Recensie

Inferno (2016)

Tom Hanks is terug als Robert Langdon en de slimme schone is dit keer Felicity Jones. De speurtocht voert naar Florence. Meer van het zelfde in deze derde Dan Brown-verfilming.

in Recensies
Leestijd: 4 min 33 sec
Regie: Ron Howard | Cast: Tom Hanks (Robert Langdon), Felicity Jones (Sienna Brooks), Ben Foster (Bertrand Zobrist), Sidse Babett Knudsen (Elizabeth Sinskey), Irrfan Khan (Harry Sims), Omar Sy (Christoph Bruder), Ana Ularu (Vayentha), e.a. | Speelduur: 121 minuten | Jaar: 2016

Vorige maand kondigde Dan Brown aan dat we maar liefst een jaar de tijd hebben om ons voor te bereiden en/of te verheugen op zijn nieuwste roman. Origin, dat op 26 september 2017 verschijnt, wordt het vijfde boek waarin hoogleraar kunstgeschiedenis en symbolenexpert Robert Langdon allemaal puzzels mag oplossen en vanzelfsprekend ook de wereld zal redden aan de zijde van een mooie vrouw. Waar Browns thriller over zal gaan is nog niet bekend, maar de titel doet wat vermoedens rijzen. Het is inmiddels dertien jaar nadat Brown hele sociale levens in de war schopte omdat iedereen zijn doorbraak The Da Vinci Code aan het verslinden was. Wat je ook van de literaire kwaliteiten van Dan Brown vindt, je moet de man nageven dat hij een nieuw subgenre heeft geïntroduceerd dat veel navolging en imitaties tot gevolg had. In de handen van Ron Howard ontstonden tot nu toe twee onderhoudende verfilmingen die doorgaans visueel hoogstaand waren en een keur aan grote namen aan zich wisten te verbinden. De regisseur valt dan zelfs nog de matige computersimulaties van het Vaticaan in Angels and Demons te vergeven.

Eigenlijk was de derde Langdon-roman The Lost Symbol aan de beurt, maar verder dan een script kwam het niet. Howard ging liever meteen met Inferno aan de slag omdat hij hier meer uitdagingen in zag. Eigenlijk volgen we hier weer exact hetzelfde stramien, waardoor het gevoel ontstaat dat de Langdon-reeks vooral een invuloefening is waarbij alleen de locaties, thematiek en slimme schone aan Langdons zijde verschillen. Dit keer wordt de professor wakker met een lelijke hoofdwond in een ziekenhuis in het Italiaanse Florence. Veel tijd om zich te realiseren waarom hij daar is beland heeft de bolleboos niet. Terwijl Langdon hallucinaties binnenkrijgt van verminkte lichamen en brute veldslagen en net aan zit te pappen met de mooie dokter Sienna, stormt een agressieve agente zijn ziekenhuiskamer binnen. Langdon en Sienna zetten het op een vluchten en belanden in haar appartement. Hier vindt de intellectueel meer duidelijkheid over de toestand waarin hij is beland. Een miljardair genaamd Bertrand Zobrist heeft zich van een toren geworpen, maar heeft een wereldbedreigende erfenis achtergelaten. Voortdurend op de hielen gezeten proberen Langdon en Sienna met allerlei raadsels en verwijzingen een catastrofe te voorkomen.

Als je denkt aan Florence dan kom je al snel uit op Leonardo da Vinci, De' Medici of Dante Alighieri. De eerste had Brown al gehad en De' Medici is zo'n wijdvertakte familie dat je er onmogelijk een coherent verhaal omheen kunt schrijven. Dus kwam Brown uit op Dante die met zijn Goddelijke Komedie zevenhonderd jaar geleden verantwoordelijk was voor het beeld van hemel en hel dat we nu nog steeds kennen. Een probleem is dat Brown niet heel veel verder heeft gekeken en vooral denkt te kunnen scoren met informatie die je in de eerste de beste reisgids van Florence ook tegenkomt. Hoe vermakelijk deze derde Langdon-verfilming ook moge zijn, het is meer dan ooit een aanslag op je intelligentie. Langdon ziet een raadsel, grijpt even met zijn vuist naar zijn kin, kijkt een paar keer moeilijk en lepelt het antwoord op. Met een beetje algemene kennis had je een fractie van een seconde later zelf ook het antwoord geweten. Sienna zinspeelt nog op zijn verlies aan kortetermijngeheugen door op te merken dat hij Dante wél kent, maar niet op het woord voor koffie kan komen. Leuk deze zelfkritiek op het gebrekkige plot, maar zelfs ervaren scenarist David Koepp kan weinig chocola maken van deze onzinnigheden.

Verder dan een makkelijk anagram of ontzettend bekende kunstuitingen komt het niet. Ja, bij deze derde Dan Brown-verfilming moet meer dan ooit de logica opzij gezet worden. Als je hierin slaagt ga je best een aangename twee uur tegemoet. Tom Hanks past de jas van Robert Langdon nog steeds uitstekend en hij wordt aardig geflankeerd door Felicity Jones die een aangename Britse charme met zich meebrengt. Afgezien van de afgezaagde en de veel te voor de hand liggende raadsels die Langdon moet zien op te lossen gaat toch de grootste kracht in deze filmreeks uit van de race tegen de klok. Ook al kun je de afloop ervan, zelfs als je de kennis van het boek ontbeert, grotendeels voorspellen, Howard excelleert wederom in zinderende achtervolgingssequenties. Deze vinden ook deels per voet plaats, waardoor Langdon en Sienna vergezeld van weergaloze droneshots het befaamde Palazzo Vecchio in vluchten. De prachtig gedecoreerde, met extravagant veel bladgoud afgewerkte cassetteplafonds blijven uiteraard ook niet onbenut.

Als de finale nadert en de logica van dit alles nog verder te zoeken is dan al het geval was, tovert Brown nog een plotwending uit zijn hoge hoed. De functie die de persoon in kwestie inneemt, wordt daarna al snel door een ander personage overgenomen. Deze rolverwisseling lijkt te onderstrepen dat Brown maar heel moeilijk zonder zijn archetypische personages kan en ze kennelijk nodig heeft om zijn verhalen goed af te ronden. Wat betreft de verfilmingen van zijn werk kan hij zich met het vakmanschap, de prachtige luchtshots en strakke montages geen betere regisseur wensen dan Ron Howard. Laten we alleen hopen dat Dan Brown met zijn Origin zijn vastgeroeste blauwdruk grotendeels los weet te laten. Dit trucje kennen we zo onderhand wel en ook Howard en Hanks zullen wel wat verandering van spijs willen.