Recensie

Countdown (2019)

Best een lekker luchtige horrorfilm, die nog leuker was geweest als de makers wat zelfbeheersing hadden gehad.

in Recensies
Leestijd: 3 min 22 sec
Regie: Justin Dec | Cast: Elizabeth Lail (Quinn Harris), Talitha Eliana Bateman (Jordan Harris), Jordan Calloway (Matt Monroe), Peter Fascinelli (Dr. Sullivan), Tom Segura (Derek), Dylan Lane (Evan), Tichina Arnold (zuster Amy), P.J. Byrne (pastoor Arnold) e.a. | Speelduur: 90 minuten | Jaar: 2019

Op zoek naar een andere app, vindt een stel feestende tieners per ongeluk 'Countdown', het speeltje dat je vertelt hoe lang je nog te leven hebt. Lachen toch? Lang verhaal kort: iedereen downloadt 'm en een meisje ziet dat ze nog maar twee uur heeft. Ach, wat weet zo'n app nou? Desondanks weigert ze na het feest in te stappen bij haar dronken vriendje. Toch sterft ze, precies wanneer Countdown aangeeft. Via vriendje, die zijn auto om een boomstam heeft gewikkeld, bereikt het verhaal jonge verpleegster Quinn. Dus natuurlijk installeert zij de app.

Wat zou jij doen als je weet dat je nog drie dagen hebt? Plannen verleggen. En dat is nou net wat niet mag van de app, want dan verbreek je de voorwaarden van gebruik en word je de korte tijd die nog rest getreiterd door een demon. Het is een effectieve vondst in een zeer lichtvoetige horrorfilm, die de werkende bestanddelen van The Ring en Final Destination in de blender heeft gegooid, met nog een klein vleugje Grey's Anatomy. De toon is er vooral een van: ga lekker achterover zitten en laat je vermaken.

Dat stelt Countdown ook in staat om een paar heerlijk belachelijke vondsten te introduceren. Misschien wel de beste is pastoor Arnold, een übernerd met een fetisj voor demonen. Als hij actiefiguren van alle middeleeuwse folklore kon kopen en in de verpakking bewaren, dan had hij tussen zijn boekwerken barstensvol duivelse spreuken vast wel wat ruimte gevonden. Een priester die blij wordt van demonen, dat is toch weer eens wat anders dan die grimmige gezichten in The Exorcist.

Maar er zijn ook minpunten. Zo weten de makers zich niet in te houden met 'jumpscares'. Ook de niet-horrormomenten worden er voortdurend mee volgestouwd. Al gauw denk je: jahaa, we weten onderhand wel wat voor film we aan het kijken zijn. Schrikmomenten horen in de film, maar met het doel om spanning te ontladen. Tijdens andere scènes zijn ze vooral irritant.

Het is vooral ontzettend onnodig, want op het punt van schrikmomenten opbouwen toont regisseur Dec zich meer dan capabel. Hij weet hoe het gefilmd moet worden, hij krijgt het krachtig aan elkaar geknipt en als de opbouw ervoor ook maar een beetje goed is, brengt elke jumpscare de ontlading die hij moet geven. Geen spanning betekent geen ontlading en dan raak je er murw door, zodat ook de schrikmomenten die wel horen te werken hun schwung missen. Daarmee verdwijnt wat van de lol die je met Countdown had kunnen hebben.

Ook hadden de personages - zelfs in een film als deze - wel wat meer om het lijf mogen hebben, vooral op het gebied van persoonlijkheid. Je leert niemand heel goed kennen. Quinn is misschien vechtgraag maar wat kleurloos, haar tegenspeler Matt is niet veel meer dan een lotgenoot met wie ze de ervaring en het bed kan delen. En Jordan is zo lang slechts het irritante zusje, dat je pas wat om haar gaat geven als je ziet hoe Quinn voor haar wil vechten.

Tom Segura heeft de meest rijke rol als een onbeschofte telefoonverkoper. Hij kan namelijk zijn behendigheid als stand-upcomedian helemaal kwijt in het personage Derek. Er zit een laagje zelfbewustzijn aan zijn sarcasme, dat hij misschien vooral van zich afbijt omdat hij een plek onderaan de professionele voedselketen heeft. En daardoor steelt hij de show en blijft hij wel goed bij. Zo zie je maar waar typecasting goed voor kan zijn.

Countdown heeft alles in zich om een goed opgebouwde, humoristische horrorfilm te zijn, met een niet al te ambitieus extra laagje en een bevredigend einde. De makers ondermijnen dat met hun neiging om te overcompenseren, maar regisseur Dec krijgt alsnog het voordeel van de twijfel: als hij in de toekomst wat terughoudender leert te zijn, kan hij misschien echt een paar genreklassiekers voortbrengen.