The Ruins
Recensie

The Ruins (2008)

Bevat misselijkmakend realistische special effects die gebrek aan logica of diepgang proberen te verbloemen.

in Recensies
Leestijd: 2 min 45 sec
Regie: Carter Smith | Cast: Jonathan Tucker (Jeff), Jena Malone (Amy), Shawn Ashmore (Eric), Laura Ramsey (Stacy), Joe Anderson (Mathias) | Speelduur: 91 minuten | Jaar: 2008.

Heb je er één gezien dan ken je ze allemaal, dat is de gangbare verwachting bij een horrorfilm. Wat echter niet wil zeggen dat een film die aan deze genreconventies voldoet, slecht is. Het gaat om de individuele draai die wordt gegeven aan een bekend bloedpatroon. Laat The Ruins nu zo’n film zijn.

De film is gebaseerd op het gelijknamige boek van schrijver Scott B. Smith waarin de twee Amerikaanse vriendinnen Amy en Stacy met hun vriendjes Jeff en Eric op vakantie zijn in Mexico. Relaxen aan de rand van het zwembad, zonnebrand smeren en cocktails drinken met een parapluutje; een hemel op aarde. Om de laatste dag toch nog enigszins actief af te sluiten, (beetje cultuur opsnuiven) besluiten ze de broer van een toevallig opgeduikelde Duitse toerist op te zoeken bij een archeologisch opgraving van een ruïne. Deze met ranken bedekte piramide uit de Mayabeschaving staat à la The Beach niet op toeristische kaarten en blijkt inderdaad een attractie ‘to die for’.

Doordat het idee van vier studenten die vakantie vieren voordat ze in het slachthuis belanden niet bijster origineel is (om niet te zeggen uitentreuren uitgemolken), is er een ‘oplossing’ gevonden. Er wordt een grote hoeveelheid toevalligheden opgevoerd om de vier personages in sneltreinvaart naar de plek des onheils te bonjouren. Helaas houdt het daar niet bij op, want eenmaal aangekomen worden ze met nog meer toeval en pech bestookt, zodat ze de ruïne ook niet meer kunnen verlaten. Wie laat zich nou in een schacht afzakken zonder het touw te checken? Na dit klungelige voorvertoon begint The Ruins dan eindelijk écht.

De vrienden zitten vast en worden van alle kanten belaagd door een geruisloze maar bloeddorstig verraderlijke bovennatuurlijke killer. Het gevoel van avontuur dat de titel oproept, wordt geruisloos vervangen door claustrofobie in de met zon overgoten buitenlucht. Angst om de ruïne te verlaten, angst om er te blijven en de opbouwende angst voor elkaar waar de goedbedoelde amputaties zeker aan bijdragen.

Jammer is echter dat het de makers niet lukt de personages van vlees en bloed te maken. Dit ligt niet aan de nog redelijk onbekende acteurs, zij komen overtuigend genoeg over als de eendimensionaal vormgegeven studenten. Het zijn de houterige, nietszeggende dialogen en het gebrek aan achtergrondinformatie die van hen ‘flat characters’ maken. Behalve van Jeff (student geneeskunde wat toevallig goed van pas komt) weten we van de anderen niets anders dan dat ze op vakantie zijn en van feest vieren houden. Het is dan niet verwonderlijk dat je als kijker enkel een band krijgt met hun daadwerkelijke vlees en bloed. Het doet plaatsvervangend pijn als je een rug drie keer hoort én ziet breken en stompen ziet die worden dichtgeschroeid met een koekenpan. De special effects maken het gebrek aan inhoud ruimschoots goed. Wegkijken door de horror van de realistisch weergegeven wonden is dan ook een begrijpelijke reactie. De individuele draai die The Ruins aan het verhaal geeft, is die van de psyche; echte horror zit van binnen en dat blijkt als Stacy automutilatie uitoefent totdat er geen vlees meer over is en de anderen gerust probeert te stellen met: “It's okay. I just gotta get this last one.”