Recensie

Essential Killing (2010)

Een mooi gefilmde, minimalistische doch indringende achtervolgingsfilm waarin het menselijke uithoudingsvermogen en de empathie van de kijker worden getest.

in Recensies
Leestijd: 2 min 35 sec
Regie: Jerzy Skolimowski | Cast: Vincent Gallo (Mohammed), Emmanuelle Seigner (Margaret), e.a. | Speelduur: 83 minuten | Jaar: 2010

De Poolse regisseur Jerzy Skolimowski bouwde in de jaren zestig, zeventig en tachtig een flinke reputatie op en gooide hoge ogen op de filmfestivals van Berlijn, Cannes en Venetië. Daarna verdween hij twintig jaar lang uit de filmwereld, onder meer om zich toe te wijden aan de schilderkunst. Zijn nieuwste film Essential Killing is echter meteen een nieuwe mijlpaal in zijn oeuvre en kreeg in Venetië vorig jaar de grote juryprijs terwijl hoofdrolspeler Vincent Gallo de prijs voor de beste acteur in ontvangst mocht nemen. En dat zonder een woord te zeggen in deze mooi gefilmde, minimalistische doch indringende achtervolgingsfilm.

Skolimowski woont ergens in de bossen van Polen en zag in de buurt van zijn huis een keer Amerikaanse vliegtuigen landen zonder enige verklaring. Speculatie over wat er achter deze mysterieuze gebeurtenis schuilging, leidde tot het idee voor Essential Killing. Een Afghaanse man wordt gevangen genomen door het Amerikaanse leger, zonder dat we ooit te weten krijgen wie hij is en waarom hij door de Amerikanen werd opgejaagd. Tijdens een transport weet hij te ontsnappen en moet hij in een bar, verlaten Oost-Europees winterlandschap zien te overleven terwijl de klopjacht op hem wordt voortgezet. Zowel mens als natuur is nu zijn vijand. De kou en het gebrek aan voedsel spelen hem haast meer parten dan de mannen met geweren, honden en helikopters waar hij voor op de vlucht is.

Het spierwitte sneeuwlandschap wordt wonderschoon in beeld gebracht, maar het verraderlijke van die schoonheid wordt al snel duidelijk als de man eerst mieren uit een mierenhoop haalt en later boomschors probeert te eten. In de openingsscène schiet hij nog (wanhopig) een drietal Amerikaanse soldaten dood met een bazooka, maar dat maakt allemaal nauwelijks meer uit in de allesoverheersende vrieskou. Skolimowski en Gallo spelen een knap spel met de empathie van de kijker. Eerst was de man misschien een terrorist of Talibanstrijder, maar gaandeweg wordt hij boven alles steeds meer een mens die verwikkeld is in een basale overlevingsstrijd, in een vreemd land waar hij niemand kan vertrouwen.

Skolimowski gaat geen moeilijke vragen uit de weg, hoewel hij ze nooit expliciet stelt of beantwoordt. Wanneer is moord verantwoord? Hoe belangrijk zijn menselijke waardigheid en beschaving als deze overleven mogelijk in de weg staan? Wat doe je als je in het holst van de nacht een bloedende, halfbevroren vreemdeling bewusteloos met een pistool voor je deur vindt? En dat allemaal op een soms hypnotische manier gefilmd, optimaal gebruik makend van het landschap en de sneeuw. Skolimowski verkent de rol van jager en prooi en de kern van de mens in nood, zonder ooit te oordelen.

Gallo levert met zijn opvallende voorkomen (in zijn witte camouflagepak en met zijn lange haar en baard heeft hij wel wat weg van Jezus) in deze eenmansshow een indrukwekkende, zeer fysieke acteerprestatie vol veelzeggend gepijnigde blikken, gezucht, gesteun en pijnlijk geschreeuw. De film is bijna evenzeer zijn succes als dat van Skolimowski. Beiden kunnen trots zijn op deze intelligente, indringende thriller die zowel op het intellect als de onderbuik inspeelt.