Fantastic Beasts: The Crimes of Grindelwald
Recensie

Fantastic Beasts: The Crimes of Grindelwald (2018)

Plezierige terugkeer naar Rowlings toverwereld lijdt onder overdosis verhaallijnen en voelt te veel als opzet voor een vervolg.

in Recensies
Leestijd: 3 min 26 sec
Regie: David Yates | Cast: Eddie Redmayne (Newt Scamander), Katherine Waterston (Tina Goldstein), Dan Fogler (Jacob Kowalski), Ezra Miller (Credence Barebone), Jude Law (Albus Dumbledore), Johnny Depp (Gellert Grindelwald), e.a. | Speelduur: 134 minuten | Jaar: 2018

Twee jaar geleden brachten Warner Bros. en regisseur David Yates een fijne spin-off van de Harry Potter-franchise uit: Fantastic Beasts and Where to Find Them. J.K. Rowling verzorgde zelf het script en verkende een hele nieuwe uithoek van het Potter-universum door het verhaal te situeren in het New York van de jaren twintig. Dat werkte heel aardig en ook tovenaar Newt Scamander had door zijn ingetogen karakter en grote voorliefde voor fabeldieren wel wat. Toen steeds meer focus kwam te liggen op de duistere tovenaar Gellert Grindelwald werd duidelijk dat de franchise om meer dan magische dieren draait.

Als The Crimes of Grindelwald begint, zit tovenaar Grindelwald al zes maanden in een Amerikaanse gevangenis. De charmante tovenaar - een typetje van acteur Johnny Depp - weet op spectaculaire wijze te ontsnappen. Hij reist naar Parijs en begint daar nieuwe volgelingen te verzamelen. Gezien zijn extremistische opvatting dat alle niet-magische wezens onderworpen moeten worden, is het niet vreemd dat de toverregeringen daar het liefst zo snel mogelijk een einde aan maken. Maar publiekelijk iets tegen Grindelwald beginnen is riskant vanwege de steun die hij geniet en dus speelt men een kat-en-muisspel.

In de eerste Fantastic Beasts-film zat Grindelwald achter Credence Barabone aan. Hij bleek een Obscurus te zijn, een extreem krachtige tovenaar die Grindelwald maar al te graag aan zijn kant wil hebben. Credence leek aan het einde van de vorige film om het leven te zijn komen, maar blijkt nu in Parijs op zoek te zijn naar zijn ouders. Vandaar dat Grindelwald voor de Franse hoofdstad kiest om zijn beweging kracht bij te zetten. In een poging Grindelwald van zijn kwaadaardige plannen te weerhouden, schakelt Albus Dumbledore zijn oud-leerling Newt in om Credence eerder op te sporen. Maar Newt en Grindelwald zijn niet de enigen die achter Credence aanzitten.

Ook Tina Goldstein, de Amerikaanse tovenares voor wie Newt gevoelens had, zoekt naar Credence. Net als het Britse ministerie van Tovenarij. Dat zijn alvast vier partijen die naar Credence zoeken. Maar er speelt nog veel meer in deze film. Zo is daar Newts broer Theseus, verloofd met Newts schoolvriendinnetje Leta Lestrange, die voor het Britse ministerie werkt en Grindelwald moet bestrijden. En Queenie, ondertussen verloofd met dreuzel Jacob Kowalski, is in Parijs op zoek naar haar zus Tina. Er is dus heel veel aan de hand in deze tweede Fantastic Beasts-film.

Dat is ook meteen een van de problemen van The Crimes of Grindelwald. Ondanks dat het fijn is om weer in de wonderlijke fantasie van J.K. Rowling te zijn en de Parijse toverwereld te leren kennen, speelt er veel te veel. Newt voelt nooit als de hoofdpersoon, terwijl de franchise toch wel is neergezet als die van hem. Minder parallelle verhaallijnen, maar ook minder Harry Potter-referenties hadden de film goed gedaan. De verwijzingen voelen zo nu en dan heel erg geforceerd aan. Denk bijvoorbeeld aan een oorsprongsverhaal voor Nagini, de slang van Voldemort. Ook de aanwezigheid van Nicolas Flamel, een vriend van Dumbledore, voelt niet echt noodzakelijk voor het verhaal. Dat soort connecties zijn onnodig en verhinderen dat de Beasts-films op zichzelf staan.

Zo nu en dan komt het potentieel van The Crimes of Grindelwald wel degelijk bovendrijven. Er zijn weer heel wat nieuwe fabeldieren, waaronder een Chinese Zouwu, een enorme, vurige leeuwdraak die er prachtig uitziet en een leuke rol heeft in de film. Uiteraard zijn er nog veel meer dieren waar Newt aandacht voor heeft. Ook de toveractie is spectaculair. Vooral de finale is heel gelikt en brengt waarop je had gehoopt. Toch maken al die verschillende verhaallijnen en Potter-connecties het geheel topzwaar. Bovendien lijdt de film aan het bekende tussenfilm-syndroom: hij voelt vooral als opzet voor wat nog komen gaat. Veel kwesties blijven onbeslecht en ontknopingen zorgen weer voor nieuwe raadsels. Na afloop weet je dat je over twee jaar weer naar de bioscoop moet voor antwoorden. Die je dan waarschijnlijk weer niet krijgt, want uiteindelijk moeten er vijf films komen.