My One and Only
Recensie

My One and Only (2009)

Slimme en verzorgde tragikomedie over de roadtrip van een alleenstaande moeder en haar puberzoons is een waar feest van jarenvijftigherkenning.

in Recensies
Leestijd: 2 min 51 sec
Regie: Richard Loncraine | Cast: Renée Zellweger (Ann), Kevin Bacon (Dan), Logan Lerman (George), Mark Rendall (Robbie) e.a. | Speelduur: 108 minuten | Jaar: 2009

Een blinkende Cadillac-showroom vormt het toepasselijke decor van My One and Only’s openingsscène. De in 1953 spelende film is namelijk één groot feest van jarenvijftigattributen. Van de heerlijk bedompte nieuwsberichten en reclamespotjes die onder de begintitels zijn gezet tot Renée Zellwegers zwierige garderobe en een drive-in bioscoop: geen fiftiescliché ontbreekt. Maar ze worden elk met zoveel vakkundigheid en plezier opgediend dat My One and Only alleen al daarom de moeite van het kijken waard is. Gelukkig gaat deze warmbloedige roadmovie ook nog ergens over.

In die Cadillac-showroom wil de in onberispelijk pak gestoken George, vijftien jaar, een lichtblauwe bolide aanschaffen. Contant. De schampere lach van de autoverkopers tegenover hem sterft ogenblikkelijk weg als Georges charmante moeder Ann binnenstapt en uitlegt dat het menens is. De aanschaf van de glimmende Caddy is het begin van een lange reis naar geluk die de eigengereide Ann met haar twee puberzoons voor de boeg heeft. Zij heeft het van het ene op het andere moment helemaal gehad met de buitenechtelijke escapades van haar man Dan, een succesvol showzanger. Ann geeft haar comfortabele leventje aan de Upper East Side in New York op, pakt haar koffers en sleurt haar zoons tegen hun zin mee op haar zoektocht naar een nieuwe man om het gezin te onderhouden. Stad na stad en ex na ex krijgen visite van Ann en haar jongens, maar zonder succes. Hun geldvoorraad slinkt in moordend tempo en het drietal neemt genoegen met steeds mistroostigere huisvesting. Uiteindelijk voelt Ann zich tot haar vernedering genoopt terug te keren naar haar geboortegrond, een provinciestadje in het zuiden van de Verenigde Staten waar haar benepen zus Hope nog altijd woont. Anns oudste zoon Robbie, een ambitieuze gay die het in Hollywood wil gaan maken, neemt zijn moeders avontuur redelijk voor lief. George wordt echter steeds opstandiger en zo stevent het gebroken gezin af op een aantal pijnlijke confrontaties.

De onovertroffen art direction van My One and Only zal wellicht nostalgische Mad Men-adepten naar de bioscoop lokken, maar naast een mooi jarenvijftiguiterlijk beschikt de roadmovie ook over scherpe dialogen en fijne, vaak genadeloze observaties van hoofdpersoon George. Zijn voice-over is de leidraad van de film, die losjes gebaseerd is op de memoires van de nog altijd werkende maar lang vergeten acteur George Hamilton.

My One and Only brengt af en toe This Boy’s Life uit 1993 in herinnering, waarin een piepjonge Leonardo DiCaprio met Ellen Barkin als zijn moeder ook op zoek is naar een onafhankelijk bestaan in de jaren vijftig. Zo indrukwekkend als DiCaprio in die film debuteerde is de jonge Logan Lerman als George misschien niet, maar hij overtuigt absoluut, evenals de rest van de cast. Wie allergisch is voor Renée Zellwegers eeuwige pruilmondje en haar bijna cartooneske, hees-hoge stemgeluid zal ook tijdens deze film even moeten doorbijten. Zellwegers Ann blijkt uiteindelijk echter een innemend, meerlagig persoon, wier problemen exemplarisch zijn voor die van talloze vrouwen uit die tijd.

Maar een belerend emancipatiesprookje is My One and Only gelukkig niet; komisch vuurwerk en pakkend drama voeren de boventoon. Jammer dat de film tegen het einde wel erg zoet wordt en zijn happy einde zo nadrukkelijk uitspreekt. Daardoor zullen velen My One and Only misschien alsnog als een ‘feelgood wijvenfilm’ wegzetten, een label dat deze slimme en verzorgde tragikomedie in aanzet niet verdient.