North
Recensie

North (2009)

Drank, sneeuw en depressie lijken dé ingrediënten voor een dieptreurig Scandinavisch drama. Dat er een montere, soms zelfs hilarische film van te brouwen is, bewijst dit regiedebuut.

in Recensies
Leestijd: 1 min 55 sec
Regie: Rune Denstad Langlo | Cast: Anders Baasmo Christiansen (Jomar), Kyrre Hellum (Lasse), Marte Aunemo (Lotte), Mads Sjøgård Pettersen (Ulrik) | Speelduur: 78 minuten | Jaar: 2009

Een depressieve alcoholist in de sneeuw: het onderwerp van North kán nauwelijks Scandinavischer. Maar wie bang is voor een loodzwaar treurspel mag opgelucht ademhalen - de tagline van North is niet voor niets ‘An anti-depressive off-road movie’. De Noor Rune Denstad Langlo verwerkte zijn eigen depressie en jeugdherinneringen tot een droogkomisch regiedebuut.

Dertiger Jomar heeft iets weg van een ijsbeer die te vroeg uit zijn winterslaap gewekt is, zo knorrig stommelt hij door zijn eigen leven. Toch weet hoofdrolspeler Anders Baasmo Christiansen met zijn onhandige lichaamstaal en verwilderde blik vrijwel onmiddellijk je sympathie te winnen. Zijn personage Jomar lijdt sinds een ski-ongeluk aan depressies en angstaanvallen. Hij heeft een baantje bij een skipiste en vult zijn dagen met drinken, slapen, rampendocumentaires op National Geographic kijken en pingpongen in een psychiatrische kliniek. Een stormachtig bezoek van zijn vroegere beste vriend maakt een abrupt einde aan Jomars inertie. Hij besluit om op zijn sneeuwscooter, met als enige bagage vijf liter sterke drank, naar het hoge noorden te trekken om zijn ex en hun beider zoontje te bezoeken. Op zijn van een fijne bluegrass-soundtrack voorziene tocht door afgelegen gure streken komt Jomar in allerlei bizarre situaties terecht met de mensen die hij ontmoet, variërend van een stokoude Sami-man tot een homofobe puberjongen.

Dat een zelfmoordscène op het ijs een hilarisch hoogtepunt vormt, kan natuurlijk alleen maar in een Scandinavische film. Cynisch of schamper wordt de humor in North echter geen moment; Denstad Langlo behoudt de montere toon en stelt uiteindelijk Jomars catharsis centraal. Dichtbij diens zieleroerselen kom je als kijker overigens niet en North eindigt redelijk plotseling. Maar dat vergeef je dit maffe depressiesprookje met gemak, doordat de combinatie van natuurschoon en geestige, scherp gesneden scènes zo wonderwel werkt. Het eindresultaat verdient al helemaal respect als je weet dat de cast voor een groot deel uit amateurs bestond, de temperaturen op locatie - de film werd gedraaid in de geboortestreek van de regisseur - onder de min twintig lagen en veel scènes maar één of twee keer geschoten konden worden. Denstad Langlo’s ijskoude visitekaartje North viel op filmfestivals als Berlijn en Tribeca dan ook terecht in de prijzen.