Troy
Recensie

Troy (2004)

De film stelt enigszins teleur, niet omdat hij anders is dan ‘het boek’, maar juist omdat die momenten waarop hij wél de tragiek van het eeuwenoude epos wil benaderen, tekort schieten

in Recensies
Leestijd: 4 min 25 sec
Regie: Wolfgang Petersen | Cast: Brad Pitt (Achilles), Eric Bana (Hector), Orlando Bloom (Paris), Brian Cox (Agamemnon), Peter ‘O Toole (Priamos) e.a.

Iedere verfilming van een literair werk is een compromis, en tegelijkertijd een werk op zichzelf dat op zijn eigen merites beoordeeld zou moeten worden. Maar sommige compromissen zijn moeilijker te verteren dan andere. De tien jaar durende strijd tussen Grieken en Trojanen, de daden van onvergelijkelijke helden als Achilles, Hektor, Odysseus en Aias, de val en complete verwoesting van het onneembaar geachte Troje, meer dan 3000 jaar geleden… die verhalen vormen het grootste epos van de Westerse beschaving. Als Tolkiens Ring een negen uur durende filmtrilogie verdiende, dan geldt dat zeker voor het verhaal over de Trojaanse oorlog, zoals dat is overgeleverd door grote dichters als Homerus en Vergilius.

Wolfgang Petersens Troy is helaas geen trilogie geworden, maar een twee en een half uur durend spektakel, waarin de compromissen niet van de lucht zijn. En toch is Troy geen slechte film. Petersen regisseert zijn veldslagen en duels op energieke wijze, en de twee belangrijkste kemphanen, de snelvoetige Achilles en de nobele Hektor, worden krachtig belichaamd door Brad Pitt en Eric Bana. Maar juist omdat op sommige punten de spijker op de kop wordt geslagen, is het zo frustrerend dat de film in andere opzichten zo tekort schiet. Petersen heeft bepaalde keuzes moeten maken om een mooi afgerond verhaal te vertellen, compleet met romantische verwikkelingen en dramatische pay-offs. Die keuzes leiden ertoe dat je soms een glimp op mag vangen van de mythische gloed die dit epos omgeeft, maar er nooit helemaal aan wordt blootgesteld.

De plot van de film maakt duidelijk dat er met de gegevens uit de Ilias en andere bronnen erg vrij is omgesprongen. Zo spelen de Griekse goden hoegenaamd geen rol. Waar zij in de Ilias de verschillende helden terzijde staan danwel tegenwerken, zich in de strijd werpen en zelfs gewond raken, is van hun invloed in deze film niets te merken. Troy wil, in navolging van films als Braveheart en Gladiator, een zeker realisme handhaven.

Achilles, de blonde held die de grootste is onder de Grieken, is hier al in dienst van Agamemnon vóór het begin van de oorlog. Hij vecht echter niet voor Agamemnon, die hij openlijk veracht, maar om eeuwige roem te vergaren. In Achilles brandt een allesverterend verlangen om de geschiedenis in te gaan als de grootste krijger aller tijden. Hij ziet zijn kans schoon wanneer Menelaos, koning van Sparta, zijn broer Agamemnon vraagt om met hem ten strijde te trekken tegen Troje. Menelaos is woest omdat de Trojaanse prins Paris zijn vrouw Helena, de mooiste vrouw ter wereld, heeft geschaakt en tot prinses van Troje wil maken.

Dat geeft de op macht beluste Agamemnon een excuus om het grootste leger aller tijden op te trommelen, en met duizend schepen Troje aan te vallen. Daar moet en zal Achilles zijn eeuwige glorie vergaren, maar pas nadat hij liefde en verlies heeft geproefd.

Troy zal het best in de smaak vallen bij diegenen die voor het eerst kennismaken met de strijd om Troje, en de mythische helden die daar schitterden. Dit is een film die zich wat schaal en spektakel betreft zeker kan meten met Gladiator, en een aantal sterke acteurs op de goede plek heeft zitten. Eric Bana is een perfecte Hektor: ernstig, heldhaftig en doordrongen van plichtsgevoel. Peter ‘O Toole, als de Trojaanse koning Priamos, toont zijn nog altijd magnetische charisma, vooral in het shot waar Priamos ontzet neerziet op zijn brandende stad. Daarbij steken Orlando Bloom als Paris en Diane Kruger als Helena, de vrouw om wie het allemaal begonnen is, wat flets af.
Brad Pitt overtuigt vooral in de actiescènes, waarin hij een werkelijk zéér effectieve, ongenaakbare vechtmachine neerzet. Het duel tussen Hektor en de verbeten Achilles is dan ook geslaagd als onbetwist hoogtepunt van de film.

Als je de verhalen over de Trojaanse oorlog wél kent, zal het erg moeilijk zijn je over een aantal zaken heen te zetten. Het probleem is niet dat de film aan veel details voorbij gaat, of zelfs dat er ineens heel andere personages blijven leven of sterven. Troy is slechts losjes gebaseerd op Homerus, en moet zoals gezegd op zichzelf beoordeeld worden. Het probleem is dat vooral de drama’s die de film wél aanstipt niet uit de verf komen, en soms zelfs ongeloofwaardig zijn. Hoe verklaar je de haat van Achilles jegens Hektor, als die – in tegenstelling tot in de Ilias – pas achteraf doorheeft wie hij op het slagveld heeft gedood? En wat is de wrok van Achilles zonder de wroeging die daarop volgt, wanneer hij beseft wat zijn trots hem heeft gekost?

De haat en de wrok zijn weliswaar in de film verwerkt, maar zijn psychologisch teveel vervlakt – een gemiste kans. En over gemiste kansen gesproken: het is één ding om de grote Agamemnon als een megalomane klootzak af te schilderen, maar zo bij het leven schmierend als Brian Cox hem hier neerzet is wel wat veel van het goede – vooral tegen het einde, wanneer Agamemnon door het brandende Troje loopt te gillen: “Let it burn! Let it burn!!”

Misschien komt die ultieme filmtrilogie over de Trojaanse oorlog (en de Odyssee wellicht?) er ooit nog. Tot die tijd hebben we Troy, een oogstrelend, energiek en vakkundig gemaakt compromis. Het zij zo.