Don't Be Afraid of the Dark
Recensie

Don't Be Afraid of the Dark (2010)

Een klassieke spookhuisfilm, maar dan met monsters. Deze kleine etters hebben het voorzien op de tandjes van de achtjarige Sally.

in Recensies
Leestijd: 2 min 44 sec
Regie: Troy Nixey | Cast Katie Holmes (Kim), Guy Pearce (Alex), Bailee Madison (Sally), e.a. | Speelduur: 99 minuten | Jaar: 2010

Arme achtjarige Sally. Tegen haar wil wordt ze bij haar moeder weggeplukt door haar vader die samen met zijn nieuwe vriendin aan de andere kant van Amerika woont. Met zijn drietjes betrekken ze een groot en verlaten landhuis. Je raadt het ongetwijfeld: dat landhuis is natuurlijk iets minder verlaten dan iedereen denkt. In deze woning wonen namelijk kleine monstertjes in de kelder.

In de proloog van de film trekt de vorige eigenaar van het huis met luid gekraak zijn eigen tanden uit zijn mond om aan de wensen van de wezens te voldoen. Het moge duidelijk zijn dat ze niet de vriendelijkste zijn. Geen groot monster of spoken dus in Don't Be Afraid of the Dark, maar etters à la Critters of Gremlins. Ze lijken wel wat op vleugelloze vleermuizen, maar regisseur Troy Nixey weet goed dat hij ze maar spaarzaam in beeld moet brengen. Verbeelding is krachtiger dan beeld.

Het is verder wel een cliché, zo'n landhuis gebruiken als setting, maar wel een effectief clichébeeld. Zoveel goede horrorfilms hebben deze locatie en waarom ook niet: groteske beelden, spinnenwebben, piepende deuren en natuurlijk schaduwen vormen een perfect toneel voor alles wat eng is. Guillermo del Toro toonde dat als producent nog aan met El Orfanato (2007), een klassieke spookhuisfilm die dankbaar gebruik maakte van alle stereotypes. Des te heugelijker was het nieuws dat Del Toro zijn naam ook had verbonden aan Don't Be Afraid of the Dark.

De spoken zijn vervangen door monsters, maar het uitgangspunt blijft hetzelfde: groot huis, nare voorgeschiedenis. Een verschil met El Orfanato is de hoofdpersoon. In deze film is dat geen volwassen vrouw maar een achtjarig meisje. De impact van dit verschil pakt alleen wel negatief uit, waarschijnlijk omdat het verhaal door de ogen van Sally verteld wordt. De balans van spannende horror verschuift zodoende naar een kinderverhaal. Sally is de enige die de monsters ziet (ze willen zich voeden met haar melkgebit), waardoor haar vader aanneemt dat haar opmerkelijke gedrag te maken heeft met heimwee naar haar moeder. Toegegeven: de nachtmerrievarianten op de tandenfee kunnen je soms de stuipen op het lijf jagen, maar die momenten zijn spaarzaam.

Daarnaast blijkt Bailee Madison niet sterk genoeg om de hoofdrol te dragen. Ze pruilt de hele film lang; ze kijkt nors, ontevreden of ongelukkig. Ze speelt eigenlijk een naar kind en heeft niet genoeg talent om de kijker aan zich te binden. Als de wezens weer eens uit de schaduwen kruipen om het haar moeilijk te maken zou je haast wensen dat ze er eindelijk in slagen om Sally mee te sleuren naar de kelder. Dan zijn we tenminste af van haar gedram, maar het kan niet de bedoeling zijn geweest dat het publiek halverwege de film voor de monsters zou gaan juichen.

Er schuilt dus wel degelijk potentie in Don't Be Afraid of the Dark, maar regisseur Troy Nixey en producent Del Toro trekken lang niet alles uit de kast. De film blijft hoofdzakelijk te braaf. De monsters zijn creepy, maar niet kwaadaardig genoeg om memorabel te zijn. Minder pruillipjes en meer bloed hadden een goed verschil kunnen maken. Deze horror valt uiteindelijk tussen wal en schip: te eng voor kinderen, te saai voor volwassenen.[/b]