Away We Go
Recensie

Away We Go (2009)

In een aangenaam tussendoortje schetst Sam Mendes voor de verandering eens een positief beeld van het Amerikaanse gezin.

in Recensies
Leestijd: 5 min 10 sec
Regie: Sam Mendes | Cast: John Krasinski (Burt Farlander), Maya Rudolph (Verona De Tessant), Chris Messina (Tom Garnett), Melanie Lynskey (Munch Garnett), Maggie Gyllenhaal (LN) e.a. | Speelduur: 98 minuten | Jaar: 2009

Het thema Amerikaanse families loopt als een rode draad door het oeuvre van Sam Mendes. Waar American Beauty en Revolutionary Road de mythe van dit veelvuldig als zaligmakend gepresenteerde instituut ontkrachtten, daar werd in Road to Perdition een maffiafilm vermengd met een familiedrama. Zelfs in Mendes’ (anti-)oorlogsfilm Jarhead valt het thema terug te vinden in de relaties die de hoofdpersoon heeft met zijn sergeant (surrogaatvader) en beste vriend in het peloton (surrogaat-grote-broer). Krap een half jaar na Revolutionary Road levert Mendes zijn nieuwste alweer af en hoewel hij met Away We Go qua thematiek geen nieuwe wegen inslaat, is de toon ongewoon luchtig en optimistisch. Klef wordt het gelukkig nergens, want suikerzoet sentiment hoeven we in een Mendes-film nooit te verwachten.

Away We Go introduceert zijn twee hoofdpersonen op een (voor een film) zeer ongewoon moment in hun leven: enkele maanden voor de geboorte van hun eerste kind. Hoe deze Burt en Verona elkaar ooit ontmoet hebben, hoe de verdere ontwikkeling van hun relatie verliep en hoe ze ten prooi vielen aan de gebruikelijke gekte van een prille zwangerschap laat de film volledig achterwege, evenals de uiteindelijke geboorte van hun kind. Voor een film waarin zwangerschap een rol speelt, is dat een enorme verfrissing, omdat de hoofdpersonen zich nu eens niet volledig door de hormonen laten leiden. De zwangerschap is in Away We Go dan ook niet zozeer het onderwerp, maar vooral een motief.

Een motief om weg te gaan, zoals de titel al suggereert. De ongetrouwde dertigers Burt en Verona krijgen te horen dat Burts in de buurt wonende ouders voor enkele jaren gaan emigreren naar België. Omdat ze er niet meer zullen zijn wanneer de bevalling zal plaatsvinden, vervalt voor het koppel de voornaamste reden om in Colorado te blijven wonen. Aangezien het breedste spectrum aan mogelijkheden zich openbaart wanneer de constante waarden wegvallen, biedt de emigratie van de toekomstige grootouders een mooie gelegenheid voor het koppel om een nieuwe woonplek te vinden voor ze definitief een nieuwe levensfase ingaan. Op een wijze die lichtelijk doet denken aan Broken Flowers trekken de twee het land door om op bezoek te gaan bij familieleden en oude vrienden om kennis te maken met hun woonplaatsen.

Al gauw blijkt dat deze zoektocht niet zozeer bedoeld is om een leuke stad te vinden om in te wonen, maar vooral om inspiratie op te doen voor het stichten van hun gezin. Dat blijkt lastig want bij praktisch iedereen die Burt en Verona bezoeken zit in meer of mindere mate wel een schroefje los: van de luidruchtige ex-baas van Verona die constant in hun bijzijn haar kinderen afbrandt tot de jeugdvriendin van Burt die tegenwoordig door het leven gaat als nymfomane zweefteef en haar voornaam heeft veranderd in de fonetische initialen (een lollige, zij het wat cartooneske rol van Maggie Gyllenhaal). Ontmoetingen en aanvaringen met deze personages vormen de komische noten in de film maar laten ook zien dat iedereen zijn eigen methodes heeft voor het grootbrengen van zijn kinderen. En als er al zoiets is als de juiste methode, dan weet niemand die.

Pas wanneer ze een bevriend koppel in Montréal bezoeken, zien de hoofdpersonen hoe sterk een gezin in elkaar kan zitten. Echter, hun formule voor een geslaagd gezin kan enkel worden gevisualiseerd met suikerklontjes en stroop: heel erg veel zoetigheid dus. Dit uit zich onder andere in de kinderen die een versie van The Sound of Music kijken waaruit alle scènes met nazi’s verwijderd zijn. Interessant puntje is dat alle vijf de kinderen in dit gezin geadopteerd zijn vanwege de onvruchtbaarheid van de moeder. Hoewel er overduidelijk een hoop geluk is in het gezin, valt er genoeg pijn te bespeuren vanwege het feit dat het ouderlijk koppel geen eigen kinderen kan krijgen.

Burt en Verona zien en horen dus genoeg om het tijdens hun reis over te hebben, maar van de duizenden kilometers die het koppel steeds aflegt om van de ene locatie naar de andere te komen, wordt bijzonder weinig getoond. Away We Go pakt hierdoor, tegen de verwachtingen in, minder uit als roadmovie en des te meer als anekdotische film. De talloze bezoekjes staan centraal maar worden door de twee hoofdpersonages nauwelijks geëvalueerd. Jammer, want daarin had de film in een sterke laag uitdieping kunnen voorzien; vreemd ook, want met het vele reizen heeft het tweetal hier meer dan genoeg tijd voor.

Het pleit voor de film dat de rollen van Burt en Verona niet worden gespeeld door steracteurs maar door de relatief onbekende John Krasinski (The Office) en Maya Rudolph (Saturday Night Live. Zonder sentimentele dialogen of geforceerde aanvaringen overtuigen ze vanaf de eerste scène volledig als twee normale mensen die in elkaar de juiste levenspartner hebben gevonden en helemaal klaar zijn voor de volgende fase in hun relatie. Ondertussen weten ze echter op subtiele wijze hun menselijkheid te laten doorschemeren door de lichte twijfel over hun manier van leven. Hun ouders vervulden hun ouderlijke taak immers op tien jaar jongere leeftijd, maar met de ouders van Verona die al enkele jaren dood zijn en die van Burt onverwacht emigrerend naar België is het lastig zoeken naar modelvoorbeelden.

Hoewel Mendes laat zien dat er heel wat disfunctionele ouders rondlopen die geen idee hebben hoe hevig ze de jeugd van hun kinderen verpesten, valt het met zijn gebruikelijke cynisme over vervreemd Amerika dit keer behoorlijk mee. Enkel wanneer een vriend van het centrale koppel de absurditeit van verzekeringen die zich verzekeren opmerkt, klinkt iets van de kritischer ingestelde Mendes door. Maar bij een anti-oorlogsdemonstratie die op een studentencampus bezig is, lopen de hoofdpersonen door zonder op of om te kijken. Verkeren ze zo hevig met hun hoofd in de wolken of zijn ze er in de afgelopen jaren gewoon ongevoelig voor geworden? Dezelfde vraag geldt voor Mendes: is hij zo verheugd nu eens een optimistische film te maken dat hij gelijk alle mogelijke kritische noten laat liggen? Away We Go is een prima tussendoortje maar na zijn vier prachtige voorgangers mag je van Mendes toch iets stevigers verwachten.