The Hobbit: The Battle of the Five Armies
Recensie

The Hobbit: The Battle of the Five Armies (2014)

Het slotstuk dat twee van de populairste trilogieën aller tijden met elkaar verbindt.

in Recensies
Leestijd: 3 min 6 sec
Regie: Peter Jackson | Cast: Martin Freeman (Bilbo Baggins), Richard Armitage (Thorin Oakenshield), Luke Evans (Bard), Orlando Bloom (Legolas), Evangeline Lilly (Tauriel), Lee Pace (Thranduil), Ian McKellen (Gandalf), Benedict Cumberbatch (Smaug/Necromancer - stem), e.a. | Speelduur: 144 minuten | Jaar: 2014

Vorig jaar liet Peter Jackson ons misschien wel evenveel in spanning als elf jaar daarvoor. Net als het middenstuk van de Lord of the Rings-trilogie eindigde het tweede deel van de Hobbit-reeks met een gigantische cliffhanger. De angstaanjagende draak Smaug was losgebroken en vloog recht op een dorpje vol onschuldige mensen af.

Dat lange wachten wordt nu dubbel en dwars beloond in de eerste minuten van The Battle of the Five Armies. De film opent met een overdonderend spektakel, waarin het reusachtige beest een vurige ravage aanricht terwijl inwoners op de vlucht slaan. Bard de Boogschutter is de enige die een poging doet om de draak te stoppen. Een spannende en wervelend in beeld gebrachte scène, met opnieuw aandacht voor het hoogtepunt van deze trilogie: het indrukwekkend geanimeerde duivelse gelaat van het monster.

Spijtig is dat na deze opening ook meteen het sterkste gedeelte van de film voorbij is. In de vorige twee delen werd voornamelijk toegewerkt naar de confrontatie met Smaug, maar nu die geweest is, moeten er nieuwe elementen bij komen om een tweede climax te realiseren. Daardoor is de ontknoping van deze trilogie veel minder pakkend dan de apotheose van The Lord of the Rings, waar alle spanning zich in de voorgaande delen had opgestapeld om in een spectaculair en emotioneel slot samen te komen.

De climax waar The Battle of the Five Armies naartoe werkt, zit in de titel opgesloten: een massaal gevecht met vijf legers. Nu het optrekje van Smaug leegstaat, liggen de bergen goud er voor het oprapen, dus dat trekt partijen van heinde en verre aan. Dwergenkoning Thorin - bevangen door hebzucht - vertikt het om ook maar iets van zijn schat weg te geven, ook al zitten er kostbare sieraden bij die eigenlijk van de elven zijn. En die willen zij weer terug. Intussen is opperork Azog met zijn leger ook uit op het kasteel. Niet alleen om de stapels juwelen, maar vooral vanwege de strategische ligging, die het mogelijk maakt om de rest van Midden-Aarde over te nemen. Naast een dwergen-, elven- en orkleger, proberen de mensen zich met man en macht staande te houden. Het vijfde leger uit de titel verschijnt later ten tonele.

Wie van gevechtsscènes houdt, zit geramd met dit slotdeel. Prachtig in beeld gebracht, sterk gedetailleerd en af en toe ook met een lekkere knipoog: Legolas blijkt vooral creatief te zijn, zelfs wanneer hij geen pijlen meer heeft. Dat Bilbo intussen orks van makkelijk twee keer zijn lengte uitschakelt door stenen naar hun hoofden te gooien, zien we binnen al het spektakel graag door de vingers.

Maar dat gaat niet altijd even gemakkelijk in deze film, met name buiten de gevechten om. In de vorige trilogie werd daar opvallend meer aandacht aan besteed. Deze keer voelt de liefde tussen dwerg Kili en elf Tauriel vooral als een verplichte en afgeraffelde herhaling van Aragorn en Arwen. Nog storender is een laf burgemeestershulpje (een slechte kopie van Grima Slangtong, voor wie die nog kent), die deze gelikte avonturenfilm een aantal keer naar het niveau van een poppenkast trekt.

Door zulke valse noten is The Battle of the Five Armies - ondanks de ambitieuze en spectaculaire opzet - het minste hoofdstuk uit de zesdelige serie geworden. Toch zou het zonde zijn om deze laatste film te missen. Door de verwijzingen naar The Lord of the Rings (soms heel duidelijk, soms subtieler), is dit het ontbrekende schakelstuk tussen de twee trilogieën. In de eindscène maakt Jackson zijn cirkel mooi rond.