Før Frosten (Before the Frost)
Recensie

Før Frosten (Before the Frost) (2018)

Uiterst degelijk gemaakt Deens drama over een man die zijn land, boerderij, vee, dochter en eigenlijk ook zijn ziel verkoopt.

in Recensies
Leestijd: 3 min 19 sec
Regie: Michael Noer | Cast: Jesper Christensen (Jens), Clara Rosager (Signe), Magnus Krepper (Gustav), Ghita Nørby (Agnes), Elliott Crosset Hove (Peder), e.a.| Speelduur: 104 minuten | Jaar: 2018

Dat het boer Jens bij aanvang van Før Frosten (Before the Frost) niet bepaald voor de wind gaat, is al snel duidelijk. Wanneer je slechts drie koeien hebt en er daarvan noodgedwongen een moet verkopen, zijn je vooruitzichten niet best. De oogst blijkt te zijn mislukt en met de winter in aantocht, ziet hij het somber in voor zichzelf, zijn dochter en zijn inwonende kleine neefje. Wanneer hij daags na de verkoop van de koe de zondagsmis bezoekt, wordt hem verzocht achterin de kerk plaats te nemen. De bankjes voorin zijn immers bedoeld voor boeren met meer land, vee en aanzien. Welkom op het Deense platteland anno 1850. Reken maar niet op een feelgoodfilm.

De oude Jens wekt in alles de indruk dat dit niet zijn eerste periode van tegenslag is. Waarschijnlijk heeft hij het zijn hele leven moeilijk gehad, maar in plaats van eraan gewend te zijn geraakt, is hij moegestreden door het idee dat zijn situatie nooit beter zal worden. Bij Jens' buren gaat het niet veel beter, waarmee zich een gezamenlijke oplossing presenteert: een huwelijk tussen zijn dochter en de buurjongen (komt mooi uit: die zijn toch verliefd op elkaar) en vervolgens samen het land bewerken. Het akkoord wordt bereikt en de handen geschud. Het zal nog steeds moeilijk worden, maar samen staan de twee families sowieso sterker dan alleen.

En dan komt ineens dat aanbod van een rijke Zweed die een deel van Jens' grond wil kopen. Daar heeft Jens best oren naar, maar net als in de openingsscène toont hij zich een harde onderhandelaar. Zijn tegenbod is heel simpel: de enige manier waarop de geïnteresseerde man het kleine stukje grond kan krijgen, is als hij al het andere van Jens erbij neemt. Dus de volledige grond, de boerderij, al het vee en zelfs zijn dochter. Hoewel de man daar eigenlijk niet op zit te wachten, stemt hij uiteindelijk toch maar in met deze packagedeal. Waar zijn dochter aanvankelijk nog dacht op een praktische wijze te kunnen trouwen uit liefde, wordt ze uiteindelijk verkocht als deel van de inboedel. Uiteraard zijn de buren minstens zo verbolgen dat Jens zomaar op zijn woord terugkomt, al was het maar omdat ze nu zonder enige hulp de winter zullen moeten doorkomen.

Før frosten valt of staat met de mate waarin je kunt meegaan in Jens' verval van moeilijke maar enigszins eervolle man tot de hardvochtige schoft die hij uiteindelijk wordt of misschien altijd al wel was. Dat maakt dit niet altijd een prettige zit, maar dat is dan ook niet waar op wordt gemikt. Gelukkig heeft de film een stevige troef in handen met de hoofdrol van Jesper Christensen. Aan diens doorleefde gezicht is van alles af te lezen, maar met name bittere teleurstelling. Met eervol hard werken is Jens in zijn leven niets opgeschoten. Overleven is altijd het hoogst haalbare gebleken. Wat dat betreft valt prima te begrijpen waar hij zich op beroept wanneer hij zijn dochter toevertrouwt: "Met liefde kom je de winter niet door."

De verkoop sluit hij overigens vooral voor zijn jonge neefje, zodat die zal worden opgenomen in de rijke schoonfamilie. De kans dat Jens voor hem kan blijven zorgen tot hij volwassen is, is immers niet bijster groot. Maar wanneer door onvoorziene omstandigheden die noodzaak komt te vervallen, wordt Jens' plan gewoon doorgezet. Erkennen dat hij een verkeerde beslissing heeft gemaakt zit er bij deze halsstarrige figuur immers niet in en waarschijnlijk kan hij zich dat sowieso niet veroorloven. Het doet denken aan het bekende citaat uit A Man for All Seasons: "Why Richard, it profits a man nothing to give his soul for the whole world... but for Wales?" In Før Frosten zou Wales een hoofdprijs zijn. Jens' wanhoop is zo groot dat hij zijn ziel maar al te graag voor veel minder voor de hand doet.