Deliver Us from Evil
Recensie

Deliver Us from Evil (2009)

Deense thriller die overtuigend begint maar uiteindelijk net iets teveel probeert.

in Recensies
Leestijd: 3 min 23 sec
Regie: Ole Bornedal | Cast: Lasse Rimmer (Johannes), Lene Nystrøm (Pernille), Jens Andersen (Lars), Mogens Pedersen (Ingvar), Pernille Vallentin (Scarlett), Bojan Navojec (Alain) | Speelduur: 95 minuten | Jaar: 2009

Deliver Us from Evil, niet te verwarren met de gelijknamige en opeens erg actuele documentaire uit 2006, vertelt het verhaal van Johannes en zijn vrouw Pernille. Na een verblijf in de grote stad besluiten zij terug te keren naar Johannes’ geboortedorp in Jutland. Bij het bouwen van hun huis roepen ze de hulp in van Alain, een door de burgeroorlog getraumatiseerde Bosnische immigrant. Johannes’ broer Lars woont nog steeds in hetzelfde dorp. Hij vormt met zijn luidruchtige karakter en bestaan als vrachtwagenchauffeur een groot contrast met zijn broer, die inmiddels een goede baan, vrouw en kinderen verworven heeft. Ze hebben het dan ook nooit met elkaar kunnen vinden.

Regisseur Bornedal houdt duidelijk van contrasten, die in grote hoeveelheden in de film verstopt zitten. Je hebt natuurlijk het onderscheid tussen de stedelingen en de dorpelingen, maar daarbinnen wordt ook de verhouding tussen man en vrouw nog eens onder de loep genomen. Zo vindt Johannes zijn telefoon op elk moment van de dag belangrijker dan zijn vrouw (gespeeld door Aquazangeres Lene Nystrøm) en zijn ze het vaker niet dan wel eens over van alles en nog wat. Verder wordt de tegenstelling tussen stad en dorp vergroot doordat Johannes in financieel opzicht duidelijk geslaagd is in het leven. De dorpelingen zitten daarentegen de hele dag in de kroeg, hebben weinig problemen met overspel en vervullen als ze mazzel hebben een baantje als vrachtwagenchauffeur bij ex-officier annex godsdienstwaanzinnige Ingvar, zeg maar de officieuze pater familias van het dorp.

Doordat er nadrukkelijk naar zoveel contrasten gestreefd wordt, valt het op dat de personages redelijk eenzijdig en stereotiep worden neergezet. Johannes is de sullige knul van de grote stad en zijn vrouw is het hippe type met kort haar dat ook duidelijk niet thuis hoort op het platteland. Ingvar heeft als karakteristieke ex-officier gezag over het gehele dorp en zijn religieus fanatisme past daar uitstekend bij. Ondanks de eenzijdigheid worden de rollen wel sterk vertolkt. Vooral Lars is zeer overtuigend als drankorgel en achterbakse rotzak.

Wanneer Lars een dodelijk ongeluk veroorzaakt weet hij dit dan ook in de schoenen van immigrant Alain te schuiven. Het slachtoffer is namelijk niemand minder dan de vrouw van Ingvar en Lars zit niet te wachten op de woede van zijn werkgever. Gelukkig houden de dorpelingen niet van buitenstaanders, dus gaat men, geleid door de rijkelijk vloeiende drank, vrij snel overstag na de beschuldigingen richting Alain. Opgehitst door Lars volgt er bijna een lynchpartij, maar Johannes komt op tijd om de buitenlander in bescherming te nemen. Hij neemt hem mee naar zijn huis waar hij vervolgens belegerd wordt door de dronken menigte.

Wat volgt is een kat-en-muisspel dat veel weg heeft van Sam Peckinpahs Straw Dogs. Het verschil met die film is dat er te veel tegelijk gebeurt. Ondanks de goede opbouw en het sterke spel wordt de geloofwaardigheid hierdoor sterk op de proef gesteld, waardoor het beoogde effect niet bereikt wordt. De film wil opeens het ene na het andere shockerende moment tonen, iets wat (hoe ironisch) dan weer in sterk contrast staat met het eerste gedeelte van de film, waar op rustige wijze met de gebeurtenissen wordt omgegaan. Verder wordt de finale, in tegenstelling tot Straw Dogs, niet kort en bondig afgewerkt, maar vindt er een complete belegering op allerlei fronten plaats. Er volgt onenigheid tussen Johannes en zijn vrouw, Lars begint hier en daar wat wroeging te krijgen, er arriveert een huisarts, de politie komt nog ter plaatse en uiteindelijk culmineert dat allemaal in een situatie die te veel om het lijf heeft en daardoor minder gaat boeien.

Ondanks de finale die alle kanten op gaat, is Deliver Us from Evil voor de rest een onderhoudende film geworden. Sommige vertolkingen zijn werkelijk memorabel, maar het is jammer dat het contrast tussen de twee helften zo groot geworden is. Had Bornedal er voor gekozen om niet alle registers open te trekken, dan was het daadwerkelijk ook een memorabele film geworden.