The Crossing
Recensie

The Crossing (2020)

Spannend avonturenboek in filmvorm, in bezet Noorwegen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

in Recensies
Leestijd: 3 min 6 sec
Regie: Johanne Helgeland | Scenario: Maja Lunde en Espen Torkildsen | Cast: Anna Sofie Skarholt (Gerda), Bo Lindquist-Ellingsen (Otto), Samson Steine (Daniel), Bianca Ghilardi-Hellsten (Sarah), Henrik Siger Woldene (Per), Luke Neite (Herman), Julius Robin Weigel (Hans), Kari Simonsen (Wilhelmine), e.a. | Speelduur: 96 minuten | Jaar: 2020

Joodse kinderen zijn niet veilig in het bezette Noorwegen van 1942. Daniel en zijn zusje Sarah zijn ondergedoken bij de ouders van Gerda, en moeten de grens over vluchten naar het vrije Zweden. Maar wanneer de twee volwassenen worden opgepakt door de Noorse politie, is het ineens aan onze heldin Gerda om dit tweetal naar veiligheid te helpen. Haar oudere broer Otto gaat mee, maar wel met enorme tegenzin. Een moeilijke tocht vol gevaar, maar ook vol onderlinge spanning en met hulp uit onverwachte hoeken.

The Crossing is als een jongensavonturenboek over de Tweede Wereldoorlog, maar dan met een meer diverse casting. Het is niet verwonderlijk dat deze film is gebaseerd op de kinderthriller 'Over grensen' van schrijfster Maja Lunde. Gerda neemt de leiding in de reddingsoperatie, geïnspireerd door haar idolen uit haar favoriete boek, 'De Drie Musketiers'. En het is vooral haar moed die dit groepje bij elkaar houdt. Gedurende het verhaal wordt de boel lekker spannend gemaakt, want de Duitse krijgsmacht zit het viertal continu op de hielen.

Het blijft natuurlijk een kinderfilm, en dat betekent dat de grootste ellende van de Tweede Wereldoorlog vooral in eufemistische termen een beetje op de achtergrond blijft. Als verzetsmensen zijn uitgeschakeld, zien we alleen een omgevallen kruiwagen in hun tuin. Geen sporen van heftig verzet, zoals bloedvlekken en vernieling. Maar die kruiwagen is genoeg om te weten dat de boel niet in de haak is. Ook zaken als de holocaust, collaboratie en oorlogsgeweld zien we alleen in een kinderperspectief, afgeschermd van de ergste gruwelijkheden. Maar het gevaar bestaat wel degelijk.

En juist door deze zaken in vrij eenvoudige termen te laten zien, ontstaat er ruimte om wat grijstinten aan te brengen in andere verhaalonderdelen. Otto is misschien de slimste van het viertal, maar hij flirt ook met nazisympathieën. De ouders van zijn beste vriendje zijn fascistisch, en ze hebben Gerda's broertje wel eens naar een bijeenkomst meegenomen. Aan de andere kant is er Daniel, die al flink is getekend door de jaren van onderdrukking. Hij is altijd achterdochtig, ook wanneer dit onhandig is. Hij en tegenpool Otto hebben het meeste te leren tijdens deze vlucht.

The Crossing doet vooral goed wat het moet doen, namelijk een spannend verhaal vertellen. En de scènes waarin het gevaar het sterkst op de loer ligt worden goed afgewisseld met adempauzes waarin de karakters van het viertal wat meer uitdieping krijgen. Maar uiteindelijk leren we vooral Gerda en Otto kennen. Het Joodse broertje en zusje blijven een tikkeltje eendimensionaal; de chagrijnige Daniel houdt van rennen, en Sarah is vooral een heel lief meisje. Veel meer weten we niet. Dat is extra jammer aangezien zij eigenlijk degenen zijn om wie dit hele verhaal draait, de bron van alle spanning. Als we ze wat beter kenden, stond er nog meer op het spel.

Wel weet The Crossing sterk de wereld van deze personages in beeld te vangen, of het nou de rookpluim is van een stoomtrein door een besneeuwd landschap, of het paar fonkelnieuwe renschoenen dat Daniel van zijn vader heeft gekregen. Het helpt ook voor de sfeer dat Otto en Gerda de meest Noors uitziende kinderen ooit zijn; blond en stevig, net een stel miniatuur-Vikingen. En wanneer de dreiging toeneemt, blijft precies genoeg in het ongewisse om je op het puntje van je stoel te houden. Deze familiefilm verwarmt je hart, en laat het soms van spanning sneller kloppen wanneer de Duitsers op de loer liggen. Zeker een bioscooptip voor tijdens deze herfstvakantie dus!