eerste bioscoopavontuur van Sonic is namelijk erg amusant en soms hoeft film niet meer te zijn dan dat.

Fowler scoort de meeste punten wanneer hij alle remmen losgooit in de actiescènes. De regisseur weet leuk te spelen met de supersonische krachten van zijn titelfiguur. Hoewel hij ook hiervoor geen highscore op de originaliteitsranglijst zal bemachtigen (zo hebben Quicksilvers iconische scènes uit de X-Men-films duidelijk als blauwdruk gediend voor een aantal momenten), zien deze er dikwijls uit om door een gouden ringetje te halen (wat je van iemand met een achtergrond in visuele effecten ook mag verwachten).

De rol van Jim Carrey mag evenmin onbenoemd blijven: hij leeft zich als een wilde mustang helemaal uit in zijn rol als Sonics bekende aartsvijand dr. Robotnik. Hij speelt de cartooneske kwibus met verve en zichtbaar plezier. De casting van komiek Najib Amhali, die de Nederlandse stem van Sonic heeft ingesproken, is dan weer minder overtuigend. Amhali doet zijn best, maar zijn stem is gewoon een mismatch met het personage. Zonde. Aangeraden wordt om de film dan ook vooral in zijn originele versie te bekijken, mochten de kids daar oud genoeg voor zijn.

Sonic is al met al een geslaagde gameverfilming voor het hele gezin (een kwalificatie die je niet snel in recensies aantreft). Een tweetal bonusstukjes in de staart van de film maakt duidelijk dat Paramount hoopt een nieuwe franchise in handen te hebben. Na deze vlotte en vermakelijke aftrap is duidelijk dat meer Sonic zeker welkom is, zolang de makers qua originaliteit maar een klein tandje bijzetten.