Aita
Recensie

Aita (2010)

Dit Baskische werk probeert documentaire, kunst en fictie met elkaar te verzoenen. De (kunst)liefhebber zal er nog wel wat mee kunnen, maar het is een zware zit.

in Recensies
Leestijd: 2 min 39 sec
Regie: José María de Orbe | Cast: Luís Pescador (de bewaker), Mikel Goneaga (de priester), e.a. | Speelduur: 85 minuten | Jaar: 2010

Film wordt vaak omschreven als de jongste der kunsten. Kunstenaars die geen achtergrond hebben als filmregisseur gebruiken het medium dikwijls om hun emoties en gedachten te uiten. De schilderijen waarmee de muren van moderne musea volhangen ondervinden concurrentie van beeldschermen waarop bewegend beeld te zien is. Daarnaast tekent zich de ontwikkeling af waarbij de scheidslijn tussen documentaire en speelfilm steeds meer komt te vervagen. De impact van een film wordt alleen maar groter als je weet dat amateuracteurs hun eigen leven naspelen of als een gescript en geacteerd drama overkomt als een documentaire. De Baskische regisseur José María de Orbe probeert feit, fictie en kunst samen te brengen.

Aita, waarvan de titel zich laat vertalen als Vader, legt de geschiedenis van een groot huis bloot. Het pand werd in de late Middeleeuwen gebouwd en is vandaag de dag overwoekerd door klimplanten. Een oude man probeert het nog enigszins begaanbaar en bewoonbaar te maken, maar moet in zijn pogingen hiertoe de filosofische maar goedbedoelde preken aanhoren van een priester die nauw aan het pand verbonden is. Tijdens een excursie krijgt een schoolklas en hiermee ook de kijker achtergrondinformatie over de vele ontberingen die de Baskische woning, die ooit in het bezit was van invloedrijke families, heeft moeten doorstaan.

Dit is grofweg alle plot die De Orbe aan zijn tweede speelfilm heeft meegegeven. Aita is een aaneenschakeling van impressies en invalshoeken, waarbij het huis het lijdend voorwerp is dat nooit uit het oog verloren wordt. De bewoners en exploitanten komen en gaan, maar de robuuste vesting doorstaat alles. Enige kennis van de Baskische mythologie kan geen kwaad en de uitlatingen van de priester zijn hierbij een steuntje in de rug. Zo is het huis volgens de Baskische overleveringen de plek waar de levenden en de doden elkaar ontmoeten. Maar vaak doet de uitleg triviaal aan, zoals zijn verhaal dat het gehoor het laatste zintuig is dat er de brui aan geeft als je sterft. De beheerder gooit in het begin alle deuren en ramen open en sluit ze na tachtig minuten weer. De cirkel is rond, maar in feite is het historische gebouw gevangen in een eeuwigdurende loop.

De personages en hun schaarse dialogen zijn gestoeld op waargebeurde feiten. De acteurs kregen nauwelijks aanwijzingen van de regisseur. De Orbe heeft met zijn portret fantasie en werkelijkheid met elkaar willen laten versmelten. Dit heeft onder meer geresulteerd in spookachtige projecties van historische beelden uit de Baskische filmgeschiedenis op de muren van de eeuwenoude woning tijdens een onweersbui of als de nacht haar intrede heeft gedaan. De Orbe maakt gebruik van statisch camerawerk, wat de indruk wekt dat hij slechts registreert en de rest aan de fantasie van de kijker wil overlaten. Hier wordt dan ook wel het nodige van gevergd, want ook al duurt Aita slechts 85 minuten, het trage tempo en het gebrek aan plot zijn een zware opgave. Het zou niet hebben misstaan als video-installatie in een museum waar je even vijf minuten gefascineerd naar gaat staan kijken. Alleen de diehard liefhebber met stevig zitvlees zal het de volle speelduur kunnen bekoren.