The Young and Prodigious T.S. Spivet
Recensie

The Young and Prodigious T.S. Spivet (2013)

Jean-Pierre Jeunet probeert het nog eens in het Engels, maar wederom leidt dat tot slechts een halfgeslaagde film.

in Recensies
Leestijd: 4 min 2 sec
Regie: Jean-Pierre Jeunet | Cast: Kyle Catlett (T.S. Spivet), Helena Bonham Carter (Dr. Clair), Callum Keith Rennie (Father), Judy Davis (G.H. Jibsen), Niamh Wilson (Gracie), e.a.| Speelduur: 105 minuten | Jaar: 2013

Aangezien het een wet van Meden en Perzen is dat succesvolle Europese filmmakers worden ingelijfd door Hollywood, mocht de Franse Jean-Pierre Jeunet na Delicatessen en La Cité des Enfants Perdus naar de Verenigde Staten om Alien: Resurrection te maken. Helaas bleek het geen gelukkig huwelijk, aangezien de film door pers en publiek allesbehalve enthousiast werd ontvangen, wat lange tijd het einde betekende van de Alien-franchise. Zelf eveneens teleurgesteld in zijn eerste Hollywoodavontuur keerde Jeunet terug naar Frankrijk, waar hij met Le Fabuleux Destin d'Amélie Poulain een waanzinnig succes beleefde. Dit werd opgevolgd door het prima ontvangen oorlogsdrama Un Long Dimanche de Fiançailles en de komedie Micmacs à Tire-Larigot. Met The Young and Prodigious T.S. Spivet (de man heeft blijkbaar wat met lange titels) doet Jeunet weer een poging een wat internationaler publiek te bereiken.

The Young and Prodigious T.S. Spivet is geen Hollywoodproductie zoals Alien: Resurrection dat was. Dat de film bevolkt wordt door Engels sprekende acteurs komt simpelweg doordat het bronmateriaal een in het noorden van de Verenigde Staten afspelend jeugdboek is. Jeunet beschikt ditmaal niet over een groot budget of steracteurs, maar heeft gelukkig wel zijn unieke stijl kunnen behouden. Deze werkt tot op zekere hoogte, want helaas lijkt de regisseur niet helemaal te weten wat voor film hij wilde maken. Zeer waarschijnlijk stond hem een fantasierijke jeugdfilm als Hugo voor ogen, maar daarvoor mist hij simpelweg de flair van een grootmeester als Martin Scorsese.

Op een ranch in Montana maken we kennis met het Spivet-gezin, dat zo in een Wes Anderson-film zou passen: vader is een zwijgzame cowboy en moeder een verstrooide keveronderzoekster, tienerdochter Gracie is geobsedeerd door missverkiezingen en de twaalfjarige T.S. is een wetenschappelijk genie. Wanneer laatstgenoemde een revolutionaire uitvinding doet, trekt dat de aandacht van het befaamde Smithsonian Institution. In de veronderstelling dat hij een volwassen wetenschapper is, wordt de jonge T.S. uitgenodigd om een prestigieuze wetenschappelijke prijs in ontvangst te komen nemen. Het enige obstakel: het Smithsonian bevindt zich in Washington, een dikke drieduizend kilometer van de Spivet-ranch. Zonder iemand op de hoogte te stellen, verlaat T.S. zijn familie om met een goederentrein het land te doorkruisen op weg naar wetenschappelijke erkenning.

Hoewel The Young and Prodigious T.S. Spivet is gebaseerd op een boek van bijna vierhonderd pagina’s, voelt het geregeld als een kort verhaal dat is opgerekt tot speelfilmlengte. Dat komt vooral tot uiting in scènes die weliswaar geestig zijn, maar ook ontzettend willekeurig. Zo is er een moment waarop T.S. de telefoon wil opnemen en de verteller het nodig acht nodig in alle detail uit te leggen dat hij daar op drie verschillende wijzen naartoe kan lopen. In een andere scène wordt uitgebreid getoond hoe T.S. zijn koffer volstopt met allerlei spullen die hij nooit nodig zal hebben tijdens zijn reis. Dit heeft nauwelijks relevantie voor het verhaal en ondergraaft de intelligentie van T.S., door de kijker getuige te maken van hoe een hoogbegaafd jongetje totaal onnodig een enorm gewicht met zich meesleept. Mogelijk had dit verhaal dan ook beter gewerkt als een kortfilm van een halfuur.

Na een nogal stuurloos eerste halfuur bloeit de film gelukkig op wanneer T.S. Montana verlaat en koers zet naar Washington. Tijdens deze reis wordt zijn inventiviteit enkele malen mooi op de proef gesteld en heeft hij een interessante ontmoeting met een oudere zonderling (gespeeld door Jeunets vaste acteur Dominique Pinon). Gedurende dit deel grossiert de film verder in prachtige landschapsshots, waarbij het echter zeer opmerkelijk is dat in de week voor de in januari plaatsvindende State of the Union-speech nergens een vlokje sneeuw te zien is. Helaas is het alweer snel uit met de pret wanneer T.S. op zijn bestemming arriveert. Het slotdeel in Washington mist de magie die eerder nog in ruime mate aanwezig was en gaat net te lang door.

Omdat Jeunet niet de gehele speelduur de aandacht van de kijker weet vast te houden, zal die onvermijdelijk zal gaan peinzen over nooit opgehelderde mysteries. Waarom moet T.S. bijvoorbeeld zo nodig in zijn eentje naar Washington reizen? Er wordt weliswaar gesuggereerd dat iedereen in het Spivet-gezin dusdanig met zijn eigen obsessie bezig is dat de benjamin zich onbegrepen voelt, maar uit het briefje dat hij achterlaat blijkt juist dat er niet zoveel aan de hand is. Enige betekenis kan worden gezocht in het gegeven dat T.S. kortgeleden zijn tweelingbroer heeft verloren, maar ook dat komt nooit helemaal uit de verf. Het is kenmerkend voor een film die weliswaar nergens onvoldoende scoort, maar toch met bijna alle elementen te weinig doet. Jeunets nieuwste heeft zeker zijn charmes, maar is helaas verre van memorabel.