Aya and the Witch
Recensie

Aya and the Witch (2020)

Hoe is het mogelijk? Studio Ghibli stelt teleur.

in Recensies
Leestijd: 2 min 54 sec
Regie: Gorô Miyazaki | Scenario: Keiko Niwa en Emi Gunji | Cast (stemmen): Kokoro Hirasawa (Aya Wig), Shinobu Terajima (Bella Yaga), Etsushi Toyokawa (Mandrake), Gaku Hamada (Thomas), Sherina Munaf (Aya's moeder), Yuji Ueda (Mr. Jenkins), e.a. | Speelduur: 82 minuten | Jaar: 2020

Weesmeisje Aya is me er eentje. Ze weet alles en iedereen te manipuleren om haar zin te krijgen, en vooral ook met alles wat ze doet weg te komen. Daags nadat zij de andere kinderen heeft meegenomen om in spokenkostuums op het kerkhof rond te dolen, hoeft ze alleen maar een onschuldig toontje op te zetten bij de directrice. Aya's straffeloze leventje wordt echter verstoord, wanneer de blauwharige heks Bella Yaga en haar demonische begeleider Mandrake het meisje adopteren.

Studio Ghibli was lange tijd het bastion dat weerstand bleef bieden tegen het gebruik van 3D-animatietechnieken. Terwijl Disney volledig overging op de nieuwe standaard, hield diens Japanse evenknie voet bij stuk: alleen traditionele tekenfilms. Maar nu verschijnt dan toch de eerste 3D-computeranimatie van de legendarische studio op speelfilmlengte. En net zoals Disney vijftien jaar eerder zijn er op zijn zachtst gezegd opstartproblemen. Aya and the Witch zou zich zelfs in het beste geval nooit hebben kunnen meten met de films van 3D-moloch Pixar. Dat verwacht niemand. Maar ook met begripvolle ogen bezien is deze film een ferme teleurstelling.

En dat begint bij de animatie zelf. Het ziet er beter uit dan al die Europese direct-naar-dvd-films die probeerden mee te liften op het succes van Pixar, maar heel veel beter is het nou ook weer niet. En dat valt tegen voor een studio die weet hoe je personages moet animeren. De schaduwen geven het beeld vooral veel lelijke grijsheid mee en de vormen zijn erg simpel gehouden. Vooral kwalijk lijkt de ogenschijnlijke neiging om stijlvast te blijven. Ghibli-films weten het optimale te halen uit economisch animeren. Maar in de 3D-rendering van Aya and the Witch ziet dat er statisch uit, op het rotsvaste toe.

Nou valt daar met een mooi verhaal nog wel doorheen te kijken, maar ook dat zit er niet in. De studio lijkt vooral oude successen te herkauwen. Al in de eerste scène verschijnt een gele Citroën 2CV, die sterk doet denken aan het gele autootje van Lupin III uit de proto-Ghibli-film The Castle of Cagliostro. De jonge hoofdpersoon is dan weer een heksje in wording dat hard moet werken, zoals we die al kennen uit Kiki's Delivery Service. Inclusief pratende zwarte kat. En er wordt ook geprobeerd om een magische wereld te creëren binnen de muren van één Europees uitziend huis, wat aan meerdere films doet denken, maar misschien wel het meest aan Arriety. Het voelt onorigineel, maar meer nog als een zwakke kopie.

Het vreemdste is nog wel dat het verhaal vrij plotseling ophoudt. Er zijn wel wat ontwikkelingen geweest in het nieuwe huishouden van Aya en de verhoudingen liggen wat anders dan aan het begin, maar daar is alles wel mee gezegd. Ineens wordt de stekker eruit getrokken, bam, aftiteling. En als je dan bedenkt dat deze film in Nederland alleen maar te zien is in de originele Japanse taal met ondertitels, vraag je je echt af voor wie deze film wordt uitgegeven. Volwassen Ghibli-fans worden vrij zeker teleurgesteld en nieuwkomers gaan nooit van hun leven meer opnieuw iets van de studio kijken. De enigen die de film misschien kunnen omarmen zijn kinderen die om wat voor reden dan ook de personages leuk vinden. Maar zie die maar eens te overtuigen om ondertitels te gaan lezen.