'Bijt': niet-beklijvende nonsens in een industrieel landschap
Recensie

'Bijt': niet-beklijvende nonsens in een industrieel landschap (2024)

In dit onzinnige drama over een troosteloos bestaan voelt de buitenaardse wereld vooral kunstmatig en simpel aan.

in Recensies
Leestijd: 2 min 1 sec
Regie: Guido Coppis | Scenario: Guido Coppis | Cast: Reinout Scholten van Aschat (Max), Frieda Barnhard (Lisa), e.a. | Speelduur: 106 minuten | Jaar: 2024

Bijt verbeeldt zijn personages zo platvloers als hun acties zelf overkomen. Markt leidt een vreselijk leven in een anonieme industriële stad. Hij heeft een baantje bij een hondenasiel met een tirannieke baas, maar verder zijn er weinig lichtpuntjes. Trompet spelen biedt weinig soelaas en zijn frustratie uit zich in willekeurige agressiviteit. Tijdens een bezoek aan zijn stervende grootvader in het verpleeghuis komt hij zuster Lisa tegen. Een vreemde romance begint en loopt steeds meer uit de hand.

Die absurde liefde ontwikkelt zich in een buitenaards-achtige wereld die kunstmatig overkomt. De kale fabriekshallen en trappenhuizen illustreren de narigheid ten overvloede. De sepia-achtige kleurstelling en het industriële geluidsontwerp doen er nog een schepje bovenop, maar verbinden zich amper met de beelden. Waar een Rainer Werner Fassbinder cynisme overbrengt met stilistische extravaganza in een film als In Einem Jahr mit 13 Monden, voelen de stijlkeuzes in Bijt vooral als simplistische trucage.

De opzichtigheid waarmee de film op de hardheid hamert komt ook terug in de omgang tussen de personages. Elke interactie verzekert meedogenloos dat Mark psychologisch wel moet lijden, of hij nu het slachtoffer is van een nodeloos agressieve bende of zelf rake klappen uitdeelt aan een drugsverslaafde. De motivaties voor dit handelen blijven onderbelicht, waardoor het geweld vooral zinloos aanvoelt. Het hemeltergendst gebeurt dit wanneer Lisa glimlachend haar auto stopt om een vader en zijn kind aan te pakken in een afgezaagde twist à la New Kids.

Net als in het dit jaar uitgekomen Melk grijpt het spel van Frieda Barnhard aan door een strakke balans tussen rouw en een enkele ondeugende lach. Dat laatste aspect van brutaliteit voert Bijt op, maar het leidt tot ongerijmde tegenstellingen tussen tederheid en wreedheid. Reinout Scholten van Aschat hijgt vooral krampachtig. Zijn gebalde vuisten en onverzorgde uiterlijk dienen als een overduidelijke symbolisering van zijn troosteloze bestaan.

Het ongemak in de sporadische uitbarstingen confronteren niet vanwege de krakkemikkige uitwerking. De personages bewegen zich net zo houterig als de film zich voortsleept. Dankzij de vele pogingen te onderstrepen hoe vervelend Marks leven wel niet is stokt het ritme regelmatig. Ondertussen roept Lisa's schipperen tussen lief en gemeen vooral vertwijfeling op. Dat geldt ook voor Bijt als geheel, want alle wendingen blijven hangen in het bizarre karakter daarvan. Daarmee komen alle gebeurtenissen vooral over als een hoop lompe nonsens waarin niets beklijft.