Robin Hood
Recensie

Robin Hood (2018)

Mislukte poging om het verhaal over de filantropische boogschutter nieuw leven in te blazen.

in Recensies
Leestijd: 2 min 56 sec
Regie: Otto Bathurst | Cast: Taron Egerton (Robin of Loxley), Jamie Foxx (Little John), Eve Hewson (Marian), Ben Mendelsohn (Sheriff of Nottingham), Jamie Dornan (Will Scarlet), Tim Minchin (Friar Tuck), e.a. | Speelduur: 116 minuten | Jaar: 2018

Vergeet de geschiedenis - die gaat helemaal op de schop. Vergeet ook alles wat je denkt te weten over de legendarische boogschutter Robin Hood. Dat is het dwingende advies waarmee Robin Hood van Otto Bathurst opent. Het lijkt een poging om het geheugen van de filmkijker op te schonen, zodat hij wellicht wat ontvankelijker wordt voor de flauwekul die hem de komende honderdzestien minuten te wachten staat.

Robin Hood doet sterk denken aan het vorig jaar verschenen King Arthur: Legend of the Sword van Guy Ritchie. Beide films pogen het verhaal van een middeleeuwse held te revitaliseren, maar falen daar jammerlijk in. Door een gebrek aan visie ontstaat ruim baan voor een oppervlakkig actiespektakel dat het slechts moet hebben van freerunning en lelijke slow-motions.

Omdat de makers van Robin Hood weigeren om een jaartal op de gebeurtenissen in hun film te plakken, hebben de kostuumontwerpers vrij spel gekregen om te doen wat hen goeddunkt. Zij hebben bij het ontwerpen van de kostuums in elk geval geen rekening hoeven houden met de historische accuraatheid. Zo kan het gebeuren dat de personages ogen alsof ze van de catwalk van een groot modehuis vandaan zijn gewandeld, terwijl de setting wel degelijk middeleeuws aandoet. Dat grote contrast verbreekt voortdurend de illusie en haalt de kijker uit de filmbeleving.

Een klein hoogtepuntje dient zich vroegtijdig aan. De filantropische boogschutter wordt op een kruistochtmissie naar Arabië gestuurd, waar hij in een vervallen stad een scherpschutter in een toren moet zien uit te schakelen. Het laat zich raden dat alle machinegeweren zijn vervangen door ouderwetse pijl-en-bogen, maar dat gegeven doet niets af aan de spectaculaire uitvoering van de actie. De pijlen fluiten je om de oren.

Aan Taron Egerton de taak om de titelheld wat charme en sympathie mee te geven. Dat gaat hem prima af, al moet gezegd worden dat zijn versie van Robin Hood nagenoeg hetzelfde personage is als de wijsneuzerige Eggsy uit de Kingsman-films. Zelfs de ontwikkeling die beide personages doormaken - onder leiding van een strenge mentor - komt overeen. Jamie Foxx mag op zijn beurt opdraven in een wat ondankbare bijrol. Veel meer dan tegeltjeswijsheden strooien en schreeuwen tijdens een verplichte cursus boogschieten, doet hij niet.

Robin Hood is een vergaarbak van ideeën die nergens tot volle wasdom komen. Het klassieke thema over de strijd tussen arm en rijk krijgt een halfslachtige uitwerking. Terwijl de corrupte machthebbers van een kapitalistisch systeem (lees: de Katholieke Kerk) de armen uitbuiten, komt de boogschutter in opstand. Maar hij is niet de enige. Ook in de mijnen aan de rand van de stad verzamelen de arbeiders zich en vormen een soort protosocialistische beweging. Om de boel aan elkaar te lijmen gelasten de makers een episch bedoelde speech in, die tenenkrommend slecht is, mede door de aanwezigheid van Robin Hoods liefje Marian.

De eindscène zet de deur naar eventuele vervolgdelen wagenwijd open, maar eigenlijk is er helemaal geen reden om verder te gaan op de ingeslagen weg. De film van Otto Bathurst bouwt geen overtuigende wereld op en is als oorsprongsverhaal gewoon niet origineel genoeg. Nota bene de openingsscène van Robin Hood lijkt zo te zijn overgenomen van de gelijknamige Disney-klassieker uit 1973, waarbij een oud boek wordt opengeslagen en de stem van een verteller klinkt. Je zou wensen dat iemand dat boek vlak voor de aftiteling weer zou dichtslaan.