La Rançon de la Gloire
Recensie

La Rançon de la Gloire (2014)

Een ex-crimineel en zijn beste vriend jatten de kist met inhoud van de overleden Charlie Chaplin. De maker van het weergaloze Des Hommes et des Dieux kon er klaarblijkelijk wél om lachen.

in Recensies
Leestijd: 3 min 7 sec
Regie: Xavier Beauvois | Cast: Benoît Poelvoorde (Eddy Ricaart), Roschdy Zwem (Osman Bricha), Séli Gmach (Samira), Chiara Matroianni (Rosa), Dolores Chaplin (Oona O’Neill), e.a. Speelduur: 110 minuten | Jaar: 2014

De Waalse acteur Benoît Poelvoorde, ooit voorzitter van de jury van het Filmfestival van Cannes, heeft de lach aan zijn kont hangen. Poelvoorde heeft weliswaar ook wel wat serieuze rollen op zijn naam staan, maar de Belg is toch vooral bekend geworden vanwege zijn komische rollen. De contrasten die de acteur neer weet te zetten, komen op pijnlijke wijze naar voren in het komische drama La Rançon de la Gloire. Hierin speelt de Walloniër crimineel Eddy die vlak voor Kerst uit een Zwitserse gevangenis wordt ontslagen en onderdak vindt bij een Algerijns maatje dat hem kennelijk nog iets schuldig is. Wat Poelvoordes personage op zijn kerfstok heeft wordt niet duidelijk, maar een ernstig geldgebrek van vriend Osman leidt tot een verregaand en provisorisch uitgedacht crimineel plannetje. Ondertussen valt Eddy in als clown in het circus. De misdaad is behoorlijk ernstig, maar regisseur van dienst Xavier Beauvois maakt er een gebbetje onder vrienden van.

Beauvois kondigt zijn tragikomedie aan als zijnde gebaseerd op ware gebeurtenissen. Dan moet je je altijd even achter je oren krabben. In dit geval sluit hij aan bij het verhaal dat het graf van de vermaarde Charles Chaplin vlak na zijn dood tijdens de Kerst van 1977 door twee immigranten leeggeroofd werd. De grafschenders verborgen de kist en probeerden de rouwende nabestaanden van Chaplin losgeld af te troggelen. Beauvois, bekend van het beklemmende kloosterdrama Des Hommes et des Dieux, heeft de Poolse en Bulgaarse criminelen vervangen door Eddy en zijn vriend Osman. Daar gaan we dus met 'gebaseerd op ware gebeurtenissen.' Lange tijd werd de verdwijning van Chaplins doodskist als een hoax beschouwd, maar de diefstal heeft daadwerkelijk plaatsgevonden in Zwitserland waar de filmmaker en acteur tot aan zijn dood woonde. De aanleiding, pardon het excuus, voor de misdaad in La Rançon de la Gloire is Osmans vrouw die in het ziekenhuis moet verblijven en een peperdure heupoperatie nodig heeft om weer te kunnen lopen.

Voilà, eigenlijk is de misdadige missie van de twee vrienden dus heel nobel. Het doel heiligt kennelijk de middelen, waarmee Beauvois de scherpe kantjes van het drama afhaalt. De filmmaker doet er daarnaast alles aan om Eddy zo sympathiek neer te zetten. Hij deelt cadeautjes uit, kan het ontzettend goed vinden met de dochter van Osman en valt zonder problemen in bij het circus als ze een clown tekortkomen. Beauvois steekt niet onder stoelen of banken dat hij een groot fan is van het werk van Chaplin. Niet alleen modelleert hij Eddy naar de guitige clochard die Chaplin vertolkte, hij toont ons ook integrale scènes uit het werk van de grootmeester. Daarbij wordt voor het gemak maar even uit het oog verloren dat het hier gaat om een ernstige misdaad. Bovendien leunt Beauvois wel erg sterk op het werk van anderen en dan wel Chaplin in het bijzonder.

Het is niet helemaal duidelijk wat Beauvois nu precies voor heeft gestaan toen hij aan de slag ging. Gaat het over een crime passionel, de rekbaarheid van vriendschap of simpelweg om een lollig verhaaltje over een hele serieuze kwestie? De pogingen om de familie Chaplin onder druk te zetten zijn wellicht misplaatst, maar door de grote mate van klungeligheid nog best amusant, maar daar blijft het dan ook wel bij. De finale is ronduit een teleurstelling, en La Tête Haute stort dan ook als een drilpudding in elkaar. De omvangrijke Chaplin-familie gaf er kennelijk hun goedkeuring aan. Interessant detail is wel dat de echte kleindochter van Charlie haar eigen moeder speelt. Ook haar broer is te zien in een bijrol in het circus.