Flight
Recensie

Flight (2012)

Robert Zemeckis laat de special effects grotendeels links liggen in dit solide drama over een alcoholistische piloot. Zowel het vliegtuig als het verhaal heeft wat opstartproblemen.

in Recensies
Leestijd: 3 min 21 sec
Regie: Robert Zemeckis | Cast: Denzel Washington (Whip Whitacker), Kelly Reilly (Nicole), Bruce Greenwood (Charlie Anderson), Don Cheadle (Hugh Lang), John Goodman (Harling Mays), e.a. | Speelduur: 138 minuten | Jaar: 2012

Het heeft twaalf jaar moeten duren voor Robert Zemeckis zich weer eens aan live-action heeft durven wagen. De regisseur van onder meer Back to the Future en Forrest Gump heeft de afgelopen jaren in zijn spreekwoordelijke schuur voornamelijk zitten experimenteren met animatie. Zemeckis, die er veelvuldig van beticht is special effects boven een degelijk verhaal te verkiezen, ondernam met projecten als The Polar Express en A Christmas Carol dubieuze pogingen om computeranimaties zo levensecht mogelijk te laten lijken. De beschuldiging van sommige critici dat Zemeckis een goed verhaal ondergeschikt heeft gemaakt aan de technische kant van het filmmaken is onterecht. De ronduit spectaculaire crashscène die na een minuut of twintig het plot van Flight in werking zet, vormt namelijk niet eens het hoogtepunt van Zemeckis’ pilotendrama.

Denzel Washington, die met zijn hoofdrol een uitnodiging voor de Oscars binnenhaalde, speelt de jofele nestorpiloot Whip Whitaker die zijn vluchtjes bij wijze van routine afwerkt. In het openingsshot zien we een straalbezopen Whip met een mooie veel jongere stewardess het bed delen en een lijntje coke snuiven. Een paar uur later neemt de piloot plaats in de cabine. Door de verwachte turbulentie mogen er geen drankjes worden uitgedeeld, maar de aan een kater lijdende Whip gooit zelf drie flesjes wodka in zijn flesje jus. Zijn copiloot ziet de vlucht met angst en beven tegemoet, maar de roekeloze Whip haalt zijn schouders op. Als het toestel er door technische mankementen de brui aan geeft weet Whip het met lef en vakmanschap in een weiland te parkeren. Het dodental wordt beperkt tot zes en Whip wordt als held onthaald door de media.

Over het feit dat Whip een zware drinker is hoeft hij het niet eens te hebben. Het falen van de techniek is namelijk de enig denkbare reden van het crashen van het vliegtuig. Anders dan de spectaculaire actiescènes aan het begin van Flight doen vermoeden, prevaleert bij Zemeckis het drama. Whip lijkt niet tot veel introspectie of zelfreflectie in staat. Om de groeiende gewetensnood van de piloot vorm te geven, haalt Coach Carter-scenarist John Gatins er allerhande bijfiguren bij. De functie van hen is niet altijd geheel duidelijk. Want wil hij met het aanhalen van de verstoorde band tussen Whip en zijn zoon de menselijkheid en de tragiek van de hoofdpersoon onderstrepen? En dient de aan heroïne verslaafde Nicole, die Whip in het ziekenhuis ontmoet en later zelfs bij hem intrekt, als het vleesgeworden geweten dat Whip zelf niet durft aan te spreken?

Aanvankelijk lijken de bijrollen vaag omlijnd en abstract. Zemeckis is echter iets met ze van plan, al duurt het net een tikkeltje te lang voor dit duidelijk wordt. Dit wordt met name duidelijk bij de stoorzenders en dwarsliggers. Aan de mensen die Whip van meet af aan steunen, heeft hij namelijk bijzonder weinig. John Goodman speelt bijvoorbeeld Whips buddy en dealer Harling Mays, een geniaal maar eveneens misplaatst personage dat slechts in twee scènes de boel komt opvrolijken. Vakbondvertegenwoordiger Charlie Anderson praat de piloot naar de mond en komt aanzetten met advocaat Hugh Lang die het Whip nog even moeilijk lijkt te gaan maken.

Het enige euvel van het overwegend krachtige Flight is de omslachtige wijze waarmee Zemeckis en Gatin de vicieuze cirkel waarin de verslaafde piloot zich bevindt vormgeven. Als de bijfiguren eenmaal hun plek hebben ingenomen en hun aanwezigheid rechtvaardigen, komt er meer rust in het verhaal en komt de focus meer op Washington te liggen. Zijn personage krijgt dan de kans om uit te balanceren en zich te ontwikkelen. Het sterke tweede bedrijf onderstreept maar weer eens waarom de bijna zestigjarige acteur al twee Oscarbeeldjes op zijn schoorsteenmantel heeft staan. Zemeckis verkent alcoholisme niet zo zwartgallig en diepgravend als Billy Wilder dat deed in The Lost Weekend, maar Flight ontpopt zich na enige plotmatige hindernissen tot een solide drama dat zelfs van het moralistische einde weinig hinder ondervindt.