Zebraman
Recensie

Zebraman (2004)

Miike Takashi strikes again!

in Recensies
Leestijd: 2 min 56 sec
Regie: Takashi Miike | Cast: Show Aikawa (Shin'ichi Ichikawa) , Kyoka Suzuki, Atsuro Watabe e.a.

De in Japan zeer populaire Miike Takashi is een van ’s werelds productiefste regisseurs. In de afgelopen zes jaar regisseerde hij niet minder dan 29 films. Hij wordt ook wel ‘de koning van de genrefilm’ genoemd, en heeft dan ook films gemaakt in bijna alle verschillende genres, van gangster tot horror tot porno. Van deze films zijn wereldwijd zijn horrorfilms Audition en Ichi The Killer het bekendst. Persoonlijk ben ik geen liefhebber van ’s mans films, maar zijn laatste (inmiddels alweer op een na laatste, de man blijft bezig!) film, genaamd Zebraman, verraste mij op een zeer aangename manier. Gelukkig bleef datgene uit waar ik vooral voor vreesde bij Miike, zijn uiterst realistische en misselijkmakende gore die Audition voor mij een onmogelijke zit maakte. Hoewel er wel enige gore te zien is in de film, is die buitenaards en onrealistisch.

Zebraman, gesitueerd in 2010, gaat over Shinichi, een leraar wiens leven volkomen mislukt is in het jaar 2010. Zijn leerlingen hebben geen respect voor hem, hij let nooit op tijdens leraarvergaderingen, zijn vrouw gaat vreemd, zijn dochter neigt naar de prostitutie en zijn jonge zoontje wordt door de hele school gepest omdat hij de zoon van die suffe leraar is. Het enige wat Shinichi nog plezier geeft, is zijn held Zebraman, een vergane televisieheld uit de jaren ‘70 die bijna niemand ooit gekend heeft. Hij heeft een zelfgemaakt Zebraman-pak en trekt dat ’s nachts aan om in de stad rond te lopen en zich een superheld te wanen. Ondertussen onderzoekt de Japanse geheime dienst een mogelijke buitenaardse invasie in de stad. Als Shinichi in zijn zwart-wit gestreepte pak zo’n buitenaards wezen tegenkomt, ontdekt hij tot zijn eigen verbazing dat hij over dezelfde superkrachten beschikt als zijn held! Nu zal hij zich moeten vermannen en de buitenaardse wezens het hoofd moeten bieden voordat zij hun invasie kunnen voltooien.

Dit verhaal is eigenlijk zowel een parodie op als een ode aan de Amerikaanse superheldenfilm, en weet de meeste genregenoten ook nog eens voorbij te streven. Hoewel er wel wat actie in de film zit, is die maar sporadisch. De film is hoofdzakelijk een komedie, met af en toe wat dramatiek die de film veel emotie meegeeft. In het begin gaan de grappen vooral over Shinichi’s incompetentie en zijn pogingen tot verlichting (lees: hij scheurt door zijn te klein gemaakte zebrapak heen, valt van zijn dak terwijl hij zijn held nadoet e.d.). Bijna meteen sympathiseer je als kijker met deze eigenlijk zielige man die naar een tv-programma kijkt waarin Sadako uit Ringu het opneemt tegen een soort Power Ranger in een bizar gevecht. Ondertussen zorgt ook een cynische geheim agent voor wat hilarische momenten.

Maar Zebraman ontpopt zich tot een echte ouderwetse held waar je voor zal bidden en juichen. Met behulp van één leerling die in hem gelooft en diens moeder, een verpleegster die hem diverse malen oplapt, gaat hij in zichzelf en zijn eigen kunnen geloven. Als dan ook zijn zoontje op een gegeven moment in hem gaat geloven en hem nog het welgemeende advies ‘geef ze van jetje’ meegeeft, beginnen zijn superkrachten zich pas echt tot hun ware potentie te ontwikkelen. Fijne humor en leuke verwijzingen naar andere superhelden maken deze film tot een leuk en toch ook meeslepend geheel dat van begin tot eind topvermaak is. Zebraman is tegelijkertijd ontroerend en hilarisch en heeft bovendien een fantastisch einde dat je als kijker met grote glimlach en een goed gevoel de bioscoop zal doen verlaten.