Ronal the Barbarian
Recensie

Ronal the Barbarian (2011)

Puberale animatiefilm van Deense makelij parodieert er lustig op los en spreekt zo zowel jongeren als volwassenen aan. Het levert een mix van leuke vondsten en missers op.

in Recensies
Leestijd: 3 min 14 sec
Regie: Thorbjørn Christofferson, Kresten Vestbjerg Andersen en Philip Einstein Lipski | Cast (stemmen): Pierce Cravens (Ronal), Ben Bledsoe (Alibert), Ashley Acarino (Zandra), Dee Snider (Volcazar), Louis Lombardi (Het Orakel), e.a. | Speelduur: 86 minuten | Jaar: 2012

De Europese animatiefilm is aan een opmars bezig. Steeds meer - veelal kleine - studio’s van Europese bodem gaan de concurrentie aan met de Amerikaanse animatiegiganten. Op het kwalitatieve vlak pakt dit behoorlijk wisselend uit. Zo zagen we onlangs het uit België afkomstige, prachtig geanimeerde vervolg op Sammy’s Avonturen in de bioscopen verschijnen. We moesten ons daarentegen ook zien te vermaken met het zeer matige Thor, IJslands eerste avondvullende animatiefilm. De diversiteit van Europa komt terug in de animatiefilms uit de verschillende landen, waarbij de herkomst niet altijd aan de kwaliteit te koppelen valt.

De Denen doen een duit in het zakje middels het trio Thorbjørn Christofferson, Kresten Vestbjerg Andersen en Philip Einstein Lipski. De drie mannen richtten na twee succesvolle animatieproducties samen met producent Trine Heigaard Einstein Film op. Uitgangspunt van het tekenfilmbedrijfje was dat het verhaal centraal moest staan. Wat de makers dan ook heeft bezield om met Ronal the Barbarian op de proppen te komen is een raadsel. Het plot heeft net als de schaarsgeklede barbaren namelijk teleurstellend weinig om het lijf en dient enkel als kapstok om puberale grappen over spieren, geslachtsdelen en mooie vrouwen aan om te hangen.

Het draait allemaal om de jonge barbaar Ronal. Zijn barbarendorp is vergeven van de zelfverzekerde afgetrainde krachtpatsers, maar Ronal is een mager opdondertje dat wel wat peptalk kan gebruiken. De nerd komt er echter helemaal alleen voor te staan als slechterik Volcazar zijn hele dorp ontvoert. De rest laat zich gemakkelijk raden. Underdog Ronal mag het aanvankelijk allemaal in zijn eentje opknappen. Hij krijgt echter al snel bijval van een stel idiote helpers in de vorm van de stevige Alibert, de stoere strijdster Zandra en de zelfingenomen elf Elric.

Het is niet geheel duidelijk welke doelgroep de makers van Ronal the Barbarian voor ogen hebben gehad. De kleine kinderen kunnen we al meteen wegstrepen van het lijstje. De pubers zullen op hun beurt het meest uit de voeten kunnen met de humor. De Deense animatieproductie is opvallend gewaagd en ondeugend, al pakt dit niet altijd even gelukkig uit. De flauwe grappen en meligheid vliegen je om de oren. Om maar even heel precies te zijn (al wil je het eigenlijk niet weten): de scène waarin Ronal over te weinig onzichtbaarheidsdrank beschikt, toont niet een enkele teelbal, maar het hele zaakje dat godzijdank nog wel bedekt is. En als onze helden bij een groep hitsige Amazones zijn beland mag het dak er helemaal af. De grapjes ebben net iets te lang door en zijn veelal van hetzelfde allooi. Gooi er wat schuine opmerkingen over piemels en borsten tegenaan en de afgezaagde boodschap over wie klein is dan maar sterk moet zijn, raakt compleet ondergesneeuwd.

De volwassenen tot slot zullen nog wel kunnen gniffelen om de vele veelal visuele en plotmatige verwijzingen die de Denen op ze afvuren. De titel verwijst natuurlijk naar een klassieker met Arnold Schwarzenegger van begin jaren tachtig, maar er wordt in de proloog en tijdens Ronals missie ook heftig geknipoogd naar Dungeons & Dragons en The Lord of the Rings. De heavymetalmuziek op de soundtrack en de vele links tussen de personages, actiehelden en muzikanten maken de herkenning compleet. Een parodieversie op Queens Bohemian Rhapsody tijdens de aftiteling is zelfs zeer geslaagd.

Ronal the Barbarian is een allegaartje van stijlen en invloeden. Het ziet er best acceptabel uit, maar kan wat animaties betreft niet tippen aan het machtige Hollywood en de bijbehorende megabudgetten. Deze Deense animatiefilm is niet bang om risico’s te nemen en een aantal keren flink op zijn bek te gaan. Dit lef wordt weer teniet gedaan door de vele missers, waardoor pro’s en contra’s elkaar aardig in stand houden.