Guillermo del Toro's Pinocchio
Recensie

Guillermo del Toro's Pinocchio (2022)

Een donkere maar nog steeds hartverwarmende twist op het sprookje over de houten jongen met de geleende ziel.

in Recensies
Leestijd: 4 min 2 sec
Regie: Guillermo del Toro, Mark Gustafson | Scenario: Guillermo del Toro, Patrick McHale, Matthew Robbins | Cast (stemmen): Gregory Mann (Pinokkio/Carlo), Ewan McGregor (Sebastian J. Cricket), David Bradley (Geppetto), Christoph Waltz (Count Volpe), Ron Perlman (Podesta), Cate Blanchett (Spazzatura), Tilda Swinton (Wood Sprite/Death), Finn Wolfhard (Candlewick), e.a. | Speelduur: 118 minuten | Jaar: 2022

Bij het sprookje van Pinokkio denken de meeste mensen aan de vertederende Disneyfilm uit de jaren veertig. De houten jongen wiens neus groeit wanneer hij liegt zag echter in 1883 al het licht, en het originele verhaal van Carlo Collodi was een stuk grimmiger. Pinokkio was niet de geliefde deugniet maar een vervelende kwajongen en de personages van de vos en kat probeerden hem op allerhande gruwelijke wijze te vermoorden. Het Pinocchio van Guillermo del Toro is gelukkig niet zó duister, maar een donker randje heeft zijn stop-motionadaptatie zeker wel.

Del Toro's Pinocchio speelt zich af in Mussolini's fascistische Italië van de jaren dertig en vertelt het verhaal van een imperfecte vader met een imperfecte zoon. Houtsnijder Geppetto, die rouwt om de 'echte' zoon die hij verloor bij een bomaanslag, snijdt op een straalbezopen avond een houten pop om zijn leegte te vullen. Niet de geromantiseerde Disneyvariant, maar een Frankensteinachtig gedrocht waar de spijkers nog half uitsteken. Uit troost voor de oude man wekt een magisch wezen de pop tot leven en het moraliserende, met levenslessen gevulde avontuur dat volgt kennen we allemaal.

Alle elementen uit het Disneysprookje, van het reizende circus tot aan de reusachtige walvis, passeren in aangepaste vorm de revue. Het pleziereiland waar jongens in ezels veranderen is echter vervangen door een fascistisch jongerenkamp. De personages onderscheiden Del Toro's adaptatie van zijn voorgangers. Verteller Japie Krekel heet nu bijvoorbeeld Sebastian en is nogal pompeus. De blauwe fee is opgesplitst in twee duidelijk door Pan's Labyrinth geïnspireerde wezens terwijl circusbaas Stromboli juist met de vos is samengevoegd tot Count Vulpo. De legerofficier Podesta en Vulpo's voetveegaapje Spazzatura zijn nieuwe personages.

De film verschilt duidelijk van al zijn voorgangers in het moraliserende karakter van het verhaal. Eerdere versies predikten vooral gehoorzaamheid, waar Pinokkio's groeiende neus letterlijk de maatstaaf van is, maar in Del Toro's interpretatie gaat het juist over ongehoorzaam zijn. In een wereld waar iedereen als een pop danst naar de regels van het fascistische regime is juist de recalcitrante letterlijke pop het enige volwaardige individu. Pinocchio's welbekende wens om een echte en brave jongen te worden maakt opvallend plaats voor het door krekel Sebastian geformuleerde credo: "Wees jezelf en doe je best, dat is het beste wat je kan doen."

Ook al verwijst de titel enkel naar Guillermo del Toro, de regisseursstoel wordt gedeeld met stop-motionveteraan Mark Gustafson. Samen met een team van meer dan veertig animators zijn ze het immense stop-motionproject aangegaan en het resultaat mag er zijn. De sets zijn prachtig en groter dan groots en met name de belichting is fenomenaal. Elke omgeving heeft zijn eigen distinctieve kleurtint en dit creëert ontzettend veel sfeer. De betoverende, louter op houten instrumenten gespeelde muziek van Alexander Desplat geeft de film zijn ziel, maar de prachtig geanimeerde poppen brengen het sprookje echt tot leven.

Stop-motion blijkt bij uitstek geschikt voor een verhaal over een levende pop. De houterige charme, die inherent verbonden is aan de animatievorm, is Pinokkio op het houten lijf geschreven en de duidelijke toewijding van het animatieteam tilt de stopframetechniek naar een niet eerder vertoond niveau. Het geweldige stemwerk van grote namen zoals Ewan McGregor en Christoph Waltz brengt de personages verder tot leven. De dertienjarige Gregory Mann doet het subliem als Pinokkio, maar het hoogtepunt is toch echt de alom gerenommeerde Cate Blanchett die acte de présence geeft door slechts wat te grommen als het aapje Spazzatura.

De vraag of de stop-motioninsteek een zoveelste versie van het uitgekauwde sprookje rechtvaardigt is moeilijk te beantwoorden. Natuurlijk, Del Toro's adaptatie is een stuk grimmiger en wijkt op belangrijke elementen af, maar zijn typerende magische stempel ontbreekt. Fans van zijn oeuvre zullen de talloze verwijzingen naar o.a. Pan's Labyrinth en The Devil's Backbone kunnen waarderen, maar de hiermee samengaande aanpassingen aan het verhaal voegen niet zo veel toe aan het sprookje. De moraliserende boodschap is echter aanzienlijk meer van deze tijd en de film is alleen al hierom vele malen beter dan zijn twee wanstaltige voorgangers eerder dit jaar.

De film neemt je mee op Pinokkio's zoektocht naar zijn plekje in de wereld. De aanvankelijk gevreesde houten knul blijkt, typisch op zijn Del Toro's, een stuk humaner dan de zogenaamd 'echte' mensen die hem initieel verafschuwen. Del Toro leert ons dat we allemaal wel eens verder mogen kijken dan onze neus lang is, en dat we met compassie de deur kunnen openen naar liefde en acceptatie. Een donkere maar nog steeds hartverwarmende twist op het tijdloze sprookje. Heerlijk voor de feestdagen en perfect in zijn imperfectie. Net als Pinokkio.