'Stöld': urgente materie verpakt in een somber verhaal over de krimpende wereld van de Sami
Recensie

'Stöld': urgente materie verpakt in een somber verhaal over de krimpende wereld van de Sami (2024)

Zo kraakwit als de Zweedse sneeuwvlaktes zijn, zo duister is het toekomstbeeld van de Sami.

in Recensies
Leestijd: 2 min 54 sec
Regie: Elle Márjá Eira | Scenario: Peter Birro, Ann-Helen Laestadius | Cast: Elin Oskal (Elsa), Magnus Kuhmunen (Nils-Johan), Dakota Trancher Williams (Ljungblad), Martin Wallström (Robert), Lars-Ante Wasara (Mattias), e.a. | Speelduur: 105 minuten | Jaar: 2024

Wereldwijd zijn steeds vaker de verhalen van inheemse volkeren te vinden op het witte doek. Van Noord-Amerika (Killers of the Flower Moon) tot Nieuw-Zeeland (Hunt for the Wilderpeople) duikt dit slag films meer op in de mainstream. Stöld, of Stolen, toont de gruwelijkheden die het Sami-volk worden aangedaan in het barre noorden van Zweden. Te midden van prachtige sneeuwlandschappen en kuddes rendieren bewijst de mens zichzelf het lelijkst, in staat alles te verwoesten wat hem niet aanstaat. Inclusief zijn medemens.

Onder de vlag van het International Sámi Film Institute worden steeds meer Sami-films uit de bevroren gronden boven de Europese poolcirkel gestampt. In dit gebied woont de etnische minderheid van de Sami gedwongen samen met de bevolkingen van Noorwegen, Zweden en Finland. Met een eigen parlement en rechten hebben de Sami officieel gezien een speciale plek gekregen binnen deze landen. Maar wat hun films bewijzen, is dat subsidies vaak niet genoeg zijn om als inheems volk de moderne tijd te kunnen verdragen.

In Stöld, waarin Noord-Samisch de hoofdtaal vormt, wordt het leven van rendierherders getoond zoals die hedendaags wordt ervaren: bedreigd en deprimerend. Terwijl klimaatverandering langzaam het levensgebied van hun kuddes verkleint, lopen de spanningen tussen de Sami en de lokale bevolking op. Conflicten over positieve discriminatie en de opening van een mijn tonen hoe ver hun belevingswerelden uit elkaar liggen. Een Sami-grootmoeder mijmert over de zielen van haar voorvaderen, die wandelen met het noorderlicht, terwijl anderen vloeken over de toenemende werkloosheid in deze verre uithoek van Zweden.

In de film, gebaseerd op de bestseller van Sami-schrijfster Ann-Helén Laestadius, is twintiger Elsa de katalysator van de vergaande polarisatie. Als een van de weinige Sami die zich durft te verzetten tegen de discriminatie van haar volk, deinst ze er niet voor terug de knuppel in het hoenderhok te gooien. Al jarenlang worden hun kuddes uitgedund door anonieme jagers, die de Sami weg willen hebben. De politie weet allang wie de daders zijn, maar steekt geen poot uit. Voor Elsa is woede haar enige uitweg, daar waar dit voor vele andere Sami een diepe neerslachtigheid is met zelfmoord als laatste vluchtroute.

De filmtitel duidt op de benaming van de politie voor het afslachten van de rendieren; slechts diefstal, waar ze weinig tegen kunnen doen. Als pamflet tegen de sluipmoord op de Sami's culturele identiteit staat de film als een huis. Maar het speelfilmdebuut van Elle Márjá Eira mist een goed verhaal om deze boodschap over te brengen. Binnen de eerste tien minuten wordt kristalhelder uiteengezet hoe de kaarten zijn geschud. Met vaste regelmaat worden dezelfde handen uitgedeeld: alle troeven voor de boze witte buurman, en nop voor de Sami. Ongeacht wat Elsa doet, de afloop staat vanaf het begin al vast.

Stöld is tot diep in de kern een zwartgallige film. De mooie plaatjes en sterke achtervolgingsscènes (op sneeuwscooters!) doen er weinig aan om de uitzichtloosheid van de Sami te verhelpen, en daarmee ook perspectief te bieden aan de kijker. Een hopeloos bestaan leidt in de handen van een onervaren maker al gauw tot een hopeloze film. Een Sami-disco en enkele zinnen over het overdragen van tradities dienen als goedmakertjes, maar de boodschap van Stöld blijft een bittere pil die maar moeilijk te slikken is.

Stöld is te zien bij Netflix.